Elf november: Einde van een bloedbad

11 november 2012 door Geert-Jan Laan
Elf november: Einde van een bloedbad

Op 11 november 1918 kwam een einde aan het bloedbad van de in 1914 begonnen Eerste Wereldoorlog.

Omdat Nederland en niet te vergeten de koloniën neutraal wisten te blijven is er weinig bekend in ons collectieve geheugen over de soms toch ingrijpende gevolgen voor ons land.


Zo weten maar weinigen dat vooral Duitse duikboten in die periode van 1914 tot 1918 achtentachtig Nederlandse stoomschepen met een tonnage van ruim 237.000 naar de kelder hebben gejaagd.
Ook de Britten waren niet mals. Zij bemoeilijkten de vaart tussen Nederland en Indië door op kolenstations onderweg die brandstof maar beperkt te leveren en wanneer zij vermoedden dat ook gestookt werd met Duitse kolen dat deel in beslag te nemen. Soms moesten schepen via de oude route langs Kaap de Goede Hoop of zelfs via het Panama Kanaal hun Oosterse bestemming bereiken.


De zegel met de perforatie NOT.Creatief
De Rotterdamse en Amsterdamse havenbaronnen waren – als altijd – toch weer bijzonder creatief. Zij richtten de Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij NV (NOT) op die als particuliere maatschappij met de strijdende partijen tot overeenstemming kon komen over de te transporteren lading. Zonder dat daarover tussen regeringen moest worden onderhandeld.
De Nederlandse scheepswerven floreerden. Het werd al snel duidelijk dat de Duitsers vooral kleinere schepen ongemoeid lieten en daar werden er dan ook tientallen van gebouwd.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren met name de Duitsers bijzonder onder de indruk van de snelle mobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten. Dat begon al met de uitbreiding van de Nederlandse marine in juni en juli 1914. Er werd een kustwacht ingesteld en op strategische punten artillerie opgesteld.

Landleger
Direct nadat de Belgen waren aangevallen werd het grootste deel van het landleger in Brabant, aan de Belgische grens, gestationeerd. Maar er waren nog twee factoren waarom de Duitse generale staf afzag van een aanval op Nederland. Dat was de zogenaamde


Een poster van de mobilisatie in 1914 Nieuwe Hollandse Waterlinie’, die ongeveer van Naarden tot Gorkum onderwater kon worden gezet en de kort daarvoor tot stand gekomen ‘Stelling van Amsterdam’. Ook een reeks forten rond Amsterdam waaraan eveneens een waterlinie was verbonden.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd door sommige Britse media het kwalijke gerucht verspreid dat de Duitsers met instemming van de Nederlandse regering door Nederlands Limburg heen de Belgen mochten aanvallen. Deze bewering werd direct met kracht door de Nederlandse regering tegengesproken.

Onrust
Er ging natuurlijk veel mis. En toen de prijzen van voedsel begonnen te stijgen ontstond veel sociale onrust. Maar Nederland liet zich zowel menselijk als organisatorisch van zijn beste kant zien toen na de val van Antwerpen honderdduizenden berooide Belgische vluchtelingen over de grens kwamen. Zij werden in het gehele land opgevangen, gevoed en soms gekleed. Daar waren ook militairen bij.

Een optreden van de Timbertown Follies. Foto: Beeldbank GroningenBritse militairen die dreigden door de Duitsers te worden ingesloten vluchtten ook naar Nederland. Zij werden geïnterneerd in Groningen, waar dat deel van de stad nog steeds ‘Het Engelse Kamp’ heet. De Britten hadden het uitstekend naar hun zin. Onder de naam ‘Timbertown Follies’ gaven zij, natuurlijk gekleed in jurken, cabaretvoorstellingen. Later mochten zij ook enkele weken per jaar met vakantie naar Engeland wanneer zij maar ‘op erewoord’ terugkwamen. En zij hielden zich daar voorbeeldig aan.


Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.