'There is no business like oil business'
(Door gastauteur Cees de Keijzer)
De laatste tijd zijn in Rotterdam de ogen sterk gericht op het cruisegebeuren. Daar is niets mis mee, maar het mag wel eens benadrukt worden dat daar de haven niet van kan bestaan. Sterker nog, daar moeten tonnen aan geld bij. Olie en daaraan gerelateerde producten is een ander verhaal.
Dat zijn de (andere) tonnen waar de haven van Rotterdam op drijft en waarvan de ladingstroom goed is voor bijna de helft van het totaal. Daar is wel sprake van rendement in de investeringen met navenante inkomsten zoals onder meer zeehavengeld.
Heavy Fuel hub
Een van die stromen is Russische stookolie, waarvoor Rotterdam zich in toenemende mate ontwikkelt als Heavy Fuel hub voor de Far East. Vorig jaar werden 51 VLCC's (Very Large Crude Carriers) beladen met HFO (Heavy Fuel Oil), nagenoeg één supertanker per week, waarvan de overgrote meerderheid bestemd was voor Singapore.
Dit jaar vertrok al in week 20, op de dag dat de KONINGSDAM werd gedoopt, de 25ste met stookolie beladen VLCC naar het Verre Oosten (zie de lijst onder dit artikel). Zonder feestelijk vertoon, maar wel met beduidend meer financieel gewicht in de havenschaal.
Die 25ste was de mammoettanker NAVE NEUTRINO, waarvoor de Steder Group als agent optrad, en als dat zo door blijft gaan zal in 2016 zo'n 17 miljoen ton zware stookolie naar het verre oosten geëxporteerd worden.
Overigens kwam VLCC nummer 26, de FRONT ENERGY, binnen toen de afvarende KONINGSDAM naar buiten voer op weg naar Amsterdam.
Uitgaand geulgebonden
Singapore is veruit de grootste bunkerhaven waar in 2015 niet minder dan 45,2 miljoen ton aan de scheepvaart werd geleverd (ter vergelijk: Rotterdam 12,4 M). Mede vanwege de grote vraag in dat gebied is het prijsverschil zodanig dat het lucratief is om stookolie via Rotterdam te importeren.
Met name door het aanbod van veel Russische stookolie is de prijs laag en Rotterdam vaart daar wel bij in drievoud. Het komt hier eerst naar toe als lading met kleinere tankers (vanwege de beperktere diepgang in de Deense wateren), wordt daarna opgeslagen in tanks aan de wal of direct STS (Ship to Ship) overgeslagen, en gaat er dan vervolgens weer uit en via Kaap de Goede Hoop naar Singapore.
Deze VLCC's moeten via de Eurogeul en kunnen vanwege een krappere tijpoort minder diep afladen dan een inkomende geuler. Die komen op de tijgolfbeweging van hoog water naar binnen en mogen maximaal 22m55 diep steken. Uitgaande geulers moeten juist tegen die beweging in, wat minder tijd toelaat, en steken daarom minimaal een meter minder diep.
Prijsverschillen
Stookolieprijzen fluctueren dagelijks en als er in Singapore bijvoorbeeld een raffinaderij een tijdje in onderhoud gaat, komt er minder stookolie op de markt en stijgt de prijs, maar meestal is de prijs van HFO in Singapore zo'n 10 tot 30 US$ hoger dan in Rotterdam. De prijs in St. Petersburg daarentegen is beduidend lager (soms wel $100 per ton) en dan is export lucratieve business, zeker met partijen van circa 270.000 ton die in één keer per VLCC verscheept worden.
Stel dat er na alle kosten voor transport, op specificatie blenden met cutterstocks, op- en overslag, netto $10 per ton overblijft, dan wordt met één reis in circa zes weken $2,7 miljoen verdiend, wat in de praktijk nog enkele factoren meer zal zijn.
Naast de grote HFO exporteurs via Rotterdam zoals Litasco, Vitol, Gunvor en RWE wordt deze handel in vloeibaar goud ook bedreven door majors als BP, Shell, ExxonMobil en Total. Handelshuizen als Koch, Glencore, Trafigura, Cargill, Chemoil en SK Energy zijn eveneens actief in deze markt.
Bedrijvigheid voor Rotterdam
Dankzij de Eurogeul, goed geoutilleerde ligplaatsen in het Calandkanaal, maar ook de opslagfaciliteiten bij met name Vopak en ETT, is Rotterdam attractief als Heavy Fuel hub. De doelstelling van het Havenbedrijf is – simpelweg gezegd – 'het bevorderen van de bedrijvigheid' en deze activiteiten zijn daar een mooi voorbeeld van.
Ook dienstverleners als loodswezen, sleepdiensten en roeiers varen er wel bij. De lading voor een supertanker bestaat doorgaans uit vier partijen die op verschillende ligplaatsen worden geladen. Zo worden de circa 333 meter lange VLCC's soms wel vier keer verhaald en gaat het van bijvoorbeeld Vopak in de 7de Pet naar de Palen 80 voor STS, vandaar naar ETT en tenslotte naar de Palen 84 voor opnieuw boord/boord overslag.
De dagwaarde van zo'n lading voor verkoop in Singapore bedraagt al gauw $60 miljoen (prijspeil medio mei) en verzekeringen en financiers spinnen er goed garen bij. Wie er letterlijk en figuurlijk wel bij varen zijn de tankereigenaren en, onder verwijzing naar het overzicht van de verschepingen, niet in het minst een aantal Griekse reders.
Zo is de NAVE NEUTRINO verhuurd voor een dagprijs van $40.500 tot september 2017. Of de wereldeconomie nu wel of niet wordt bepaald door olie blijft een discussiepunt, maar hoe dan ook blijft onverminderd gelden: 'There is no business like oil business'.
Tekst: Cees de Keijzer van www.wssrotterdam.nl. Fotografie: Cees van Noort.
De lijst van met stookolie beladen VLCC's die dit jaar van Rotterdam naar het Verre Oosten vertrokken: