Onthullingen en een blooper in een boek
Verslaggever Theo Jongedijk (60) van De Telegraaf in Rotterdam heeft het persoonlijke boek ‘Het verhaal achter het Krantenverhaal’ geschreven over de onthullingjournalistiek waarbij hij in zijn bijna 40-jarige loopbaan betrokken is geweest.
Bij het Telegraafconcern werkte hij vanaf 1975 eerst voor de weekbladen Accent en Extra en vanaf 1979 fulltime voor de redactie van de grootste krant van Nederland. Thans maakt hij deel uit van de Rotterdamse redactie van De Telegraaf.
Sensatie
De vraag is dan ook meteen aan de orde waaronder het dagblad De Telegraaf kan worden gerangschikt. Belust op sensatie of hanteert het – net zoals bijvoorbeeld in de regio Rotterdam het AD Rotterdams Dagblad – de populariteitsformule? Er is uiteraard een merkbaar verschil tussen sensatie en populariteit.
Reactie van Jongedijk: ,,Rond verslaggevers van De Telegraaf heeft altijd het aureool gehangen van onbetrouwbare sujetten die er vandoor gingen met opa's foto op de schoorsteenmantel als de man was vermoord, of anderszins in het nieuws was gekomen.
Wilde dagen
Die wilde dagen zijn er ooit wel geweest. Jan Stappenbeld was een fotograaf die er niet voor schroomde om een witte jas aan te doen en een ziekenhuis binnen te wandelen om daar een foto te kunnen nemen van een zieke verdachte, of bekende Nederlander die was opgenomen.’’
Nette verslaggever
Hij geeft nadrukkelijk aan geen boek over De Telegraaf te hebben geschreven. ,,Het gaat over mijzelf en ik ben een hele nette verslaggever, zoals ik ook als net mens in het leven sta. Wijlen hoofdredacteur Johan Olde Kalter zei ooit eens: De Telegraaf is een afspiegeling van de maatschappij, die goede en slechte mensen kent. Bij ons is dat ook zo. Ik beschouw mezelf nadrukkelijk als een goed mens, calvinistisch opgevoed in een buurt waar heel wat mensen last hadden van een aardappel in de keel, het Haagse Benoordenhout.’’
Heeft hij zich nooit misdragen in zijn werk? Jongedijk: ,,Jawel, ik kaapte een vaartuig van Smit Internationale in de Perzische Golf hetgeen uitgebreid in het boek staat omschreven in het hoofdstuk Bahrein. Fotograaf Rob de Jong en ik hadden echter niet eens in de gaten wat ons overkwam en helaas gaf de manager Midden-Oosten van Smit Internationale, die nu elders werkt, geen commentaar toen ik hem in een e-mail om opheldering vroeg.’’
Wat volgens hem niet in het boek staat - en misschien in deel twee komt - is de inkijkoperatie samen met collega Ernst Nordholt in de villa van Paul Nieto, Belgisch oplichter, die op 28 december 1994 in het centrum van Rotterdam werd doodgeschoten. Toevallig heeft zich in april jl. een (mogelijke) dader gemeld, die vorige week pro forma voor deze moord moest voorkomen.’’
Kritisch
Volgens Jongedijk ‘zijn wij keurige verslaggevers waar vaak door de buitenwereld nog altijd kritischer naar wordt gekeken dan collega's bij andere kranten’. Bij De Telegraaf heeft hij (mede) aan de wieg gestaan aan het opsporen in Duitsland - hij was daar van 1998 tot 2003 correspondent in Berlijn - van oorlogsmisdadiger Dirk Hoogendam (alias Dieter Hohendamm). Voorts is hij nauw betrokken geweest bij het schrijven van het levensverhaal over de crimineel Slobodan Mitric (verschenen in 1982 in boekvorm als ‘Geheim-Agent van Tito).
Zoals bijna elke nieuwsjager had ook Jongedijk wel eens een blooper. Na de gemeenteraadsverkiezingen van begin 2010 in Rotterdam bleek een hertelling van de stemmen nodig om te kunnen komen tot een officiële einduitslag. Er waren onregelmatigheden geconstateerd.
Jongedijk zag boven Rotterdam in die tijd een opvallende luchtreclame met de tekst ‘Burg. ik hou van je, Marco’. Hij dacht meteen aan een van de hoofdrolspelers in Rotterdam, Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam, die om hertelling had gevraagd. Voor de internetsite van zijn krant maakte hij heel snel het bericht omdat Pastors urenlang onbereikbaar was en ook niet reageerde. Heel toevallig bleek het om een particuliere boodschap te gaan. Niet ingegeven door Marco Pastors.
Speurwerk
Toen Jongedijk uiteindelijk een dag daarna Pastors aan de telefoon kreeg, ontkende deze elke betrokkenheid. Na enig speurwerk bleek het om een particuliere opdrachtgever te gaan. Deze vertelde aan de Telegraaf-verslaggever: ,,Mijn voornaam is ook Marco. Net zoals Pastors. Ik ben veertien jaar getrouwd. Mijn vrouw en ik kennen elkaar precies twintig jaar. Onze relatie zit in een dip en ik heb die reclameboodschap de lucht in gestuurd om haar te tonen dat ik echt nog van haar houd. Haar achternaam begint met dezelfde vier letters als het woord burgemeester. Om die reden is Burg haar koosnaam geworden. Dat heeft dus helemaal niets te maken met Aboutaleb. Het vliegtuigje vloog over het stadhuis in Rotterdam, omdat haar kantoor daar vlakbij zit.”
Zijn vele belevenissen zijn in hapklare Telegraaf-stijl en ironisch opgeschreven. De eerste hoofdstukken gaan vooral over zijn vader, Jaap Jongedijk, die in 1950 bij Het Vaderland in dienst kwam en daar in 1973 als hoofdredacteur is gestopt.
‘Het verhaal achter het Krantenverhaal’ is in pdf gratis aan te vragen op prodEObOEK@gmail.com, een uitgeverij in oprichting.