Marokkanen en Turken zoeken vaak ‘eigen kring’

21 december 2015 door Hans Roodenburg
Marokkanen en Turken zoeken vaak ‘eigen kring’
De grote gemeenschap in Rotterdam van Turkse en Marokkaanse Nederlanders (samen bijna 90.000 inwoners) is deels op eigen afkomst en herkomstland (vaak van hun ouders) georiënteerd.
Dat blijk uit een landelijk rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dat heeft afgelopen week veel aandacht gekregen in de Nederlandse media vanwege de over het algemeen heersende aversie tegen de Islamitische Staat (IS).


Geen begrip
Het merendeel van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders (meer dan 90- procent) heeft géén begrip voor uitreizigers en religieus geweld. Als dat gebeurt op grond van hun geloof dan is er een groter begrip onder de Turkse en Marokkaanse jongeren. Van de Turks-Nederlandse jongeren is er één op de zeven die dat heeft en van de Marokkaans-Nederlandse jeugd één op de negen.
Maar de belangrijkste conclusie, die ook voor Rotterdam geldt, is dat 20 procent van de Turkse en 15 procent van de Marokkaanse Nederlanders vooral contacten heeft in eigen kring en dat ongeveer de helft van hen zich overwegend Turks of Marokkaans voelt. Men voelt zich geen of slechts in geringe mate Nederlander.
Wel heeft dit deel (de helft van het totaal dus) frequent sociaal contact met autochtone Nederlanders maar daarover denkt men relatief vaak negatief. Zij vindt voorts dat de autochtonen in het algemeen niet positief staan ten aanzien van migrantengroepen. Aan het gevoelen van mensen valt uiteraard weinig te veranderen. Dat zijn langdurige processen in de samenleving als geheel.

De belangrijkste conclusie in het SCP-rapport is dat 20 procent van de Turkse en 15 procent van de Marokkaanse Nederlanders vooral contacten heeft in eigen kring.Uitsluiting
Overigens ook onder de jongeren heeft de overgrote meerderheid geen begrip voor IS en religieus geïnspireerd geweld. Zij hebben echter wel meer begrip dan oudere herkomstgenoten. Onder de jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf leeft wél een sterk en breed gedeeld gevoel van uitsluiting. Jongeren voelen zich apart gezet: ze worden niet als individuele burger gezien, maar alleen als lid van een migrantengroep en als moslim.
Maar in het ellenlange rapport staan ook passages waarmee de ware Rotterdammers uit de voeten kunnen. ,,Als ik naar Turkije ga,’’ zei een jonge multiculturele vrouw uit Rotterdam, dan begin ik mij daar na twee weken te vervelen.’’ En toen zag zij in dat land opeens een Chinees, een Surinamer en iemand van Arabische afkomst. ,,Ik voelde mij daar thuis. Dus, ik kan meer zeggen dat ik mij gewoon een Rotterdammer voel. Meer ‘multiculturaliteit’. En het belangrijkste natuurlijk: mijn geloof, de islam.’’
De studie van het SCP gaat voorts uitgebreid in op de verbondenheid met Nederland. Alle jongeren voelen zich in meer of mindere mate verbonden met Nederland.

Mix
Eentje zei letterlijk: ik ben Turk en Nederlander. ,,Mijn ouders zijn uit Turkije gekomen. Ik ben hier geboren. Ik praat Turks met mijn ouders, ook met vrienden. Maar ik ben ook Nederlander. Ik spreek Nederlands met mijn broertje. Ja eigenlijk zijn we echt een mix. We praten ook echt in een ‘mixtaal’. We beginnen zinnen in het Nederlands en dan maken we het af in het Turks of beginnen Turks en dan maken we het af in het Nederlands.’’
Een ander (een levitische vrouw) heeft een iets andere opvatting. ,,Als ik er zo bij stilsta, ben ik meer Turks als ik eerlijk moet zeggen, want ik eet meer Turks. Ik praat ook meer Turks. Ik ga ook meer met m’n eigen cultuur om.’’
Het lijken wel Nederlandse emigranten naar Australië, de Verenigde Staten en Canada. Dus voor degenen die pessimistisch blijven over de integratie in de toekomst, de kinderen van deze Turkse en Marokkaanse jongeren zullen zeker meer de nadruk gaan leggen op het Nederlanderschap zoals wij nu ook weten dat vele kinderen van emigranten tegenwoordig veel en veel meer Australisch, Amerikaans of Canadees zijn geworden. De ‘Hollandse’ afkomst is alleen een cultureel sentiment.

Onder de jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf leeft wél een sterk en breed gedeeld gevoel van uitsluiting.Pijn
De Turkse en Marokkaanse jongeren voelen zich nu in het algemeen nogal pijnlijk getroffen door bijvoorbeeld opmerkingen van vooraanstaande politici als premier Rutte en burgemeester Aboutaleb.
Rutte heeft een keer gezegd dat allochtonen jongeren zich moeten invechten op de arbeidsmarkt. Aboutaleb ging na de moordaanslag begin dit jaar in Parijs op Charlie Hebdo zelfs zover dat bepaalde Islamitische personen moeten ‘oprotten’. Een uitspraak waarvoor hij heel veel handen op elkaar heeft gekregen. Ook van redacteuren van deze site.
Echter veel Marokkaans-Nederlandse jongeren zien dat als een uiting van de burgemeester dat zij kennelijk nog niet tot de Nederlandse samenleving behoren. Zij vinden dat politici met dit soort harde uitspraken over de ruggen van hun groepen carrière proberen te maken.
Het is hen opgevallen dat je als politicus met een moslimachtergrond blijkbaar kunt scoren door je te distantiëren van je geloofsgenoten. Aboutaleb moet volgens hen ook de burgemeester zijn van alle inwoners van Rotterdam.

In de onafhankelijke media – zoals deze site – hebben ze totaal geen vertrouwen. Sterker nog, ze staan wantrouwend tegenover de Nederlandse media, de landelijke politiek en de politie. Dit alles draagt volgens hen (de jongeren dus!) bij aan het gevoel geen onderdeel te zijn van de Nederlandse samenleving.

Het SCP-rapport heet Werelden van verschil. Over de sociaal-culturele afstand en positie van migrantengroepen in Nederland. De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel of gratis te downloaden via de website van het SCP.

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.