Roepen in de woestijn

01 februari 2017 door Rein Heijne
Roepen in de woestijn

Signalen uit de Westerse Beschaving Nr. 28 - Door de jaren heen is er een roep geweest om een krachtiger humanistisch tegengeluid tegen politieke en maatschappelijke krachten; krachten die niet alleen de menselijke beschaving ondermijnen, maar inmiddels ook een menswaardig voortbestaan lijken te bedreigen. Op dit moment waait er in Europa een gure populistische, rechtsextremistische wind en met de verkiezing van een populistische president zijn in de VS de neo-conservatieven weer aan de macht gekomen.

Een eerste humanistisch tegengeluid klonk al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Garmt Stuiveling, één van de oprichters van het Humanistisch Verbond, toonde in 1936 openlijk zijn afkeer van de anti-erasmiaanse strekkingen in zijn tijd: onverdraagzaamheid, fanatisme, geweldsverheerlijking, demagogie. In 1968 schreef humanist Erich Fromm in zijn boek "Revolutie van de Hoop", dat revolutionaire veranderingen nodig zijn om de moderne samenleving te humaniseren en te vrijwaren van fysieke vernietiging, ontmenselijking, vervreemding en waanzin. Fromm pleitte voor een "nieuw, radicaal humanisme" dat in verzet komt tegen oorlog en bewapening, tegen geweld, armoede en uitbuiting en tegen de onderdrukking van het vrije, kritische denken. De Palestijns – Amerikaanse wetenschapper en humanist Edward Saïd zag het humanisme als de enige, zelfs laatste verdedigingslinie tegen de onmenselijke praktijken en onrechtvaardigheden als gevolg van het neoconservatisme.

In het radioprogramma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd) werd recent een boeiende discussie gevoerd over het wereldwijd toenemend populisme. Volgens Bas Heijne, een van de gespreksdeelnemers, kunnen we niet langer tegen de potentiële gevaren ervan ingaan met een softe humanistische benadering. Het humanisme heeft immers de reputatie gekregen ongevaarlijk te zijn, begrijpend, menselijk en inlevend. Met zo’n reputatie heeft dit humanisme natuurlijk niets in te brengen wanneer het gaat om oorlog en of gewelddadige conflicten te voorkomen.

Publicist Carel Peeters pleitte, in navolging van Thomas Mann, in een essay in Vrij Nederland (8 november 2008) voor een militant humanisme omdat het niet lijdzaam mag toezien hoe domheid, commercialiteit, aanstellerij, fanatisme en hebzucht de dienst gaan uitmaken. “Enige strijdlust is nodig om humanistische tegenkrachten in te zetten die, bijvoorbeeld, de menselijke waardigheid verdedigen. Het militante humanisme dat Thomas Mann in 1935 nodig vond, heeft niets aan noodzakelijkheid ingeboet. Wat Mann het ‘militante humanisme’ noemt kunnen we al in de satirische en kritische Erasmus vinden die te veel in de schaduw is gebleven”, aldus Peeters.

Houdt men niet van fanatisme, rechtsextremisme of fundamentalisme, dan is enige strijdlust en noodzakelijke inzet van humanistische tegenkrachten nodig. Door een praktische, hedendaagse invulling te geven aan het gedachtengoed van Erasmus, om zodoende belangrijke waarden zoals medemenselijkheid, menswaardigheid, tolerantie en geweldloosheid te verdedigen.

In dit licht bezien lijkt de vraag gewettigd hoe het militante humanisme ingevuld zou moeten worden, zonder dat humanisten roependen in de neoliberale en neoconservatieve woestijn blijven.

Rein Heijne

Bestuurslid Huis van Erasmus

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.