NSC krijgt zijn zin niet en dat spaart miljarden uit

De nieuwe pensioenwet moet ervoor zorgen dat de pensioenregeling beter aangepast aan deze tijd waarin mensen in hun leven vaak meer verschillende banen hebben. Ook gaan de pensioenen meer mee met de groei van economie.
De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenuitvoerders de opbrengst van hun beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het flink tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag. De nieuwe pensioenwet regelt wel dat er buffers zijn om dat zo veel mogelijk op te vangen. De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat het duidelijker en persoonlijker wordt hoeveel pensioen er is opgebouwd. Het pensioen van een deelnemer is voortaan alle premie die namens die deelnemer is betaald, plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd. Wat ook verandert, is dat de premie die werknemers betalen op elke leeftijd ten gunste komt van hun eigen pensioen. In het vorige systeem bouwde u het meeste pensioen op aan het einde van uw loopbaan. Kreeg u laat in uw carrière een andere baan of werd u werkloos, dan kon dat grote gevolgen hebben. De nieuwe wet voorkomt dat. De wet sluit zo beter aan bij onze tijd: mensen werken tegenwoordig niet meer veertig jaar voor één baas. |
Kamerlid Joseph van de NSC vond dat mensen per sector zelf moesten kunnen kiezen of hun pensioen naar het nieuwe systeem gaat. Via een soort referendum. Klinkt goed als het niet zo ingewikkeld en stervensduur zou zijn. Volgens ambtenaren zou de staat door invoering van het plan Joseph miljarden aan inkomsten mislopen ( tussen 2026 en 2037 elk jaar 1 tot 2 miljard euro) . Dat maakt verdere bezuinigingen nodig.
Niet doen riep ook de Raad van State dat een zeer negatief advies gaf.
Het voorstel is dus verworpen al was het zeer nipt.
Stemmingen Verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel. In stemming komt het tweede nader gewijzigde amendement-Joseph (stuk nr. 27, I).Vóór stemmen de leden: Welzijn, Wijen-Nass, Wilders, Wingelaar, Van Zanten, Aardema, Baudet, Beckerman, Blaauw, Boomsma, Boon, Van den Born, Martin Bosma, Boutkan, Bruyning, Claassen, Crijns, Deen, Tony van Dijck, Dijk, Emiel van Dijk, Olger van Dijk, Dobbe, Esser, Faddegon, Graus, Van Haasen, Heutink, Van der Hoeff, Holman, Van Houwelingen, Idsinga, Daniëlle Jansen, Joseph, Kahraman, Van Kent, Koops, Kops, De Korte, Kostić, Kouwenhoven, Markuszower, Van Meetelen, Van Meijeren, Mooiman, Edgar Mulder, Nijhof-Leeuw, Van Nispen, Oostenbrink, Pierik, Van der Plas, Pool, Postma, Ram, Rep, Rikkers-Oosterkamp, De Roon, Saris, Six Dijkstra, Smitskam, Soepboer, Teunissen, Thiadens, Uppelschoten, Valize, Van der Velde, Vermeer, Vlottes, Vondeling, De Vree, Van Vroonhoven en Van Waveren. Tegen stemmen de leden: Van der Werf, Westerveld, White, Yeşilgöz-Zegerius, Aartsen, Van Baarle, Bamenga, Becker, Bevers, Bikker, Bikkers, Bontenbal, Boswijk, Bromet, Buijsse, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Chakor, Dassen, Diederik van Dijk, Inge van Dijk, Dral, Eerdmans, Van Eijk, El Abassi, Ellian, Ergin, Erkens, Flach, Gabriëls, Grinwis, Peter de Groot, Haage, De Hoop, Jetten, Kamminga, Kathmann, Kisteman, Klaver, Koekkoek, De Kort, Kröger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Martens-America, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mohandis, Mutluer, Nordkamp, Patijn, Paulusma, Pijpelink, Piri, Podt, Rajkowski, Rooderkerk, Slagt-Tichelman, Sneller, Stoffer, Stultiens, Thijssen, Tielen, Timmermans, Tseggai, Vedder, Veltman, Verkuijlen, Vijlbrief en Aukje de Vries. De voorzitter: |