Belang stadspark helaas onderschat
Op zondag 24 augustus vond de 28e editie van de ‘Dag van de Romantische Muziek’ plaats in Het Park aan de Maas. Het grootste gratis klassieke muziek evenement in Nederland. Inmiddels ook vermaard in cullinair opzicht dankzij een uitgelezen aanbod door uitmuntende traiteurs en restaurants uit het Rotterdamse.
Haringkar
Tussen de flarden
klassieke muziek, bubbles en oesters spotten wij zowaar een heuse haringkar.
Althans, zo lijkt het op afstand.
Dichterbij
gekomen zien we een bakfiets met daarop een glazen vitrine. Daarin bevinden
zich geen maatjes, maar blijk een heuse maquette van het collectiegebouw te
zijn opgesteld. Geen Hollandse Nieuwe maar een nieuw icoon voor Rotterdam wordt
hier aan de man gebracht. In miniatuur, geheel op schaal en gelardeerd met wat
groen en van eenzelfde kleur zilver als de haring die we dachten te treffen.
Rondom de kar
staan enkele met bijzondere hoofddeksels getooide dames. Opvallend afwijkend
van de elegante en romantische hoedjes die alom te zien zijn.
In haringzilver
en van een moeilijk thuis te brengen eigenzinnige plompheid die nog het meest
doet denken aan een bloempot.
Ja natuurlijk,
de-pot! Waarom hadden we dat niet meteen gezien?
Mobiel kunstdepot
Wat een
fantastisch idee dachten we direct: een mobiel kunstdepot, verplaatsbaar, op
wieltjes! Als het publiek niet naar de Pot komt dan breng je de Pot toch naar
het publiek!
Zou het niet
geweldig zijn om met zo’n rollend staketsel door de stad te rijden op zoek naar
een geschikte ruimte voor een meer permanente stalling? Zouden de dames met de
hoofddeksels al zijn wezen kijken langs de oevers van de Maas? Genoeg ruimte
alom zou je zeggen. Voldoende leegstand ook, en niet op de minste plekken. Hebben
ze al eens op de Coolsingel gekeken, direct naast het Stadhuis?
Wat was ook al
weer de reden om een nieuw kunstdepot voor de Rotterdamse museumcollectie in
het Museumpark te plaatsen?
Het ledigen van
urgente nood rondom verspreide en verouderde opslagruimtes? De wens om
particuliere verzamelaars ruimte te bieden voor opslag van hun collecties?
Het gezond
verstand zegt dat je daar niet in een park voor hoeft te bouwen.
Klimaatbeheersing
Een programma dat
hoofdzakelijk is gericht op een verantwoorde opslag van kunst is meer gebaat
bij een goede klimaatbeheersing en beveiliging dan met een representatieve,
laat staan iconische, omhulling en openbare toegankelijkheid. Een goed
bereikbare en af te schermen locatie ligt dan meer voor de hand.
Zo mogelijk
met douane faciliteiten in verband met het inklaringsvrij organiseren van
internationale transporten van en naar musea wereldwijd. Een ‘black box’ op een
betaalbaar perceel in de nabijheid van een luchthaven vormt een redelijke
benadering van het ideaalplaatje.
Het publieke
domein van een openbaar stadspark is gegeven de omvang en het introverte
karakter van een dergelijke voorziening wel ongeveer het laatste waar je aan
moet denken als je op zoek bent naar een geschikte locatie voor een
verantwoorde opslag van kunstschatten.
Ambitie
Waarom dan in een
icoon als het Museumpark? Zou het soms de paradoxale ambitie zijn om een gebouw
met zo’n gesloten programma publiek toegankelijk te maken?
Toegegeven, met
1500 – 3500 bezoekers per avond (Pleinbioscoop), ruim 30.000 bezoekers in 1,5
week tijd (Parade, 2014), 170.000 bezoekers in drie maanden tijd (Jean Paul
Gaulthier, Kunsthal 2013) kun je over gebrek aan publiek en passanten in het
Museumpark niet klagen. Zeker afgezet tegen het relatief bescheiden aantal van
50.000 betalende bezoekers op jaarbasis dat de initiatiefnemers van het
collectiegebouw als uitgangspunt hanteren.
Een bescheiden
aantal dat ook tot uitdrukking komt in de geprojecteerde bijdrage van het
betalend publiek aan de jaarlijkse exploitatiekosten van 4,3 miljoen: slechts
9%. Terwijl jaarlijks minstens 2,5 miljoen uit publieke middelen moet worden
bijgedragen voor een sluitende begroting.
Inkomsten
Is het logisch
om, zoals de initiatiefnemers doen, op basis van zulke geringe publieksinkomsten
zo nadrukkelijk het Museumpark als enige geschikte locatie voor een publiek
toegankelijk collectiegebouw te presenteren?
Zijn de
voorgestelde locatie in het Museumpark en de nabijheid van Museum Boijmans van
Beuningen werkelijk wel zo essentieel als de initiatiefnemers ons
voorspiegelen?
Het weinige
onderzoek dat er is gedaan naar meervoudig museumbezoek in gebieden met
clusters van musea (zoals het Museumpark) wijst uit, dat er tegen verwachting
in weinig synergie bestaat tussen culturele instellingen onderling, en
bezoekers doorgaans volstaan met een bezoek aan één museum of tentoonstelling.
Het initiatief voor een Museumpark Museumkaart, waarmee met één ticket alle
culturele instellingen aan het Museumpark bezocht konden worden, is bij gebrek
aan belangstelling na een proefperiode van een jaar abrupt beëindigd.
Interesse
Hebben bezoekers
aan Boijmans of de overige musea wel voldoende interesse om ook nog eens een
collectiegebouw te bezoeken? Zou op een heel andere plek een publiek toegankelijk
collectiegebouw niet evenveel of misschien zelfs veel meer publiek kunnen
trekken? Zijn er geen gebiedontwikkelingen elders die baat zouden kunnen hebben
bij een vermeende publiekstrekker als een collectiegebouw?
Tijdens de Dag van de Romantische Muziek trekt Het Park aan de Maas gedurende één dag niet alleen ruim 35.000 bezoekers, maar biedt ook voldoende ruimte aan al die bezoekers voor een aangenaam verblijf. Een prestatie die Het Park met weinig andere rijksmonumenten deelt. Op andere momenten is Het Park juist plezierig om te bezoeken vanwege de relatieve rust en het geringe aantal bezoekers. Het vermogen van parken om als publiek domein zeer uiteenlopende aantallen bezoekers en doelgroepen op aangename wijze te verpozen en bijeen te brengen is volstrekt uniek.
Evenementen
Zo bezien is ook
het Museumpark een zeer bijzonder park waar Rotterdam met recht trots op mag
zijn. Het park is zo ontworpen dat het gedurende korte tijd ruimte kan bieden
aan grote groepen mensen en bijzondere evenementen. ‘De Parade’, het World Food
Festival, de Pleinbioscoop, ‘Djemaa El Fna’, de pop-up megaschermen tijdens het
WK hebben dit op overtuigende wijze laten zien.
Het park biedt niet alleen de
ruimte voor dit soort evenementen, maar biedt bezoekers midden in de stad ook
de mogelijkheid even aan diezelfde stad te ontsnappen. In de zomer is het
tijdens het middaguur zelfs dringen geblazen rond de bankjes in het park.
De voorgestelde
bouw van een ruim 15.000m² groot gebouw met een in wezen introvert programma in
deze ruimte miskent de essentiële betekenis van het park als publieke ruimte,
als plek voor toevallige ontmoetingen en spontane gebeurtenissen, als zeldzaam
icoon waar je de stad en zijn spectaculaire ‘skyline’ kunt ervaren van
binnenuit, midden in de stad, maar voor het gevoel toch ook even daarbuiten.
Laat die ‘haringkar’ met zijn haringzilveren schatkamer nog maar even door de stad rijden op zoek naar mooie plekken voor een definitieve stalling, in afwachting van een publiek dat de essentiële betekenis van parken voor de stad begrijpt en durft te koesteren.
Wilt u meer informatie: www.vriendenvanhetpark.nl