In memoriam Jan Oudenaarden

27 januari 2025 door gastauteur
In memoriam Jan Oudenaarden
Jan Oudenaarden eerste helft jaren '80. Foto Hansje de Reuver

(door Frans Meijer uitgesproken op 25 januari 2025)

Beelden komen voorbij in mijn herinnering. Wanneer kwam ik Jan Oudenaarden eigenlijk voor het eerst tegen? Was dat bij de Floorshow? De radio-uitzending vanuit Café Floor? Iedere tweede zaterdagmiddag van de maand, waar Jan door Maria Heiden werd ondervraagd over ‘Het woord van de maand’. Of was het in Café De Overheid? Ik herinner me daar nog heel goed een legendarisch optreden van de Amerikaanse beatdichter Allen Ginsberg. Of was het wellicht in de beginjaren van Poetry in De Doelen? Jaren 70, 80… Eerlijk gezegd weet ik het gewoon niet meer. En wat doet het er ook toe?

Mijn houvast is mijn boekenkast. Daar tref ik zeker zo’n 25 boeken van Jan Oudenaarden aan. Nog niet de helft van zijn gehele oeuvre. Hij staat daar bij de O te pronken - op alfabet - precies tussen mijn andere helden in: Nescio en drs. P.

Jan heeft al zijn boeken voor mij gesigneerd en gedateerd. De oudste datum die ik aantref is 24 oktober 1986 voorin zijn boek “De terugkeer van Opoe Herfst, over de woordenschat van Rotterdam”. Een vervolg op zijn legendarische debuut “Wat zeggie azzie val dan leggie”, een absolute bestseller.

En wat te denken van zijn literaire wandelboeken? De Bordewijk-route, De Blaman-route, De Kossmann-route, De Leopold-route? Maar ook de Brandgrens-route en het Feyenoordpad. En nog veel meer. Vaak geschreven samen met Rien Vroegindeweij. Ze noemden zich samen het Rotterdammologisch Instituut. Jan was directeur Zuid, Rien was directeur Noord. Met z’n tweeën wisten ze ‘alles’ van Rotterdam. … Zeiden ze …

Jan z’n privébibliotheek is dan ook enorm. In decennia bij elkaar gestruind op boekenmarkten en bij antiquariaten. Met z’n aantekeningenboekje vol gezochte uitgaven altijd op zak.

De Leeszaal in Vreewijk werd de laatste jaren niet voor niks zijn favoriete hangplek. 

Toen ik directeur werd van de Bibliotheek, kwam ik Jan vaak tegen in de Centrale Bibliotheek. Eindeloos turend naar de microfiches, waarop alle oude kranten stonden afgedrukt. Hij was dan op zoek naar de voetbaluitslagen en andere bijzonderheden over zijn club. Urenlang kon hij speuren. Hij bracht trouwens ook vele dagen door in de studiezaal van het Stadsarchief. Hij wist precies hoe je oude gezinskaarten en persoonskaarten uit het bevolkingsarchief moest lezen en interpreteren. Hij kende elke voetballer met naam en toenaam. Ook online werd hij later bijzonder vaardig in het zoeken en vooral vinden.

Zo heeft hij mij trouwens ook nog goed kunnen helpen bij mijn eigen familiegeschiedenis.

Jan was een van de eersten die opmerkte dat wij in 2001 naar Rotterdam Zuid zouden verhuizen. Naar zíjn Tuindorp Vreewijk. Diep Zuid dus. Wij konden daar de woning kopen die tijdens Culturele Hoofdstad als museumwoning voor het publiek toegankelijk was geweest. Het was Jan die er de naam voor had bedacht: het Lucy Havelaarhuis, naar de eerste bewoonster. En zo heet ons huis nog steeds. En al die jaren zijn we buren in dezelfde straat. Wij op 37, Ans en Jan op 107.

Iedereen herinnert zich nog hoe hij zijn wekelijkse radio-columns op Rijnmond begon met: “Luisteraars!” Om na een paar zinnen te vervolgen met “Een hele goeie morgen trouwens, want dan heb ik die ook.“

Hij verweet mij op de radio in die columns meermaals dat ik als bibliotheekdirecteur de wijkvestiging van Vreewijk ernstig had verwaarloosd. Ik kon daar wel goed tegen. Het heeft onze vriendschap geen seconde in de weg gestaan.

Een bijzondere herinnering heb ik aan ons plan (in 2014) voor het Nieuwe Maasparcours: niet meer en niet minder dan een wandel- en fietsronde tussen de Maastunnel en de Van Brienenoordbrug, direct langs de beide rivieroevers. Om in Rotterdam de verbinding tussen Noord en Zuid te accentueren. In feite slechts een lijn op de kaart, een route die er eigenlijk al is, maar je moet hem wel willen zien. Jan schudde moeiteloos alle wetenswaardigheden langs de route uit z’n mouw voor de teksten. Ina Kleijwegt maakte er een prachtige kaart van, die we toen in grote oplage hebben verspreid.

Gelukkig heeft Jan op de valreep nog zijn debuutbundel als dichter kunnen publiceren, Tutti frutti. Zijn gedicht ‘Ode aan de Kuip’ is onovertroffen (“Oh Kuip der Kuipen”), maar voor nu te lang. Dus lees ik tot slot een kort gedicht van hem:


Weinig keus

Het café is dicht
De straat ligt open

De tram rijdt net weg
Dan ga ik maar lopen.


Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.