'Wonen in Rotterdam is best leuk'

24 april 2012 door Saskia Wigbold
'Wonen in Rotterdam is best leuk'

In Rotterdam wonen is best wel leuk. Ik dacht dit, toen een vriend van mij na zijn terugkomst van zijn reis uit Thailand zijn beklag deed over de agressie in de stad. ,,Al die opgefokte mensen hier op straat,” sprak hij. ,,De mensen daar weten tenminste nog hoe ze op een prettige manier met elkaar moeten samenleven.”

Twee dagen later wordt mijn eerdere gedachte over het wonen in Rotterdam behoorlijk op de proef gesteld terwijl ik thuis aan het werk ben. Vanachter mijn computer, hoor ik langdurig de bel en geklepper aan mijn brievenbus. ,,Kwajongens,’’ denk ik nog en reageer niet. Even later gebeurt hetzelfde nogmaals. Voor de zekerheid loop ik naar mijn raam en kijk naar buiten. Een paar meter verderop staan drie zo te zien Marokkaanse jongens van een jaar of 19 tegen een auto aangeleund. Ze zijn druk in gesprek, en leken te oud om iets met het geklepper aan mijn deur te maken te hebben.

Ik loop terug en ga verder met waar ik mee bezig ben. Ineens hoor ik een enorme herrie in de gang. Het lijkt wel of iemand daadwerkelijk bezig is mijn deur in te trappen. Ik schrik mij een ongeluk en ren naar de woning van mijn buren waarvan ik een sleutel heb, om daar ongezien uit het raam te kunnen gaan hangen.

 

Eén van de jongens was bezig om mijn buitendeur te forceren. ,,Hallo wat is er aan de hand? Zoeken jullie soms iemand?” schreeuw ik vanuit het raam. ,,Woont hier Asir, ’ schreeuwde één van de jongens naar boven. ,,Asir?” herhaal ik. ,,Ja Asir, Marokkaanse man,” is het antwoord. ,,Nee, er woont hier geen Marokkaanse man in dit pand,” roep ik terug. ,,Hij zei dat hij op nummer 23a woonde,” roept de jongen weer. ,,Dat kan niet,” roep ik. ,,Er wonen hier geen Marokkanen. Waarschijnlijk woont hij ergens verderop in de straat.’’ ,,Daar?” De jongen wijst naar links. ,,Geen idee, maar probeer het ergens anders,” roep ik terug. ,,Hier woont hij ieder geval niet.”

De jongens druipen af en ik ga weer naar beneden om verder te werken. Het duurt een kwartiertje en opnieuw wordt mijn buitendeur ingeramd. Ik doe mijn kamerdeur open, kijk vanuit het trapgat naar beneden en zie dat er iets tussen de deur en de plint steekt. ,,Zijn jullie GVD helemaal belazerd?!” Ik ontplof door de krankzinnigheid van de situatie.

 

Ik schiet de trap af en hoor ze wegrennen. Een vreemd metalen voorwerp zit tussen de voordeur en de plint geklemd. Ik probeer mijn deur open te krijgen met de sleutel maar dat lukt niet. Ik ren naar boven, open weer mijn eigen raam en hang geheel naar buiten. ,,Ze zijn de hoek om gerend,’’ roept een man die op dat moment passeert.

In een flits bel ik de dichtstbijzijnde vriend op en laat dat net de jongen zijn die nog klaagde over de agressie in de stad. Aan de politie geef ik het signalement en mijn adres door. De vriend is binnen 5 minuten ter plaatse maar nergens zie ik een politieauto. Ik vraag mij ineens af binnen hoeveel tijd een mens hulp krijgt voor hij wordt neergeslagen door een gek. Ik leg mijn vraag vanuit mijn raam voor aan de gearriveerde vriend die buiten staat. ,,Ik heb ooit de politie gebeld omdat ik zag dat iemand vermoord werd,” begint hij zijn antwoord. ,,Maar het was toen ook al te laat,” stelt hij mij gerust.

 

Het begint erop te lijken dat hij toch gelijk krijgt na zijn reis in Thailand. Echter na deze daad van agressie, krijgen we even later toch allebei het onomstotelijke bewijs dat het wonen in Rotterdam ook nog steeds onverwacht leuke kanten heeft. De politie die na tien minuten arriveert, begint na enkele vragen direct met een hoop gekraak het vreemde voorwerp uit mijn deurpost te verwijderen. Op dat moment gaat de deur ernaast open. Mijn benedenbuurman, een type dat de wereld het liefst gadeslaat vanuit een wolk van hasj, verschijnt met een stuk papier dat hij krampachtig tussen zijn handen geklemd houdt. Het blijkt een voor ons allebei zeer bekend affiche te zijn gericht tegen de oude sloopplannen in onze wijk. Op het affiche staat de tekst: Sloop ons niet verder!

 

Tussen de eerste klap tegen mijn deur en het verwijderen van het voorwerp, heeft mijn buurman in zijn vage hersenspinsels bedacht dat het moment van de waarheid is gekomen. Zo te zien wil hij een laatste daad stellen en komt gewapend met het affiche naar buiten.

,,We laten ons niet slopen.” stamelt hij zo stoned als een garnaal.

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.