Meer vrouwen in top EUR en Havenbedrijf

14 oktober 2012 door Hans Roodenburg
Meer vrouwen in top EUR en Havenbedrijf

De vrouwen rukken onmiskenbaar op in de best betaalde functies. Dat is vrij logisch sinds zij steeds beter opgeleid zijn en niet meer per definitie ‘achter het aanrecht’ staan. In de top van het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid valt het echter nog tegen. De Rotterdamse Erasmus Universiteit en het Havenbedrijf Rotterdam zitten wel aardig op schema.


Maar ook daar blijft het aantal topvrouwen nog achter bij het streven uit de wetgeving die in januari 2013 van kracht wordt.

De voorzitter van het college van bestuur van de Erasmus Universiteit is een vrouw: mr. Pauline van der Meer Mohr. Eind vorig jaar was het aandeel topvrouwen bij het ondersteunend en beherend personeel van de EUR 17,5 procent terwijl in 2013 de doelstelling 20 procent is.

Mr. huppelepup

Inhaalslag
De vrouwentop in het wetenschappelijk personeel maakt een enorme inhaalslag: eind vorig jaar bedroeg het aandeel al 34,8 procent terwijl de doelstelling voor 2013 ‘slechts’ 14 procent was.
Bij het Havenbedrijf Rotterdam was het aantal vrouwen in topfuncties eind 2010 26,3 procent, eind 2011 was dat gezakt naar 23,1 procent en de doelstelling is om in 2013 25 procent te halen. Dat moet te doen zijn. Pas echter als op heel langere termijn hun aandeel circa 50 procent is dan is ook deze dienstverlenende semi-overheidsinstelling overeenkomstig de samenstelling van de bevolking.
De EUR en het Havenbedrijf hebben het ‘Charter Talent naar de Top’ ondertekend waarin 203 Nederlandse bedrijven en organisaties met gezamenlijk ruim 700.000 werknemers zich hebben vastgelegd om te zorgen voor meer vrouwen in topfuncties.

Toename
Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau, dat bijhoudt hoe het staat met de doorgroei van vrouwen naar de top, is dat aandeel bij ruim de helft van de bedrijven, die het charter hebben ondertekend, in 2011 toegenomen. Bij een derde is het echter gedaald.
Het aandeel vrouwen in de top is voor het totaal van deze bedrijven gegroeid van gemiddeld 17,8 procent naar 18,5 procent. Het Havenbedrijf Rotterdam en vooral ook de wetenschapstop van EUR zitten daar al ruim boven.
Landelijk gezien zijn de meeste vrouwen in de top te vinden in de sectoren werkgevers- en werknemersorganisaties (39 procent), handel en horeca (38 procent) en gezondheids- en welzijnszorg (28 procent). Dat lijkt ook vrij logisch want van oudsher waren daar al heel veel functies die vrouwen trokken en men mag dan verwachten dat zij ook doorgroeien naar topfuncties.
Het laagste aandeel vrouwen in de top zit in de sectoren industrie/energie/bouw (10 procent), de consultancy op het gebied van ict/bouw/infrastructuur (11 procent) en de technologie en telecom (14 procent).

Mannenbolwerken
Tegenvallend is de sector ‘financiële instellingen en verzekeraars’. Bij de ondertekenende bedrijven is het aandeel topvrouwen 16 procent. Maar bij de bedrijven die het charter niet hebben ondertekend is het ‘slechts’ 6 procent. Dat zijn dus nog volop mannenbolwerken.
Volgens onderzoekster drs. Ans Merens van het SCP is het voor meer diversiteit in de top essentieel of er voldoende vrouwen in de gehele organisatie voorhanden zijn, en met name in de subtop. Het aandeel vrouwen in de subtop bij de deelnemende bedrijven en organisaties is 25 procent en het aandeel vrouwen bij deze als geheel 40 procent.
Dat laatste percentage komt dus al aardig in de richting van de samenstelling van de bevolking. In 2011 stroomden relatief meer vrouwen in dan uit de top en de organisaties als geheel.

In januari 2013 treedt de aangepaste Wet Bestuur en Toezicht in werking. Daarin is onder meer bepaald dat ten minste 30 procent van de zetels van de raad van bestuur en de raad van commissarissen van grote bedrijven wordt bezet door vrouwen.


Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.