Haven Rotterdam is nauwelijks te vergelijken

Elke keer weer worden de overslagcijfers van de Rotterdamse haven weer vergeleken met zijn grootste concurrent op containergebied, namelijk Antwerpen. Eigenlijk onterecht want Rotterdam heeft zoveel meer te bieden in de andere ‘trafieken’, zoals men in mooi Vlaams spreekt.
Om dan toch een vergelijking te maken, Rotterdam sloeg vorig jaar in totaal 461,2 miljoen ton over in de haven. Dat is wél 1,2 procent minder dan in 2015 omdat in 2016 met name de overslag van ertsen en kolen (vooral naar Duitsland) terugliepen. Antwerpen deed (in 2015) ‘slechts’ een kleine 200 miljoen. Nog niet eens 45 procent van de totale overslag in Rotterdam. (Bron foto: Havenbedrijf Rotterdam)
Op containergebied groeit inderdaad de haven van Antwerpen sneller in percentages. In aantallen teu’s (de standaardmaat voor containers) is dat weer anders. Rotterdam deed in 2016 12,4 miljoen teu’s. In het tweede halfjaar werd zelfs 4,9 procent méér overgeslagen dan in dezelfde periode het jaar ervoor.
De haven van Antwerpen, vorig jaar goed voor een trafiek van omstreeks 10 miljoen teu’s, kijkt zelf overigens met bewondering naar de haven van Rotterdam die allerlei vernieuwingen doorvoert vooral in de transitie van energie.
Het zijn de journalisten van grote media in Nederland, die vaak kritisch zijn over de Rotterdamse haven en terecht. Maar ze moeten dan ook met enige kritiek de Belgische concurrent volgen.
Voorzitter Cees de Keijzer van World Ship Society Rotterdam Branch wijst op het belang van de Noordduitse havens Hamburg en Bremen die op containergebied in 2015 samen 14,3 miljoen teu’s deden. Ook niet misselijk van deze op nauwelijks 120 kilometer van elkaar liggende havens. Amsterdam en Rotterdam - de afstand over de weg is veel kleiner - doen samen nog niet eens 12,5 miljoen containers waarvan veruit het grootste deel in Rotterdam.
Binnen de EU is de Rotterdamse haven uiteraard de grootste en zal dat zeker blijven. Vandaar ook de bewondering uit Antwerpen. Als Europa steeds meer een natiestaat gaat worden, zullen de verschillen per land alleen maar toenemen en méér zin krijgen. Als Europa méér de kant opgaat van één geheel (zoals de VS) dan spelen de regionale verschillen tussen havens een mindere rol.
Voorlopig is de goederenoverslag van Rotterdam nog een hoofditem. Zeker ook in werkgelegenheid en economische activiteiten. De regio behoort niet voor niks – samen met Schiphol – tot de sterkste economische gebieden van Nederland.
Vandaar ook dat bij de presentatie van de havencijfers er volop mediabelangstelling was. Topman Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam: ,,Na de uitzonderlijke groei van 4,9 procent in 2015 moeten we tevreden zijn dat de meeste sectoren het volume in 2016 hebben kunnen evenaren of zelfs iets laten toenemen. Het Rotterdamse haven- en industriecomplex staat voor grote uitdagingen, met name de digitalisering en de energietransitie, en heeft te maken met sterke concurrentie van omliggende havens. Uiteenlopende ontwikkelingen geven vertrouwen dat het complex deze uitdagingen aankan, zoals de grote investeringen in verschillende raffinaderijen, een aantal projecten dat vorm moet geven aan de energietransitie, en de nieuwe vaarschema’s van de containerrederijen die gunstig zijn voor Rotterdam.’’
De overslag van ruwe olie – van groot economisch belang voor het Havenbedrijf Rotterdam - daalde in 2016 1,2 procent tot 101,9 miljoen ton. De raffinagemarges namen weliswaar iets af, maar bleven gunstig waardoor de aangevoerde hoeveelheid ruwe olie aan de bovenkant van de historische bandbreedte bleef.
De aan- en afvoer van olieproducten nam in 2016 toe met 0,3 procent tot 88,8 miljoen ton. Er werd minder stookolie overgeslagen en meer gasolie, diesel, kerosine, benzine en nafta behandeld.
Opvallend viel de hoeveelheid overgeslagen kolen behoorlijk terug tot 28,4 miljoen ton (ofwel met 7,3 procent). Belangrijkste oorzaken – en dat is positief! - zijn de sluiting van kolencentrales in Nederland en de toegenomen opwekking van wind- en zonne-energie.
In de overslag van containers werd er meer lading verscheept van en naar het Verre Oosten en Noord-Amerika. Minder naar Zuid-Amerika. Binnen Europa nam het transport, zowel feederverkeer (van schip naar schip) als shortsea, tussen Rotterdam en Groot-Brittannië, Ierland, Spanje en Portugal toe. Tegelijkertijd liep het containerverkeer met het vaargebied ScanBaltic terug, vooral vanwege de zwakke Russische economie.
De twee nieuwe containerterminals op Maasvlakte 2 (dat is toch echt de naam en niet zoals vele media hardnekkig spreken van ‘Tweede Maasvlakte’) hebben in het tweede halfjaar een sterke groei doorgemaakt.
Het marktaandeel van Rotterdam in de zo belangrijke Hamburg-Le Havre range bedraagt, net als de afgelopen jaren, ongeveer 30 procent. In de samenwerkingsverbanden van de grote containerrederijen hebben dit jaar nogal wat verschuivingen plaatsgevonden. Vanaf 1 april hanteren de allianties nieuwe vaarschema’s. Deze zien er voor Rotterdam gunstig uit.
Het Havenbedrijf verwacht dat het overslagvolume in 2017 op een vergelijkbaar niveau zal liggen als dat van 2016. De containeroverslag zet naar verwachting de opwaartse trend door, maar het is ongewis of de andere sectoren het resultaat van 2016 zullen evenaren.
Conform de bestaande langlopende afspraken stelt het Havenbedrijf aan de aandeelhouders, de gemeente Rotterdam (70,83 procent) en de staat (29,17 procent), voor om over 2016 € 92,8 miljoen (+ 2,0 procent) dividend uit te keren: € 65,7 miljoen aan de gemeente en € 27,1 miljoen aan de staat der Nederlanden.
Foto: Een van de meest onderschatte activiteiten in de haven van Rotterdam is die van de overslag voor de offshore (olie, gas en windmolenparken op zee). Foto © Havenbedrijf Rotterdam.