Een ketelbinkie in krantenland (27)

28 juli 2016 door Geert-Jan Laan
Een ketelbinkie in krantenland (27)
krabt Fot C Pluta cc

Als koppelbaasje begonnen

Geert-Jan vertelt: Aanvankelijk was ik van plan om deze aflevering van de ketelbinkieserie te wijden aan de toekomstperspectieven van de oude en de nieuwe media. Maar misschien moet ik toegeven dat ik het niet weet.

Wat ik wel weet is dat elke voorspelling, blozende of juist doemscenario's, al binnen enkele jaren toch anders blijken uit te pakken. In het voorjaar van het jaar 2000 was ik in Rio de Janeiro waar dagbladuitgevers uit de hele wereld congresseerden over de toekomst van papieren kranten. We werden toegesproken door de internetgoeroe Bill Gates. Hij zei: ,,Het spijt me dat ik dit op dit moment aan u moet meedelen. Maar over vijf jaar bestaat er in de hele wereld geen enkele papieren krant meer.’’

Dus vijf jaar later, in het jaar 2005, bleek deze voorspelling op drijfzand te zijn gefundeerd. Inderdaad. Er waren papieren kranten verdwenen, gefuseerd, van uiterlijk of qua inhoud veranderd. Maar ze bestonden nog wel en sommigen verdienden ook nog aardig een behoorlijke boterham.

In het Nederland, en dan vooral in het Rotterdam, van de jaren vijftig, waarin ik opgroeide, waren de kranten – net als de hele samenleving- volgens strikte scheidslijnen verzuild. Toen ik op 1 september 1963 in dienst trad van de sociaaldemocratische krant Het Vrije Volk was deze partijkrant van de PvdA met een dagelijkse oplage van 300.000 nog steeds de grootste krant van Nederland.

Met een oplage van ruim 100.000 was de editie Rotterdam de grootste van de ruim 40 dagelijkse edities waarin de zegeningen van de sociaaldemocratie tot in alle uithoeken – behalve Brabant en Limburg – van ons land werd gepredikt. In de ochtend was er nog het eveneens liberale Algemeen Dagblad maar dat stelde (nog) weinig voor. Voor de katholieke arbeiders verscheen de Volkskrant en voor de beter gesitueerden de Tijd en de Maasbode.

De liberalen hadden in Rotterdam de NRC en in Amsterdam het Algemeen Handelsblad. In Amsterdam zat ook het nog landelijk uitgegeven Het Parool dat nogal rechts inde PvdA stond. In de provincie regeerden de grote regionale kranten zoals het Nieuwsblad van het Noorden, de Leeuwarder Courant, de Provinciale Zwolse Courant, dagblad Tubantia, Dagblad van het Oosten, De Stem in Breda, het Nieuwsblad van het Zuiden in Tilburg, de Provinciale Zeeuwse Courant en zowel in Noord- als in Zuid-Limburg aparte katholiek gerichte dagbladen.

Het protestantse volksdeel had in Rotterdam De Rotterdammer (geen verslagen van voetbal op zondag) en landelijk het voormalige verzetsblad Trouw. De communisten lazen trouw De Waarheid. Die krant was direct na de bevrijding een van de grootste kranten van Nederland, maar toen de kadaverdiscipline van Stalin ook merkbaar werd bij de CPN was het snel gedaan met de koopman.

Mijn eigen ervaring begon met het bezorgen van kranten. Eerst het huis-aan-huisblad De Berg- en Blijpost. Ik was zo rond de 14 jaar en op mijn vrije woensdagmiddag bezorgde ik circa 6000 van deze kranten in elke brievenbus in de wijken Blijdorp en Bergpolder. Wij woonden precies op de grens (de Vlaggemanstraat) tussen het wat sjiekere Blijdorp en de meer op het Oude Noorden gerichte eenvoudiger wijk Bergpolder.

Bij het innen van de kersfooi kreeg ik mijn eerste, zeg maar sociologische les. Eenvoudig gezegd. Hoe rijker de wijk hoe schraler de fooien. Mijn broer die een tijdje het AD in Kralingen en Hillegersberg bezorgde kon dat van harte beamen. Na gedane arbeid kreeg ik aan het einde van elke woensdagmiddag het bedrag van zes hele guldens uitgekeerd. Al snel had ik drie jongere jongetjes aan het werk die al zeer tevreden elk een hele gulden incasseerden. Een kleine koppelbaas in de dop dus.

Mijn moeder prikte deze luchtballon genadeloos door. ,,Heb jij de krant vanmiddag wel bezorgd?” vroeg ze na de tweede week. ,,Ze zitten allemaal in de bus,’’ sprak ik iets te snel. Mijn moeder: ,,Hoe kom je dan aan zulke schone handen?” Ik hing. En stapte over op de dagelijkse bezorging van het nog als middagkrant verschijnende dagblad Trouw. Dat betekende veel fietsen. Per straat nooit meer dan twee of drie abonnees terwijl de collega's van het Rotterdams Nieuwsblad en Het Vrije Volk zo ongeveer huis aan huis konden opereren.

We moesten ook de week- of maandabonnementen contant afrekenen. Dat hield soms aardige fooitjes in en in die zin onderscheidde het protestantse deel van de Rotterdamse bevolking zich in mijn ogen in gunstige zin. Na ongeveer een half jaar had ik de helft van de kosten van een tweede handsracefiets bij elkaar. Dat was de voorwaarde van mijn vader om de laatste helft erbij te leggen. En was dit deel van mijn kranten loopbaan voorbij. Niet in de laatste plaats omdat ik verkering kreeg met het meisje dat zich graag op de stang van die racefiets liet vervoeren.










 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.