Nostalgie over Nederlandse tankvaart

21 mei 2015 door Hans Roodenburg
Nostalgie over Nederlandse tankvaart

In 1955 had Nederland nog grote tankvaartrederijen als Shell, Esso, Caltex, en Chevron.

Ook vele mensen uit de regio Rotterdam hebben daarop gevaren, soms als ketelbinkie begonnen en als kapitein geëindigd.

Inmiddels is die situatie enorm veranderd.

Volgens voorzitter Cees de Keijzer van WSS Rotterdam Branch, een club van maritieme liefhebbers met meer dan 300 leden, ligt dat aan de opkomst van de ’flags of convenience’, de fiscaal aantrekkelijke en van verdere gemakken voorziene vlaggen.

‘Single ship’
Een andere zaak is, zo schrijft hij in het blad Rotterdam Branch Magazine, het aansprakelijkheidsregime voor rederijen met meerdere schepen. ,,Dat heeft geleid tot schimmig geconstrueerde ‘single ship companies’ en, last but not least, het incharteren van tonnage door de ladingbelanghebbenden.’’
Dat kan per reis, per jaar of gedurende andere periodes voordelen opleveren. Er hoeft niet geïnvesteerd worden in tonnage, de oliesectoren hoeven niet meer te ‘berederen’ en zij kunnen na verloop van tijd (einde contract) tonnage afstoten. Sommige kostennadelen kunnen ontstaan bij prijsfluctuaties van de charters.
Maar het meeste indruk maken zijn ranglijsten van eind 1955 in vergelijking met 2015. Was er in 1955 nog sprake van een rangschikking per land, thans is dat alleen maar per tankerrederij waarbij het land van herkomst op de tweede plaats komt.
 

 VLCC staat voor ‘very large crude carrier’. Mammoettankers dus. Hier een foto vanaf de brug van de KOKKARI. Foto’s: WSS Rotterdam BranchVreemde vlag
Er is geen basis meer om een nationaliteit-srangschikking aan te gaan omdat men gebruik maakt van vreemde vlag. Van origine Japanse, Griekse en Noorse tankerrederijen doen dat zonder scrupules. Zelfs Russische aan de staat gerelateerde scheepvaart-maatschappijen.
In de tabel uit eind 1955 staat Nederland als tankernatie nog op een eervolle achtste plaats. In de top 30 van tankerowners komt ons land al helemaal niet meer voor. België in 1955 niet, maar met Euronav (12,1 miljoen dwt) op een eervolle vierde plaats, nu wel.
De laatste Nederlandse Shell-tanker – de oliemaatschappij had zelfs nog een eigen rederij in Rotterdam aan het Hofplein – is begin 1998 uitgevlagd. Ons land telt nu nog een handjevol tankerrederijen met kleinere eenheden. Alleen Vroon (uit het Zeeuwse Breskens) heeft nog vier productentankers onder Nederlandse vlag van enige omvang.

Ranglijst
Als we dan toch een ranglijst naar nationaliteit willen maken over de top 30 tankereigenaren dan komen Griekenland, Japan en China op de eerste drie plaatsen. Vele van deze schepen varen ook onder goedkope vlag.
In het verleden hadden vrijwel alle grote oliemaatschappijen hun eigen tankervloot. ,,Na enkele desastreuze ongelukken, met grote olievervuiling en claims tot gevolg is daar verandering in gekomen,’’ schrijft De Keijzer. ,,Eigen vloten werden af gestoten en men vervoerde niet langer zelf, maar liet vervoeren.’’
Eigenlijk de enige oliemaatschappij die nog over een flinke eigen vloot beschikt is het Britse BP, ondanks het feit dat zij na Shell en Vitol (daar zit ook nog Rotterdamse oorsprong achter, namelijk de Viëtors!) derde staat in de top 10 van charteraars. De laatste zijn in feite huurders van schepen en mochten er grote claims komen dan wordt het veel ingewikkelder om de oliemaatschappijen nog aansprakelijk te stellen.

De schaalvergroting in de tankervaart heeft natuurlijk ook het totale draagvermogen (in dwt) van de wereldtankervloot op zijn kop gezet en staat in geen vergelijk met die uit 1955.

 

 

 Links de (7e) petroleumhaven met enkele tankers. Rechts de KATELYSIA een tanker van Shell uit 1954.

 

 

 

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.