‘We hebben nooit 'n centrum gekend’ - Een interview over ‘Het Bombardement’ met Gerard Cox

12 december 2012 door Ronald Glasbergen
‘We hebben nooit 'n centrum gekend’ - Een interview over ‘Het Bombardement’ met Gerard Cox
Still V&M uit video Rick Messemaker

Op 20 december gaat de Nederlandse speelfilm `Het Bombardement’ in première. De film speelt in Rotterdam vlak voordat het luchtbombardement in Mei 1940 de stad in puin zou leggen.

Het is daar dat de jonge bokser Vincent (Jan Smit) en de uit Duitsland gevluchte Eva (Roos van Erkel) verliefd worden. Gezien de omstandigheden een onmogelijke liefde.

In een vijftal interviews met acteurs en regisseur wordt een beeld van de film, de personages en hun kijk op ‘Het Bombardement’ geschetst. Hier volgt het eerste vraaggesprek. Met Gerard Cox. Het gaat over de verzwegen oorlog, over de stad van zijn jeugd en over de film.

Welke rol speel je in de film?
Ik speel de manager van het Atlanta Hotel, een van de weinige dingen die er nog stonden na het bombardement, Het Atlantahotel stond aan de westkant van de Coolsingel en verderop stond het oude Luxor d’r nog en de rest was weg. Die manager speel ik.
Het gaat om de meidagen hé. Het eindigt dus met het bombardement: dan is het pas 14 mei. Ik vond het heel leuk om die rol te spelen, omdat het een hele kruiperige man is, die alleen maar wil dat zijn hotelletje het goed doet. Dus tegen een van de hoofdrolspelers, de rijke man die de bruidegom zou zijn van de hoofdrolspeelster doet hij heel kruiperig om hem zo veel mogelijk van dienst te zijn. Dat is erg leuk om te spelen. Maar het is overigens een rolletje van niks hoor. Ik vond het heel leuk om te doen, ik heb drie of vier draaidagen gehad en ik was benieuwd of er nog iets van overgebleven zou zijn, maar dat schijnt wel zo te zijn. Dat vind ik erg leuk.

Het bombardement heb je zelf niet meegemaakt?
Ik was toen twee maanden oud, maar ik woonde op Zuid. Daar is geen bom gevallen. Maar mijn hele jeugd en tot ver in de jaren tachtig hebben we natuurlijk nooit een stad gekend. Het was een kale vlakte. Dat zal ik nooit vergeten.

Hoe voelde dat om voor deze film gevraagd te worden?
Dat deed mijn Rotterdamse hart zeer goed. Ook al omdat je – en je zal zeggen: daar heb je hem weer - als je over 'De Oorlog' hoort praten in dit land, het net is of die oorlog alleen in Amsterdam heeft plaats gevonden, terwijl er in Amsterdam vergelijkenderwijs betrekkelijk weinig gebeurd is. Wij hebben het bombardement gehad van 14 mei 1940, maar we hebben ook nog een vergeten bombardement gehad door de Engelsen of de Amerikanen dat weet ik niet zeker, ik dacht in ’43 in het westen, wat ook eigenlijk tamelijk rampzalig was, toen zijn d’r in november ’44 nog veertigduizend mannen van de straat gehaald en naar Duitsland getransporteerd. Als je kijkt naar wat er met Arnhem is gebeurt, met de slag om Arnhem, daar stond geen steen meer overeind. Daar hoor je allemaal nooit wat van.
Mijn eigen familie in Limburg kwam eind ’44 in de frontlinie te liggen. Tussen de Amerikanen en de Duitsers. Die mensen zijn toen bij duizenden in goederenwagens naar Groningen getransporteerd, waarbij mijn opa overleed. Van uitputting. Die mensen kwamen na de bevrijding terug en toen was daar niets meer. Die hadden niks meer. Daar hoor je nooit iets van.
Het is altijd de Euterpestraat, Gerrit Jan van der Veen, enzovoorts. Terwijl de grootste overval op een distributiekantoor heeft plaats gevonden op het Afrikaanderplein in Rotterdam Zuid en daarbij is geen schot gevallen. En in Amsterdam zijn de joden van huis gehaald, procentueel de meeste van Europa. Door de Amsterdamse politie. Daar hebben de Duitsers heel weinig aan hoeven te doen.
Zo [lacht], het is lekker om dat nou is allemaal te zeggen.
 

Je bent een Rotterdams icoon…
Ik denk dat het ook wel bij de film een beetje in die zin gebruikt wordt, ja.

 

Daar is niks mis mee…Niks. Net zo min als dat Jan Smit de hoofdrol speelt. Als hij het niet goed zou doen is het wat anders, maar hij heeft het heel goed gedaan.
Wat ik ervan gezien heb dacht ik meteen van: dat is goed - die jongen is jong, die is nog niet bang, die durft wat, die is goed geregisseerd. En ja, Elvis is ook gaan filmen. En Frank Sinatra ook. En Doutzen Kroes is ook gaan filmen.
Ik bedoel maar: dat is niks bijzonders. Dat is een kassading. Ze hopen natuurlijk dat daar veel jonge mensen op af komen. Nou dat hoop ik ook.

Je hebt natuurlijk in je jeugd eindeloos veel verhalen over dat bombardement gehoord
Dat echte ouwe Rotterdam hebben we nooit gezien. Wij hebben, tot ver in de jaren tachtig, alleen een kale woestenij gekend. Wij hoorden altijd verhalen over hoe dat Rotterdam ‘was’, over Het Hang en de Hoofstraat en de Passage. Allemaal dingen die wij nooit gekend hebben. Daar heb ik ook een keer een liedje over geschreven, ‘Ik mis de stad van toen’. Dat heeft Lee Towers gezongen namens mij.
[Zingt:]
Ik mis de stad van toen
Een wereld als een droom
Een strohoed in de wind
En het gesis van stoom
De geur van poetskatoen


Is het een Rotterdamse film geworden?
Het is een romantische komedie die heel veel met Rotterdam te maken heeft ja. In die zin is dat prima voor je Rotterdamse hartje.
De regisseur, Ate de Jong, beschreef het als een episch drama op een groot canvas…
Ik heb het nog niet gezien. Maar ik wist dat ze een groot budget hadden voor special-effects. Ik denk dat het er heel mooi opstaat.

 

 

 

***

 

 

Feiten uit andere bronnen: Vervolging van Nederlandse - en naar dit land gevluchte - joden in de Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 trokken Duitse troepen Nederland binnen. Er woonden toen ongeveer 140.000 joden in Nederland. Een klein aantal, circa 2500, wist aan het begin en in de loop van de oorlog te vluchten. Door de bezetter werden discriminerende maatregelen genomen die Nederlanders van joodse en van niet-joodse afkomst, steeds meer van elkaar scheidden.
De eerste grootscheepse arrestatieactie van joden vond plaats in februari 1941. Vanaf die tijd tot september 1943 vonden regelmatig razzia’s plaats. In Amsterdam aanvankelijk in samenwerking met Duitse en Nederlandse politie, later vooral door het, speciaal volgens nazi-ideologie opgeleide, ‘politiebataljon’ en het ‘Bureau Joodse Zaken’ onder leiding van de fanatieke Nationaal Socialist Von Buchholz.
In de loop van de oorlog zijn zo'n 24.000 tot 25.000 Nederlanders van joodse afkomst ondergedoken. Daarvan hebben 16.000 tot 17.000 de oorlog overleefd. In totaal werden 107.000 Joodse Nederlanders gedeporteerd. Minder dan 5000 van hen overleefden de kampen.

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.