Bijbels kippenhok

29 augustus 2015 door Jim Postma
Samen met mijn twee aangenomen zussen, Roos en Nel, begonnen wij ooit met het bouwen van een klein paradijsje hier op aarde. Waaronder een kippenhok. Zij waren er jaren geleden reeds mee begonnen. Ergens in Zeeland, midden in de vrije natuur.

In paradijsje De Poort waren talloze ‘vogels’ van allerlei pluimage, goudvissen, paarden (van de buren), bijen, vlinders, kippen, een hond en een kat en zelfs nachtelijke vleermuizen. Dit alles omgeven door talrijk bloemenpracht en een woud aan torenhoge donkergroene coniferen. Ja, hier wilden wij graag oud worden. Totdat het menselijke noodlot toesloeg.
Nel kreeg plots op haar 65e levensjaar agressieve kanker en was reeds na drie maanden verdwenen uit ons geheime paradijsje. Een jaar later gevolgd door Roos. Zij kon het zonder ‘haar’ Nel niet meer redden. Te veel emoties en veel te veel herinneringen.


Zo kreeg ik, of ik het wilde of niet, nieuwe buren. Een jong gezin met twee kinderen, keurig nette kerkelijke mensen.
Ineens begonnen mijn buren, zonder enig overleg, het gaas weg te knippen van een klein gedeelte van mijn oude kippenhok. Dit zat aan hun kant van de tuin. Hun goed recht. Mijn klomp brak echter toen ik hoorde dat zij het hok reeds hadden weggeschonken aan een buurvrouw. ,,Oh, daar weet ik niets van,’’ was mijn nog ingetogen reactie. ,,Maar het kippenhok staat toch voor de helft op ons terrein,’’ sprak zij haast triomfantelijk.

Ik wilde zeggen: ,,Nou, dan wordt dit een zaak voor de Rijdende Rechter.’’ In plaats daarvan zei ik theatraal: ,,Dan zaag ik het kippenhok dus door midden!’’ Daar had mijn nieuwe buur even niet van terug. Totdat zij verrast met duidelijk bijbelse kennis zei: ,,Oh, een Salomons oordeel.’’

,,Juist,’’ glimlachte ik van oor tot oor. Dit verbaasde haar nog meer, omdat zij al vroeg begrepen had dat ‘de kroeg mijn kerk’ was en beslist niet omgekeerd. Ietwat onzeker sprak zij nu: ,,Dan ga ik daar de Geschriften nog eens op teruglezen.’’
,,Dat hoeft niet, ik zal het u vertellen,’’ antwoordde ik. En zo vertelde ik haar, in eierdop-formaat, hoe koning Salomo twee moeders voor zich kreeg. Allebei claimden zij moeder te zijn van een kind. Daarop beval Salomo het kind doormidden te hakken, waarop de ware moeder zei: ,,Nee, nee, alstublieft niet, geef mijn kind dan maar aan die vrouw.’’

Waarop mijn nieuwe buurvrouw, die met open mond had geluisterd, met schuldgevoel sprak: ,,Maar in dat geval buurman, is het kippenhok toch van u.’’

Hierop kraaide, in de verte, triomfantelijk een haan.

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.