Vrouwenhanden bouwen robuuste ‘Stad’

16 september 2011 door de Redactie

Machteld Wijlacker in Boijmans van Beuningen

(Door Jim Postma)

ROTTERDAM - De droomwens van elke rechtgeaarde Rotterdamse kunstenaar is om ooit in het internationaalbekende museum Boijmans te kunnen exposeren.


Dat is voor weinigen weggelegd, maar Machteld Wijlacker (1966) is het gelukt. Zij bouwde in de grote zaal van Serra haar expositie DOK, een metershoge installatie van een denkbeeldige stad. Als materialen gebruikte ‘Max’ - haar kunstenaarsnaam - bergen sloophout en aangespoeld wrakhout.

Foto's Rinus Vuik

Een van de meest complexe ruimtes in het museum Boijmans van Beuningen is de zaal waar Richard Serra in 1980 zijn muren uit Cortenstaal oprichtte. De ironie wil dat deze gigantische stalen platen nooit meer uit Boijmans te verwijderen zijn. Ze zitten namelijk zeker een meter in de grond vastgeklonken in beton. Machteld Wijlacker ging de uitdaging aan om in deze haast ‘onmogelijke open vlakte’ haar eigentijdse nieuwe werk met verve te exposeren tot en met 25 september van dit jaar.


Hectiek

Wijlacker zegt hier zelf over: ,,Met deze installatie wil ik de hectiek van een stad weergeven, zoals hoogbouw, wervelwinden, steegjes en doolhoven. Tegelijkertijd ga ik direct de confrontatie aan met het werk van Waxing Arcs van Serra. De soberheid van zijn staal tegenover de grilligheid van mijn hout. Een ontmoeting in kleur en verweerdheid.’’

In Rotterdam staat zij dus bekend onder de roepnaam ‘Max’. Maar welbewust koos zij er dit keer voor haar ‘meisjesnaam’ te gebruiken om te laten zien dat de immense 4,5 meter hoge installatie in het geheel is gebouwd door een vrouw. Gezien de robuustheid van deze ‘DOK-stad’ zou de argeloze bezoeker in dit bouwproject zeker een mannenhand verwachten.

Kustgemeenten

Vanaf september vorig jaar is Wijlacker bezig geweest met de uitvoering. Eerst schreef zij alle kustgemeenten aan om aangespoeld wrakhout uit de zee voor haar te bewaren. Zelf had zij nog een kleine voorraad van dit materiaal in haar atelier liggen.

Max: ,,Het bleek echter dat door het containervervoer er de laatste vijf jaar steeds minder hout aanspoelt. Ja, wel kleine stukken, maar niet de metershoge planken die ik nodig had. De tijd begon te dringen en zo kwam ik noodgedwongen in Deventer terecht bij de firma Evers Transport.’’

Daar lagen gelukkig voor de kunstenaar hele stapels sloophout. In totaal waren er drie vol geladen vrachtwagens van drie keer 40 kuub hout per wagen voor nodig om de gehele installatie te bouwen. Dit duurde alles bij elkaar zo’n vier maanden. ,,Zonder overigens een cent subsidie. Met het werken aan het hele project heb ik een half jaar geen inkomsten gehad. Ben ik er bij wijze van spreken ‘blut’ door geraakt, maar daar kom ik wel weer boven op!,’’ zegt Wijlacker lachend.


Vijf exposities

Eerder hield zij vanaf haar afstuderen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag in 1996 reeds vijf grote exposities, onder meer in het bekende Haagse Pulchri.

Haar tentoonstelling Dok is ook tijdens het festival ‘Witte de With’, half september, ’s avonds in Boijmans te bewonderen, wanneer alleen de grote zaal van het museum open is. Daarnaast heeft Max vanaf 18 september ook nog een kleine expositie in galerie Van Waning aan de Rotterdamse Westersingel met collages en assemblages.

Max Wijlacker tot slot: ,,Ik hoop dat mijn gehele Dok-installatie voor de stad behouden kan blijven. Dat er een bedrijf of firma is die het van Boijmans willen overnemen en de gehele installatie tot in de lengte van dagen wil blijven exposeren als een blijvend stadsmonument voor Rotterdam. Anders ben ik genoodzaakt na 25 september de hele zaak af te breken en dat zou doodzonde zijn.’’



Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.