Meer duidelijkheid huurders en verhuurders over servicekosten

Huurders en verhuurders krijgen meer duidelijkheid over servicekosten die huurders betalen bovenop de huurprijs. Voor servicekosten mogen verhuurders redelijke kosten in rekening brengen die passen bij de geleverde diensten. In een nieuwe wet die volgend jaar van kracht wordt, komt een lijst met zaken en diensten die verhuurders als servicekosten in rekening mogen brengen. Dat geeft duidelijkheid over de berekening van servicekosten. Het gebruik van een gemeenschappelijke fitnessruimte of zwembad mag bijvoorbeeld niet onder servicekosten vallen.
De Eerste Kamer heeft dit voorjaar ingestemd met een wetswijziging waardoor de nieuwe regels op 1 januari 2026 ingaan. Huurders kunnen door de nieuwe regels ook makkelijker laten controleren of het voorschot dat zij iedere maand voor de servicekosten betalen, juist is. Bovendien kunnen zij eenvoudiger een zaak starten bij de Huurcommissie als ze vermoeden dat de servicekosten te hoog zijn.
Goed verhuurderschap en betere handhaving
De behoefte aan duidelijkheid over servicekosten blijkt uit het aantal geschillen bij de Huurcommissie. In 2023 kwamen er ruim 3800 zaken binnen – een stijging van 60% ten opzichte van het jaar ervoor. In 2024 zette de stijging door, met ruim 4100 nieuwe zaken. De nieuwe regels moeten helpen bij het verminderen van geschillen tussen huurders en verhuurders.
De wetswijziging ondersteunt gemeenten ook bij de handhaving van de Wet goed verhuurderschap die sinds juli 2023 geldt. Dankzij de duidelijke afbakening van servicekosten kunnen gemeenten gerichter en effectiever optreden tegen misbruik.
