Religie

03 april 2017 door Jim Postma
Religie

Onlangs een aardige discussie gevoerd over mijn verhaal (te vinden op het blokje Opinie) van de laatste aanslag in Londen. Heb toen aangevoerd dat het om één enkele gek ging (waarvan er wellicht nog miljoenen rondlopen) die zoiets krankzinnigs in zijn hoofd haalt om onschuldige mensen willens en wetens te vermoorden of te verwonden.

Hoewel nu officieel is vast te komen staan dat hij geheel in zijn eentje opereerde (BBC) en dat zijn twaalf gearresteerde familieleden en kennissen daar absoluut niets mee te maken hadden. Als motivatie voor zijn daad voeren mijn discussiegenoten aan dat ‘haatboeken’ en dus religie daar alles mee te maken hadden. Naast De Koran komen ook in de Bijbel talloze slacht- en moordpartijen voor, ondanks het duidelijke gebod van God Almachtig:

‘Gij zult niet doden!’

Laat ik nou het grote geluk hebben gehad dat ik niet, zoals die miljarden anderen, vanaf mijn prille jeugd niet met religiedoctrine ben opgevoed. Zo kon ik uiteindelijk mijn eigen weg vinden tussen het absolute kwaad en ‘goed’.

Mijn moeder, Maria Catherina, was weliswaar uit roomskatholieke huize, maar is daar snel van afgestapt toen zij ontdekte dat haar priestertjes meer kwaad deden dan goed…

In die tijd, was toen een jaar of zes, ging mijn zogenaamde ‘heidense vader’ (van binnenuit was hij zeer zeker ‘goedgelovig’) aan mij uitleggen wat ‘religie’ inhield. Ook in een tijd dat je eigenlijk nog nooit van de Islam had gehoord, nog van andere geloven.

Hij sprak als volgt: , Nou, jongen, op een goede dag neem ik zo’n honderd kinderen van jouw leeftijd mee naar een heel groot donker bos. Dat bos laat ik omheinen met metershoge hekken onder stroom en prikkeldraad’ (Later moest ik zelf in deze denken aan Noord-Korea).

Mijn oude heer vervolgde: ‘Elke dag breng ik deze kinderen naar de allergrootste boom die midden in het bos staat. En elke dag vertel ik hen dat deze gigant ‘God’ is. En dat je elke dag vier of vijf keer ere moet betuigen aan deze ‘BoomGod’. Je ervoor moet buigen, knielen en ervoor moet bidden. Zo’n twintig jaar lang blijf ik dat elke dag volhouden. En alle kindertjes die nu inmiddels volwassen zijn geworden, volgen slaafs en trouw, mijn dagelijkse instructies.

Dan, plotseling, laat ik al die hoge hekken met prikkeldraad weghalen. Op een slechte dag komen daar de houthakkers het bos ingelopen. Zij zien die oppermachtige boom en willen die als eerste gaan omhakken. Vanwege de ongelooflijke houtprijzen die deze ‘dikkerd’ gaat opbrengen.’

Als slot verklaarde hij toen: ‘Nou, dan geef ik je de garantie dat die inmiddels honderd volwassenen de bijlen van die houthakkers zullen afpakken. En ze daarmee morsdood slaan!’

 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.