Oliestroom groeit maar terminal afgelast

20 juli 2015 door Hans Roodenburg
Oliestroom groeit maar terminal afgelast
Hoe valt het te rijmen dat aan de ene kant het Havenbedrijf Rotterdam over het eerste halfjaar een groei liet zien van 29,7 procent in de minerale olieproducten en aan de andere kant een grote investering van de Russische Summa Group in de nieuwe Rotterdamse olieterminal Shtandart niet doorgaat?
De redenen zijn van geopolitieke aard. Dat heeft ook alles te maken met het neerhalen van de gecombineerde Nederland-Maleisische vlucht MH17.



Straf
Voor de Europese Unie en vooral de Verenigde Staten was dat een belangrijke reden om Rusland te straffen met economische sancties waarop de Russen weer tegenmaatregelen namen tegen Europese landen. Ruwe olie en olieproducten – voornamelijk vanuit Rusland richting Rotterdam – zijn daarvan uitgesloten. Het hemd is nader dan de rok. Ze leveren Rusland een behoorlijke inkomstenpost op. Misschien zelfs essentieel voor de export van het land en het naar fossiele brandstoffen verlangende westen dat zijn grenzen voor deze import van ruwe olie en olieproducten niet gauw zal sluiten.
Voor de Russische investeerder, de Summa Group, geven deze politieke overwegingen een groot gevoel van onzekerheid of zijn in Rotterdam beoogde tankerterminal Shtandart op termijn wel rendabel kan zijn. Niemand, de Russische groep niet en het Havenbedrijf Rotterdam niet, zal snel erkennen dat de veranderde politieke situatie de oorzaak is dat het met veel bombarie ondertekende contract – mede door premier Rutte in Moskou – naar de prullenbak is verwezen.

Overdracht
Eind 2010 kwamen de eerste (positieve) intenties van de Russische investeerder in de publiciteit. Begin 2013 – nog ver voor het dramatisch neerhalen van vlucht MH17 – droeg het Havenbedrijf het terrein in de Europoort West bouwrijp over aan Shtandart. Begin dit jaar waren alle bouw- en milieuvergunningen afgegeven die nodig zijn voor het operationeel in werking laten treden van de terminal. De bouw daarvan is overigens nooit daadwerkelijk tot stand gekomen.

De overdracht van de grond was een belangrijke mijlpaal voor de realisatie van de tankterminal voor met name ruwe olie van het oeral-type en olieproducten. Foto: Port of RotterdamRotterdam zou er baat bij hebben gehad en verzekerd zijn van de komst van grote hoeveelheden ruwe olie en olieproducten uit Rusland omdat de terminal van Russische afkomst uiteraard een pre zou krijgen van de Russische autoriteiten in de export. Summa zou 200 miljoen euro investeren in de terminal en het Havenbedrijf zou ongeveer ruim 700 miljoen aan havengelden in de komende dertig jaar krijgen.
Sommige media spreken van een strop. Maar dat is maar de vraag. Ten eerste is potentieel omzetverlies op één activiteit nog geen strop. Het hangt er voor een groot deel van af of daarvoor iets anders wordt teruggevonden. Het Havenbedrijf Rotterdam meent van wel. Gelet op de dynamiek in de mondiale sector, inclusief die in Rusland, en de ontwikkelingen in de overslag van olieproducten in Rotterdam, is het (zo staat letterlijk in het persbericht) mogelijk het terminalconcept met een andere partij te ontwikkelen.

Kansen
Het doet ons een beetje denken aan ‘grote kansen op orders’ in de Rotterdamse scheepsbouw in de jaren ’70 waarop toentertijd vele regionale kranten tamboereerden in de door malaise getroffen bedrijfstak en die orders zijn vrijwel alle nooit doorgegaan. Met Shtandart was Rotterdam een al stuk verder.
Maar het bleef tot de realisatie en de inwerkingtreding van de terminal een ‘vogel in de lucht’, Nog niet in de hand. Onduidelijk is hoeveel van de inmiddels gemaakte kosten door de Summa Group zijn vergoed.
Als het Havenbedrijf alternatieven vindt, waarover het optimistisch is, is er waarschijnlijk heel weinig aan de hand. Vergelijkbaar als een supermarkt minder omzet maakt op het ene product, maar op het andere méér verkoopt. Dat ligt allemaal in het verschiet van de toekomst. Om het concreet vorm te geven, pas als er geen vervangende investering of havengelden komen kan worden gesproken over een grote tegenvaller voor de Rotterdamse haven.

Groei
De invoer in Rotterdam van ruwe olie uit Rusland is in tien jaar gegroeid naar 30 procent van het totaal. Van de forse toename in minerale olieproducten heeft een groot deel betrekking op Russische stookolie die via de haven naar het Verre Oosten wordt verscheept. Het Havenbedrijf is ervan overtuigd dat de oliestromen uit Rusland nog wel even zullen doorgaan.
In het eerste halfjaar van 2015 is de totale goederenoverslag in de haven met 6,8 procent toegenomen naar ruim 236 miljoen ton. De groei komt vrijwel geheel op het conto van de overslag van olieproducten die met 29,7 procent groeiden.
Opvallend is de groei met ruim 100 procent van LNG (vloeibaar gemaakt aardgas) naar de nieuwe Gate Terminal van Vopak en Gasunie op de Maasvlakte.

Op de plaats waar Shtandart zich zou vestigen, zou mogelijk eerst een andere LNG-terminal komen. Dat ging niet door. Maar gezien de geopolitieke veranderingen op de wereldwijde markt van minerale brandstoffen komt deze investering wellicht weer aan de orde. Goed voor de Rotterdamse haven, goed voor het milieu en daardoor misschien iets minder afhankelijk van het Rusland van Poetin?

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.