‘Blauw op straat’

Laatst ben ik gebeld door een journalist van de Havenloods. ,,Wat te denken van het alcoholverbod achter het Centraal Station?’’ Hij vroeg mij dit vanwege mijn functie van voorzitter van de bewonersvereniging Provenierswijk.

Ik antwoordde verbaasd: ,,Dat is toch niets nieuws. Een dergelijk verbod geldt al jarenlang, overigens ook voor de rest van de stad.’’

Volgens de collega hadden bewoners geklaagd over overlast door alcoholgebruik. Vaak loop ik door het betrokken gebied en zie op bankjes in de buurt vermoeide reizigers. Vooral jongeren met rugzakken of een verdwaalde oudere met een loodzware koffer. Van overlast is daarbij zelden sprake. Meestal drinken zij een blikje limonade, soms een biertje. Toeristen uit het buitenland wijs ik erop dat alcohol drinken aan een openbare weg verboden is. Dat ze moeten oppassen voor politie of anders een vette bekeuring riskeren.

Zo’n waarschuwing van mijn kant wordt meestal in dank aanvaard. Maar je kan de regeltjes ook vierkant overdrijven.

Zo was ik er getuige van dat pal aan de achterkant van CS een zwerver staat van dik in de zeventig. Lange grijze haren, dito baard, tandeloos. De man had een halve fles wijn in zijn hand. Schreeuwde niet, lalde niet, deed geen vlieg kwaad. Er staan inmiddels drie politiemannen om hem heen. Zij pakken hem het flesje wijn af en staan op het punt om hem te bekeuren.

Kwaad hierover liep ik bij dit tafereel weg. Na mijn terugkomst, zeker een half uur later, waren zij nog met de zwerver bezig met opschrijfboekje en al.

En Ivo Opstelten maar roepen: ,,Meer blauw op straat!’’

Dit bracht mij tot de volgende regels:

,,Meer blauw op straat, nog meer blauw op straat. Allemaal, allemaal, hartstikke blauw op straat!’’