Onder armoedegrens door naïviteit

28 juli 2014 door Hans Roodenburg
Onder armoedegrens door naïviteit
armoede

Tienduizenden Rotterdamse huishoudens leven onder de armoedegrens die per instelling in Nederland nogal wil verschillen. Laat staan de ‘armoedegrens’ die in heel de wereld wordt gehanteerd (een besteedbaar inkomen van netto 1 dollar per dag). In vergelijking met sommige ontwikkelingslanden is armoede in ons land een relatief begrip.

De bodem in Nederland is de minimumuitkering die men kan krijgen van de sociale dienst per gemeente. Die bedraagt per maand voor een huishouden met gehuwden € 1360 netto, voor (volwassen) alleenstaanden € 680 en voor alleenstaanden met kinderen € 952. De alleenstaanden kunnen een maximale toeslag krijgen van € 271 per maand als zij kunnen aantonen dat zij die nodig hebben.

Toename
Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft de afgelopen jaren toegenomen.

Het begrip ‘beneden de armoedegrens’ is relatief. Er zijn in heel Nederland miljoenen mensen die met een bijstandsuitkering of alleen AOW redelijk kunnen leven. Soms blijft er zelfs nog wat over voor de kleinkinderen. Het grootste probleem ontstaat als mensen schulden aangaan of eerder zijn aangegaan en daardoor met afbetalingen of schuldsaneringen onder de bijstandsnorm voor een minimaal leven zakken.
Ieder individu gaat daar anders mee om (zie later de vooroordelen). We kunnen er niet omheen dat mensen zich soms ten onrechte afbetalingsregelingen permitteren van als ‘luxe’ bestempelde zaken als auto’s, telefoons (vaak door een tweejarig contract met een zogenoemd gratis mobieltje) en vakanties.
Het meest aansprekende voorbeeld is en blijft de (gescheiden) bijstandsmoeder met twee kinderen in de schoolgaande leeftijd die alle eindjes aan elkaar moet knopen. Deze mensen hebben ook de minste moeite om hun bijstandsuitkering van de gemeente te krijgen. Veel mensen die goed willen doen stoppen hen wel wat toe.

Bestrijding
Over de bestrijding van armoede is erg veel gezegd en geschreven door verschillende podia en media. In Rotterdam is bekend de Rosa (Rotterdamse Sociale Alliantie). Dit netwerk ‘tegen armoede, sociale uitsluiting en verrijking’ werkt samen met heel veel maatschappelijke organisaties. Maar de politieke partij SP heeft – hoe kan het ook anders – hierop grote invloed.
Met de beste bedoelingen worden allerlei aanbevelingen gedaan om mensen uit de totale armoede te krijgen. Die variëren van ‘werk, werk en werk’ tot aan sociaaleconomische subsidies, hulpverleners en voedselbanken.
Maar bovenal moeten de betreffende mensen zelf het besef hebben dat zij duurzaam uit hun hopeloze situatie moeten komen. En dat valt niet mee bij degenen die nergens over aanspreekbaar zijn, met een bord voor hun kop lopen of alle gedoe wel geloven.
Sterker nog, op de eerder genoemde bijstandsmoeders na is leven beneden de armoedegrens eigenlijk een gegeven. Met alle respect voor de mensen en instanties die denken dat het probleem tóch aan te pakken is. Er is in feite maar één instantie die de kwestie kan aanpakken met alle beperkingen van dien: de sociale dienst van een gemeente.

Het grootste probleem ontstaat als mensen schulden aangaan of eerder zijn aangegaan en daardoor met afbetalingen of schuldsaneringen onder de bijstandsnorm voor een minimaal leven zakken.

Verleiding
Als mensen met minimale bestedingen niet meer in de verleiding komen om, meer dan hun financiële reikwijdte toelaat, schulden aan te gaan dan zou er al heel wat gewonnen kunnen worden. Hanteer veel sterker normen voor afbetalingsregelingen en leningen. Iedereen kent wel de woekeraars die beweren binnen 24 uur een paar duizend euro te kunnen aanbieden. Helaas trappen daar de echte armoedzaaiers in.
Bij schuldsanering krijgen de instellingen die afbetalingen en leningen slijten evenredig met andere schuldeisers altijd nog hun deel (op langere termijn). ‘Luxe’ aanbieders zouden meer gestraft moeten worden dan bijvoorbeeld de noodzakelijke instellingen voor woninghuur, nutsbedrijven en ziektekostenverzekeraars. Er zijn daar na verloop van tijd wel dwingende regelingen voor maar die zijn in feite mosterd na de maaltijd. Uiteraard zouden de ware armoedzaaiers zelf aan dit soort instellingen hun prioriteiten moeten geven in hun betalingen, maar dat doen zij te weinig.

Vooroordelen
Mensen die een wat hogere besteedbaar inkomen hebben, hebben vaak vooroordelen over hen die onder de armoedegrens zijn gekomen:

- Het zijn over het algemeen mensen die te dik zijn en aan obesitas lijden
Klopt niet. Anderen worden er ook door getroffen. Wel is het zo dat mensen die in armoede verkeren vaak bezuinigen op voedsel. Ze hebben dan de neiging zo goedkoop mogelijk in te slaan en meer ongezonde dingen (snoep, frites, snacks als hamburgers, enz.) te nuttigen.

Het zijn vooral laaggeletterden die onder de armoedegrens duiken
De meerderheid wel. Laaggeletterden zijn mensen die onvoldoende kunnen lezen en schrijven. Zij zijn van alle leeftijden, man, vrouw, laagopgeleid, allochtoon en autochtoon. Ze hebben moeite met brieven schrijven of lezen en formulieren invullen. Ze hebben zich niet zo in de hand als degenen die minimaal lagere school met goed gevolg hebben afgemaakt. Deze mensen zijn zich wat minder bewust van de samenleving en komen wat sneller in de verleiding schulden te maken om bepaalde luxe (inrichting, elektronica, vakanties, uitgaan en rookwaren) te kunnen bekostigen.

- De grootste armoedzaaiers zijn drugsverslaafden
Klopt vaak. Wel beseft moet worden dat zij vaak al gekort worden op hun bijstandsuitkering omdat de Sociale Dienst van een gemeente hen straft vanwege het niet opvolgen van wettelijke eisen om te solliciteren, representatief te zijn of zich niet op tijd melden. Een deel daarvan gaat als zwerver door het leven met alle nare gevolgen van dien.

- Een voedselbank is het paard achter de wagen spannen
Daar zit soms wel wat in. Soms niet. Voedselbanken zijn nog altijd particuliere instellingen van vrijwilligers die het beste voor hebben met mensen die onder de armoedegrens zijn geraakt. Vroeger had je de bedeling en kerken die heel veel voor de armste mensen deden (vaak in ruil voor bekering naar een of ander geloof).

Voor veel mensen is de voedselbank een uitkomst. Soms weten klaplopers en slimmeriken zich ‘armoedig’ voor te doen. Op de foto enkele vrijwilligers van de voedselbank.

De overheid houdt zich op afstand van dit particulier initiatief. Wel worden soms hand- en spandiensten verleend. De nationale overheid houdt het standpunt aan dat iedereen met een basisuitkering (minima) net geld voldoende heeft om voedsel te kunnen kopen en een dak boven het hoofd te hebben. In die zin is een voedselbank eigenlijk overbodig.

- Bij de voedselbank melden zich ook klaplopers en slimmeriken
De voedselbank in Rotterdam (45 uitdeelpunten) stelt wel eisen aan mensen die graag (en zo nu en dan) een gratis voedselpakket als noodhulp willen hebben. Zo moet bijvoorbeeld een volwassene niet meer dan € 180 per maand te besteden hebben. Een gescheiden moeder met twee kinderen onder de 18 jaar mag niet meer dan € 280 per maand overhouden om van te leven na aftrek van vaste lasten als huur, energie en water, verzekeringen, premie ziektekosten en aflossing van schulden. Mensen moeten dat kunnen aantonen, maar er vinden geen verdere controles plaats. Ook klaplopers en slimmeriken weten zich ‘armoedig’ voor te doen. Er bestaan geen gegevens over hoeveel mensen onder die noemer kunnen worden gebracht. Het zullen er niet veel zijn want wie wil er voor uitkomen dat men een gratis voedselpakket nodig heeft om te kunnen overleven?

- Het heeft geen zin om, zodra je in grote financiële problemen komt, hulp te vragen
Het probleem is niet dat er niet genoeg schuldhulpverleners zijn. Soms ook mensen die aan de ellende van anderen verdienen. Het probleem is dat mensen te lang wachten met hun beginnende financiële ellende aan te kaarten om advies te vragen aan wie dan ook (al is dat aan familie of vrijwilligers). Komt men eenmaal in de schuldhulpverlening dan houdt men per persoon slechts enkele tientjes per week over om van te eten en te drinken. De rest van bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen wordt gebruikt voor afbetalingen van schulden en vaste lasten.

Niet ontkend kan worden dat zich onder de mensen beneden de armoedegrens erg veel naïevelingen bevinden.
 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.