Rotterdam slachtoffer luchtaanvallen

17 augustus 2015 door Geert-Jan Laan
Rotterdam slachtoffer luchtaanvallen

 

Op maandagmorgen 6 oktober 1941 schreef de tot kort daarvoor in Rotterdam woonachtige en werkzame Jan Hendrik Ottevangers een brief aan zijn kinderen. Hij schreef: ,,Onze goede stad Rotterdam is jongstleden vrijdagnacht wederom het slachtoffer geweest van een bomaanval zoals er sedert de grote ramp verleden jaar nog geen heeft plaatsgehad.”

 


Zij hadden gewoond in het pand Claes de Vrieselaan 21. Uit vrees voor nieuwe luchtaanvallen na het Duitse bombardement van 14 mei 1940 waren zij verhuisd naar Wassenaar. Het pand aan de Claes de Vrieselaan was nog steeds hun eigendom en verhuurd aan de familie Riede.

Beschadigd
Die familie belde op zaterdagmorgen met Ottevangers in Wassenaar om te vertellen dat zij naar een schuilkelder waren gevlucht maar dat het huis aan de Claes de Vrieselaan zwaar was beschadigd.
 

 Het bombardement van de geallieerden op 3 oktober 1941 (50 doden, 57 gewonden) en de houding van de Nederlandse regering was voor de Londense minister Steenberghe (en Welter) aanleiding om uit protest hiertegen direct af te treden.Ze hebben geluk gehad. Ottevangers verwoordt het zo: ,,Jullie zullen ongetwijfeld met ons God danken dat Hij ons daarvoor heeft gespaard en ons tijdig hierheen heeft gebracht.”
Ottevangers, die overigens kort daarna ook Wassenaar moest verlaten vanwege de bouw van de Duitse Atlantikwall, schrijft nog dat het aantal doden en gewonden enorm moet zijn.
Dat laatste viel overigens (relatief) nog mee. Na 14 mei 1940 voerden geallieerden (eerst Britten, later ook Amerikanen) 120 luchtaanvallen uit op Rotterdam. De bedoeling was vooral haven- en scheepsbouw te treffen, maar vanaf grote hoogte werden ook 60 keer Rotterdamse woonwijken getroffen. In die beginfase gebruikten vooral de Britten, maar ook later de Amerikanen, doelen als Vlissingen, IJmuiden en Rotterdam als oefengrond voor jonge onervaren piloten.
De afstand heen en terug was te overzien en de Duitse luchtverdediging was minder sterk.

Vergeten
Ik vat deze nieuwe aanslagen op de toch al zwaar geteisterde Rotterdamse bevolking maar samen onder het begrip: Vergeten bombardementen. Tot zowel de geallieerden, als de Nederlandse regering in Londen drong het besef maar langzaam door dat de Rotterdamse bevolking opnieuw in de hoek zat waar de klappen vielen.
Zowel na het eerste zeer onnauwkeurige bombardement (van maar liefst 11.000 meter hoogte) door slechts een Brits Vliegend Fort op 4 september 1940, waarbij vooral in Rotterdam-West in de omgeving van de Hooijdrift 23 doden en 67 gewonden vielen.
Na het bombardement van 3 oktober 1941 adviseerde de Nederlandse regering in Londen Rotterdammers die in de omgeving van havengebieden of rangeerterreinen woonden, maar te verhuizen naar veiliger gebieden. Daarmee kreeg de RAF een soort vrijbrief – in tegenstelling tot eerdere richtlijnen – ook Duitse doelen aan te vallen als die in of vlakbij grote bevolkingsconcentraties waren gelegen.

Protest
Het bombardement van 3 oktober 1941 (50 doden, 57 gewonden) en de houding van de Nederlandse regering was voor de Londense ministers Steenberghe en Welter aanleiding om uit protest hiertegen direct af te treden. Dat bombardement trof behalve het gebied Claes de Vrieslaan, Heemraadsingel, Mathenesserlaan en Snellinckstraat ook enkele woonwijken in Rotterdam-Zuid.
In hun propaganda en de berichtgeving in de gelijkgeschakelde Nederlandse kranten overdreven de Duitsers het aantal slachtoffers van de Britse bombardementen. Zo werd aanvankelijk beweerd dat bij het bombardement op het Rotterdamse gemeentelijk bejaardenhuis aan de Oostervantstraat alle 536 bewoners zouden zijn omgekomen. Bij de begrafenis enkele dagen later bleken dat er ‘slechts’ 8 te zijn geweest.
Het bombardement van 3 oktober 1941 viel net voor de benoeming van de nieuwe NSB-burgemeester Muller van Rotterdam. Burgemeester Oud was al onder druk teruggetreden. Hij was al door enkele NSB’ers gedwongen geportretteerd met een jodenster op zijn buik. Zowel justitie als de politie kon hem niet meer beschermen.

 

 

 Waarnemend burgemeester van Rotterdam in 1941 was wethouder De Zeeuw. Een overtuigde sociaal democraat die niets van het nationaal socialisme wilde weten. Na enkele venijnige uitspraken waren zijn dagen als wethouder snel geteld.De Zeeuw
Waarnemend burgemeester was de locoburgemeester wethouder De Zeeuw. Een overtuigde sociaal democraat die niets van het nationaal socialisme wilde weten. Na enkele toespraken van Duitse autoriteiten, die natuurlijk spraken van de ‘misdadige Britse bombardementen’ nam hij het woord om de nieuwe NSB-burgemeester te installeren. Het was 10 oktober 1941.
De Zeeuw begon zijn rede door terug te grijpen op het feit hoe hij, precies drie jaar geleden, in oktober 1938 dezelfde taak had vervuld bij de installatie van burgemeester mr. P.J. Oud: ,,Wat is er niet veranderd? Dat per 1 september 1941 het op democratische wijze georganiseerd gemeentebestuur vervangen is door een bestuur op basis van het nationaal-socialistische leidersbeginsel. Deze veranderingen zijn zo fundamenteel van aard dat de installatie van een burgemeester thans alleen nog maar in schijn dezelfde handeling is als toen.”

De Zeeuw hekelde ook het gebrek aan samenwerking met de gemeenteraad en dat de nieuwe burgemeester naar eigen inzicht adviseurs en deskundigen konden benoemen. Hij onderstreepte dat aan het slot van de bijeenkomst door de nieuwe burgemeester niet zelf de ambtsketen om te hangen, maar dat nadrukkelijk aan een bode over te laten. De toespraak van De Zeeuw werd illegaal gedrukt en verspreid. Hij kreeg tientallen brieven en steunbetuigingen. Zijn dagen als wethouder waren natuurlijk ook geteld.

(Ik heb bij de samenstelling van dit verhaal uitgebreid gebruik gemaakt van het boek ‘Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog’ van archiefmedewerker J.L. Van der Pauw. Naar mijn mening hét standaardwerk over de gebeurtenissen in Rotterdam in die periode. GJL)

(Wordt vervolgd)

 

 

 

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.