De Jeltysjevs

29 maart 2019 door Kees Versteeg
De Jeltysjevs

Sinds tijden weer eens een roman gelezen. De laatste was alweer twee jaar terug: De scharlaken stad van Hella Haase. Een schrijfster voor wie ik een zwak heb, niet in de laatste plaats door haar onafzienbare werkdrift en eruditie. In De scharlaken stad beschrijft ze ‘Il Sacco di Roma’in 1527. De Plundering van Rome door keizerlijke troepen met duizenden doden tot gevolg. Het bloed kleurde de stad scharlakenrood - dat is ook de mantelkleur van kardinalen.

Maar niets van dit soort vondsten in De Jeltysjevs van Roman Sentsjin, een roman uitgegeven door Douane in de serie De Zwarte Berk. Daarin verschijnt werkvan jonge Russische schrijvers. Roman Sentsjin is geboren in 1975.

Het verhaal van De Jeltysjevs speelt aan het begin van deze eeuw, als Vladimir Poetin net de macht heeft overgenomen van dronkenlap-president Boris Jeltsin. Bewakingsbeambte Nikolaj Michajlovytsj Jeltysjev wordt na een stommiteit op zijn werk ontslagen en moet ook zijn bedrijfswoning uit. Samen met zijn vrouw Valentina Viktorovna, die haar baan als bibliothecaresse opgeeft, en hun oudste zoon Artjom verhuizen ze naar Moeranovo, een dorpje op het platteland. Het is het geboortedorp van Valentina en haar tante Tatjana neemt de familie in huis. Jongste zoon Denis zit ondertussen een straf van vijf jaar uit in de gevangenis wegens zware mishandeling.

Ver van het stadse leven dat ze gewend zijn, uit nood neergestreken op het platteland, zet de neergang onverbiddelijk door. Het huis is veel te klein en vervallen, het erf een rommelig zooitje, het geld een constante zorg, de auto – een Moskvitsj 21 – rammelt aan alle kanten en de familie zit op elkaars lip. De buren zijn schooiers, zatlappen en oude vrouwtjes die mijmerend op de veranda zitten. Valentina is lang niet in haar geboortedorp geweest, en er totaal vervreemd van geraakt. De school waarop ze als kind zat, heeft haar geen werk te bieden. Er is sowieso geen werk in het dorp. Nikolaj zet noodgedwongen wat normen en waarden opzij en vindt een illegale inkomstenbron: hij gaat aan huis spiritus verkopen aan het leger zuiplappen in het dorp. Het eten komt uit de opgeknapte moestuin. Hele voorraden voedsel worden ingemaakt om daarmee de strenge winter door te komen.

Op een dag verdwijnt tante Tatjana. Pas na lange tijd wordt ze teruggevonden in een kelder van een verkrot huis verderop in de straat. Het is onduidelijk hoe ze daar is gestorven. Maar de politie zoekt het niet uit. Ze was levensmoe, dat is wel zeker. Er zijn meer dubieuze sterfgevallen. Een buurman bezwijkt aan de spiritus. Nikolaj slaat een andere buurman die hem heeft opgelicht door geen benzinekettingzaag te leveren, dood in het bos. Ook dat leidt niet tot een serieus politieonderzoek. Zijn zoon Artjom is apathisch en lui, en laat zich heel naïef strikken in een huwelijk met Valja die zegt zwanger te zijn van hem. Men fluistert dat alle jongens in het dorp al over haar heen zijn geweest. Al snel na de geboorte van zijn zoon verlaat Artjom zijn vrouw. Zijn nieuwe leven in de stad mislukt. Als hij voor de zoveelste keer bij zijn vader geld komt bedelen, slaat Nikolaj hem per ongeluk dood, maar officieel wordt vastgesteld dat Artjom door een val om het leven is gekomen.

Boze schoondochter Valja weigert de grootouders verdere omgang met kleinkind Rodik. Ze wil wel geld zien. Valentina krijgt suikerziekte. Dorpscriminelen – de vroegere vrienden van Artjom – breken bij ze in als ze in het ziekenhuis zijn en roven spiritus en spaargeld. Zoon Denis wordt als hij eindelijk is vrijgekomen en in het dorp belandt, in een mum van tijd na aankomst dood aangetroffen op straat met een stalen pin in zijn borst. Nikolaj schreeuwt dat hij weet wie Denis heeft omgebracht, maar een rechercheur dreigt ‘ook andere zaken’ te gaan onderzoeken als Nikolaj in zijn aanklacht volhardt. Dat toch maar niet. Nikolaj sterft niet lang daarna aan oorsuizingen – of zoiets; geen sprake van dat er een obductie zou volgen. Valentina blijft alleen achter. Hoewel? Ze heeft nog een kleinkind. Ze besluit het kind op school op te zoeken. Maar Rodik kent haar niet en zegt dat hij Odion Petjoenin heet. Een gealarmeerde juf moet het kind wegsleuren bij Valentina. Ze zakt ineen bij het hek van het schoolplein. Alle kracht trekt uit haar lichaam weg. Slotzin van de roman: Er was niemand om haar te helpen.

Tot zover Midden-Siberië aan het begin van deze eeuw. Niet echt een oord waar je deze zomer met Corendon naartoe zou willen vliegen. Na het lezen van De Jeltysjevs vroeg ik me af of deze zwartgalligheid nu typisch Russisch is. Ik moest nog een keer aan Cor Vaandrager denken. Aan zijn uitspraak over zwervers ‘die als herfstbladeren over de kade voortwaaien’.

Onverschilligheid komt overal ter wereld voor, alleen de mate waarin en de details verschillen per land. Uitzichtloosheid regeert nog in een groot deel van de wereld. Het grootste deel van de wereld, vermoed ik. Maar het kleedt zich in elk land anders. Wat in Rusland een heel dorp aan de spiritus is, is hier in Rotterdam een wijk met veel drugs- en alcoholverslaafden.

Het decor verschilt: wat daar een rij halve krotwoningen is, zijn hier de nette gevels van de sociale woningbouw. Maar ook in deze stad zijn er genoeg mensen wier leven voortwaait als een herfstblad over de kade. Neem de som gerust op de proef, en vraag maar eens aan een ambtenaar van de sociale dienst wat er zich zoal in Rotterdamse huishoudens afspeelt. Of luister en kijk zelf om je heen. Laat je niet in de luren leggen door al die mooie gevels. Het verschil met Rusland is dat ze het daar zo goed opschrijven, en er een soort zwartgallig plezier aan beleven. En wij als lezers stiekem ook. Dat de wind nog maar lang over de steppe mag waaien. Ook ná Poetin.

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.