Schot Aeneas Wilder is in Rotterdam

14 november 2013 door Ronald Glasbergen
Schot Aeneas Wilder is in Rotterdam

De beelden van de Schot Aeneas Wilder (1967) zijn meestal luchtige constructies gestapeld uit hout. Ze worden door zorgvuldige stapeling en door zwaartekracht bij elkaar gehouden. Het is voor menselijk- of natuurgeweld kwetsbaar werk dat in die zin vergankelijkheid lijkt te symboliseren. Een minimaal tikje lijkt genoeg om ze te vernielen.


De kwetsbaarheid wordt te niet gedaan door haast ongenaakbare symmetrie. Zijn werken lijken varianten op ideale Platonisch lichamen: gebouwd uit bijna niets en alleen door eigen gewicht bij elkaar gehouden.

'Untitled #178', een wand van houtjes die het materiaal veranderen in een vorm die iets anders is. Foto's: Ronald Glasbergen

Ik geef er de voorkeur aan eerst de ruimte te leren kennen, zegt de kunstenaar voor wie Rotterdam een soort tweede stad is geworden. Hij exposeert hier nu al voor de vijfde keer. De eerste keer was tijdens Culturele Hoofdstad in 2001, daarna volgden er nog enkele. ,,Ik ken hier mensen,’’ zegt hij, ,,het is een soort pleisterplaats tussen Edinburgh en Japan, dicht bij België en Zuid-Nederland.’’
Galeriehouder Frank Taal vroeg aan Aeneas Wilder of hij een idee voor een titel van de tentoonstelling had. ,,Ik gaf hem toen een paar ideeën en zo is de titel ‘Transformer’ ontstaan.’’
Wilder wilde in galerie Taal aanvankelijk iets met de dakramen doen maar dat was moeilijk door alle lichtarmaturen en leidingen. Gedurende een periode van misschien anderhalf jaar hield hij het in gedachte. Tot het moment kwam om een beslissing te nemen. Aeneas Wilder: ,,Dit beeld is een schets. Maar vaak maak ik eerst elementaire tweedimensionale schetsen van mijn beelden op de computer. Klassieke technische tekeningen en dan vaak modellen, maar dit werk is voor deze galerie gemaakt.’’

Vorm en materie
Het beeld waaraan hij in de galerie werkt, is gestapeld zoals dat gebeurde in de oudheid. Hier kan echter, door het gebruik van hout overal lucht en licht doordringen. Je zou aan gotiek kunnen denken, maar Wilder zegt dat hij niet speciaal in architectuur geïnteresseerd is. Hij beschrijft het beeld als: ,,Een wand van houtjes die het materiaal veranderen in een vorm die iets anders is.’’

Waarschijnlijk haal ik bij deze tentoonstelling het werk houtje voor houtje uit elkaar.

Het is werk dat vraagt om aandacht. Bij dit soort bouwen kan een kleine onverhoedse beweging al betekenen dat je overnieuw moet beginnen. Wilder heeft er ervaring mee.
Een tijdelijk beeld is per definitie eindig. Misschien is doelbewuste vernieling aan het eind van de tentoonstelling daarom wel een goede manier om het werk af te breken. Zeker als er maar een minimale ingreep, een klein tikje voor nodig is om het hele bouwwerk te laten instorten. Zoiets laat duidelijk zien waarin het beeld zelf en het materiaal waaruit het opgebouwd is, verschillen. De ideale vorm en de materie: het is de essentie van zijn werk.

Japan
,,Het was vandalisme weet je,’’ Wilder spreekt over het park in Edinburg waar in 1996 zijn werk vernield werd. ,,Maar voordat mijn werk ooit vernield werd bouwde ik ook al structuren die tijdelijk waren en niet gelijmd of geschroefd. Je kon ze afbreken en het materiaal opnieuw arrangeren. Maar je kan ook dingen ontwerpen en bouwen die bedoeld zijn om in te storten.’’
Bij een tentoonstelling in Yorkshire bijvoorbeeld had hij een beeld dat nadrukkelijk gemaakt was om op een gecontroleerde wijze aan zijn eind te komen. ,,Als ik mijn werk afbreek, vandaliseer ik niet; ik los een probleem op,’’ legt Wilder uit.
Toen Wilder eind jaren negentig met zijn huidige werkwijze begon, kreeg hij de kans om naar Noorwegen te gaan en daarna naar Japan en nogmaals naar Noorwegen. Zo raakte hij geïnteresseerd om op locatie in het buitenland te werken. Het reizen hield niet meer op. Met Schotland en Japan als thuislanden. Sinds hij een aantal jaren woont hij met zijn vrouw en twee kinderen een paar honderd kilometer noordelijk van Tokio.
Wilder: ,,Ik ben Schot, maar woon in Japan. Mijn werk werd in Japan goed ontvangen. Er is daar affiniteit met het werk. In tien jaar tijd heb ik er alleen al dertien of veertien solo tentoonstellingen gehad.’’

Harmonie
Niet altijd maakt hij werk dat zo nadrukkelijk eindig is. Op dit moment is er in het Belgische Borgloon, Untitled #158 te zien en hij maakte onlangs bij de Verbeke foundation bij Antwerpen Untitled #140. ,,Ik heb recent een aantal werken in de open lucht gemaakt waar mensen in en uit kunnen lopen,’’ vertelt hij, ,,maar ik heb geprobeerd ze zo minimaal mogelijk te maken.’’

Ik vandaliseer niet, ik los een probleem op.

Wel eindig maar even groot was de installatie die hij eerder dit jaar in Kaapstad bouwde in opdracht van de Universiteit aldaar. Infecting The City, ook dat kwam aan het slot weer doelbewust, in een zogenaamde kick down aan zijn einde. Of en hoe dat gebeurt hangt af van beeld en situatie.
,,Het werk dat hij hier in Rotterdam maakt is niet bedoeld om, in een soort finale act, in te storten,’’ zegt de beeldhouwer. ,,Waarschijnlijk haal ik bij deze tentoonstelling het werk houtje voor houtje uit elkaar. Dit werk is een schets om te zien hoe deze constructie werkt, hoe de verschillende delen elkaar steunen. Het is voor mij een experiment om te zien of het iets is waarmee ik door wil gaan.’’
,,Je moet heel secuur zijn,’’ zegt Aeneas. ,,Als je een koepel wil maken, maak je geen banaan. Je moet je op de vorm van de koepel concentreren.’’ Hij glimlacht. ,,Ik heb er nooit zo over nagedacht, maar onbewust streef ik naar harmonie.’’

In galerie Frank Taal toont Wilder van 15 november tot 15 december zijn nieuwste werk: #178. Opening: Aeneas Wilder – ‘Transformer’ vrijdag 15 november om 17 uur. Van Speykstraat 129 3014 VH Rotterdam.


Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.