Willem van Hest - wondernemer

14 november 2014 door de Redactie
Willem van Hest - wondernemer
Er zijn in Rotterdam mensen actief, die ik ‘wondernemers’ noem.
Zij ondernemers van alles, maar het uitgangspunt van hun handelen is altijd, dat de mensen van Rotterdam er beter van moeten worden. Niet alleen zijzelf.

Men vindt deze mensen in alle sectoren van de samenleving. Ik heb mij voorgenomen er in de komende tijd een aantal te portretteren. Want zij zijn niet alleen een bindend element in onze samenleving, zij bieden ook een rolmodel, een voorbeeldfunctie.
Ik begin met de beeldend kunstenaar Willem van Hest (61). Hij is een van de organisatoren en dat van het begin af aan, van de Kunstroute Kralingen-Crooswijk, die zojuist weer met groot succes werd gehouden.

Ben je een geboren Rotterdammer?
Ja, ik ben in de Saftlevenstraat geboren. In een vrij gewoon gezin. Niet kunstzinnig of zo. Wel met sociaal gevoel. Katholiek. Pas veel later kwam ik er achter dat die Saftleven een schilder was en dat de straten rondom de onze ook naars schilders waren vernoemd. Breitner. Rochussen. Maar dat heeft op mijn beslissing om beeldend kunstenaar te worden geen invloed gehad.

'Ik heb me ook laten inspireren door Paulus, die in de westerse wereld als eerste het toen absoluut revolutionaire idee verkondigde dat álle mensen gelijk zijn, slaven, overwonnen volkeren, vrouwen en mannen, alle rassen en geloven'. Zie ook de dagboekpagina hieronder.Hoewel… ik ben nu druk bezig ben een Rochussenproject… Maar toentertijd als kind was ik gewoon domweg dol op tekenen. Na school renden ik zo hard mogelijk naar huis om te tekenen. Anderen gingen voetballen, ik niet. Ik moest en zou tekenen.
Toen ik na de middelbare school dan ook zei, dat ik naar de kunstacademie wilde, vonden mijn ouders dat dan ook in het geheel niet vreemd. Wel zeiden ze: ,,Zou je niet de reclameafdeling doen? In de reclame kan je tenminste je brood verdienen. Als kunstenaar moet je nog maar zien wat er van komt.’’
Maar het was begin jaren zeventig. ‘In de reclame gaan’, dat zagen wij als een knieval voor het kapitalistisch systeem. Het was een linkse tijd. Dat deed je niet.

Hoe verging het je op de academie?
Toen ik op de academie voor het eerst modeltekenen kreeg, wist ik meteen: dit is het!
Er is voor mij niets boeiender dan de menselijke figuur. Ik vond ‘het buiten tekenen’ in de stad of in Diergaarde Blijdorp ook heel attractief, maar bij de lessen modeltekenen op vrijdag kon ik moeiteloos de hele dag door blijven gaan.
Ik weet het, ‘de mens’ is misschien het meest afgebeelde onderwerp in de beeldende kunst dat er is. Maar… die boeiende beweeglijke buitenkant van de mens is voor mij een ‘omhulling’ van een binnenkant, waar zich soms de meeste wonderlijke processen afspelen. Het is zaak dat ‘geheim’ op papier te krijgen.
Toch, na twee jaar Kunstacademie ben ik naar de sociale academie overgestapt. Ik had via kunstenaars als Käthe Kollwitz en Gerd Arntz onderzocht of ik via de kunst de maatschappij kon veranderen en ik zag daar geen mogelijkheden voor. Ik wilde meer maatschappelijk bezig zijn… En ik dacht dat ik als sociaal cultureel maatschappij werker meer zou kunnen bijdragen aan de broodnodige verandering van de maatschappij dan als kunstenaar.
Uiteindelijk ben ik toch weer naar de kunst teruggekeerd, want ook via het welzijnswerk bleek die maatschappij erg weerbarstig. Daar kwam nog bij dat ik me afvroeg of ik wel kon bepalen voor anderen waar het dan heen moest... Maar sindsdien tracht ik ‘kunstzinnig’ en ‘sociaal’ te combineren. Ik noem mij nu cultureel ondernemer en doe zoveel mogelijk projecten in de maatschappij, o.a. met scholen.

Hoe zat dat met Galerie de Brieder?

Kort na mijn afstuderen op de sociale academie ben ik met anderen de Galerie de Brieder begonnen in Delfshaven, genoemd naar Joke de Brieder mijn toenmalige vriendin, een soort kunstenaarsgalerie.
De gemeente wilde toen in de Voorhaven in Delfshaven het (cultureel) toerisme bevorderen.
Er waren toen op een geven moment zeker zes galeries buiten de onze. Galerie Helene van Stralen, De lachende koe, Galerie Tussenwater en nog wat wisselende anderen. Alleen galerie Aelbrecht is daarvan overgebleven. Sinds kort is er gelukkig weer een ambitieuze bij gekomen, Artattack, waar ik al een paar keer heb geëxposeerd.
Wij moesten daar weg. De huur was hoog. Te hoog. Toentertijd 1000 gulden. Daar waren de inkomsten niet naar.

'Verder besteed ik veel aandacht aan Herman Hesse, die worstelde met zijn idealisme en in de tijd dat ik over dit soort dingen begon na te denken een grote inspiratie was in zijn boeken Siddharta en vooral de Steppenwolf'. Zie ook de dagboekpagina hieronder.We stonden op het punt om onze galerie op te heffen. Maar toen bood de toenmalige directeur van de RET, Kunst geheten – what’ s in a name -, aan dat wij gratis de ruimte mochten gebruiken in metrostation Oostplein en daar heeft de Galerie een succesvol bestaan geleid tot het jaar 2000. Toen kwam er een manager aan de macht bij de RET, die het maar niks vond dat wij daar gratis zaten en die werkte ons eruit. Hij dacht de ruimte lucratief te kunnen verhuren. Vandaag de dag is de ruimte nog steeds dichtgetimmerd en wordt voor opslag gebruikt.

Wat is ‘de ontmoeting’?
Gemeenschapsprojecten doe ik al een hele poos samen met Ron Blom en ook wel met andere kunstenaars onder de naam ‘de ontmoeting’.
Zo was er het project met daklozen ‘Havenzicht op stelten‘ en op diverse basisscholen het project ‘Wereldtulpen uit Rotterdam’, later ook in Den Haag en kort gelden op een islamitisch basisschool in Schiedam’.

Wat houdt je op dit moment bezig?

De expositie ‘Paulus, het sublieme en de hartstocht’ in het Pauluspand in Schiedam, Korte Haven 25. Een ode aan het idealisme (opening was zondagmiddag 9 november), samen met Marion van der Schelde en Ron Blom.
En vanaf zondagmiddag 23 november een solo in eetcafé De Steek in Kralingen, hoek Waterloostraat, Lusthofstraat, met als titel: ‘Reizen, Rotterdam en een enkele dame’.

Tenslotte dit. Je doet iets wat jammer genoeg nog maar weinig voorkomt bij beeldend kunstenaars: je houdt een Schildersdagboek bij.
Zou je ons daarvan een paar fragmenten, die je voor je handelen relevant vindt, willen laten zien?


Bij deze:

Schildersdagboek 2005 en 2014 - Willem van Hest

Rotterdam, 2 maart 2005
Superwinters weer opeens - het blijft maar sneeuwen - ik zit aan mijn tweede kopje koffie. Kwart voor 10. Straks hardlopen en dan weer naar de Annastraat, aan het werk. Drukke tijden zijn het voor me, maar wel goed. Naast twee onderwijsprojecten (allemaal betaald, gelukkig), ben ik ook bezig met een nieuw experiment rond mijn tweede atelier in Feijenoord. Daar ben ik nu echt aan het welzijnswerken. Samen ook met een opbouwwerkster en haar crew, de tos heet dat hier: thuis op straat. Vooral gericht op de kinderen uit de buurt op straat, maar ook op hun ouders.
Wij organiseren een feestje: open ateliers (wat doen die kunstenaars nou eigenlijk allemaal?), Turkse dansgroep, buitenlands eten en drinken, eigenlijk precies wat ik nu wil. Echt een ontmoeting tussen de kunst en de samenleving, de echte, die van de onderkant. Ook op de scholen werk ik met die kinderen. Het is druk, vaak, maar ik bereik mijn bestemming. En daar gaat het toch om.
Het is een bizarre omweg: in datzelfde mooie Feijenoord-atelier aan de Maas, vlakbij waar ik nu aan het werk ben, heb ik een jaar heel bewust het isolement van de kunst gezocht: alleen maar atelier - schilderen, dagboeken, hardlopen - kijken of het nou echt iets voor mij was. Maar dat kan dus niet voor mij, er moet een combinatie in zitten met de wereld om me heen.

Hongarije, op het terras van ons motel, 40 kilometer voor Boedapest. Donderdag 3 augustus ’05
Ik lees het laatste boek van Michel Houellebecq, in vertaling 'Mogelijkheid van een eiland', af en toe weer ronduit geniaal, en ik dacht net: ongetwijfeld is een van de gelukkigste perioden van mijn leven aangebroken. De persoonlijke en professionele aspecten van mijn leven lopen naadloos in elkaar over. En het gaat zijn eigen, maar o zo prachtige weg. J.J. Cale klinkt door deze vreemde Hongaarse nacht.

Passau, Pension Vicus. Zaterdag 5 augustus. bijna 3 uur ’s ochtends
Michel Houellebecq is weer ongelofelijk interessant; het gaat over de liefde, over de huid en de aanraking, de vrouw en de hond, onze maatschappij, de verre toekomst, over de dood en de onsterfelijkheid.
'Niets evenaart de zoetheid van de slaap wanneer die plaatsvindt in aanwezigheid van het wezen dat je liefhebt.' En: 'Ze had gelijk: ik ben een hulpbehoevend, ernstig ziek klein kind dat niet kan leven. Ik kan de meedogenloosheid van de wereld niet aanvaarden.’
Op de academie wilde bijna niemand iets met de wereld te maken hebben. Maar ik kon hem niet loslaten. Ik moest me ermee bemoeien.

Rotterdam, Annastraat, dinsdag 14 oktober 2014
Samen met Marión van der Schelde en Ron Blom maak ik een tentoonstelling in Schiedam,´Paulus, het sublieme & de hartstocht’.
Ik heb me laten inspireren door Paulus, die in de westerse wereld als eerste het toen absoluut revolutionaire idee verkondigde dat álle mensen gelijk zijn, slaven, overwonnen volkeren, vrouwen en mannen, alle rassen en geloven. Nog steeds een opvatting waar een groot deel van de wereld het niet mee eens is of alleen maar zégt het daar mee eens te zijn.
Voor mij is daarmee de expositie een ode aan het idealisme geworden. Paulus heb ik afgebeeld n.a.v. een laat middeleeuws beeld dat ik van de zomer tegenkwam in Polen. De actuele christelijke versie is de nieuwe bewonderenswaardige paus. Eindelijk weer eens een paus die het bewonderen waard is.
Verder besteed ik veel aandacht aan Herman Hesse, die worstelde met zijn idealisme en in de tijd dat ik over dit soort dingen begon na te denken een grote inspiratie was, in zijn boeken Siddharta en vooral de Steppenwolf. En ik heb een vrouw afgebeeld met twee van haar werken die ik op de kunstacademie ontdekte als een sterk maatschappelijk betrokken kunstenaar: Käthe Kollwitz. De vrouw van de arts die tussen de wereldoorlogen koos voor een armoedig bestaan in een achterbuurt van Berlijn.
Zij zag kinderen sterven van de honger, onbeschrijfelijke ellende van alle tijden. Daar gaat haar fantastische werk over, bijna uitsluitend. Dood, ellende, peilloos verdriet, berusting meestal en af en toe wanhopig verzet.

Ik heb ideeën voor nog veel meer werk.


Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.