Vrachtwagenchauffeur die motoragent doodreed krijgt in hoger beroep lichter vonnis
-Bld.-V&M-via-G-streetview--L.jpg)
Het gerechtshof Den Haag heeft op 16 juli vrachtwagenchauffeur Willem M. in hoger beroep veroordeeld voor doodslag vanwege het doodrijden van een motoragent in Rotterdam. Het hof legt hem een gevangenisstraf van 9 jaar, tbs met dwangverpleging en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 10 jaar op.
Dat is lager dan het eerdere vonnis van maart 2022. Toen legde de rechtbank de vrachtwagenchauffeur 12 jaar en 10 jaar TBS op.
De vrachtwagenchauffeur reed op 7 juli 2021 in het havengebied van Rotterdam achter een motoragent aan op een rijstrook voor rechtsafslaand verkeer, nadat hij een volgteken van deze agent had gekregen. Aan het eind van die rijstrook reed de vrachtwagenchauffeur de motoragent zonder te remmen in volle vaart aan. Vervolgens ging de vrachtwagenchauffeur rijden op de rijbaan voor rechtdoorrijdend verkeer en sleurde hij de motoragent honderden meters onder zijn vrachtwagen mee.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat de vrachtwagenchauffeur de motoragent ruimschoots op tijd zag en meer dan voldoende tijd had om voor het eind van de afslag te kunnen remmen. Bovendien straalde het licht om rechtsaf te slaan rood uit en was remmen noodzakelijk vanwege een bocht naar rechts met de geladen vrachtwagen. Door niet te remmen en zelfs versnellend rechtdoor te rijden, was fataal letsel aan de motoragent te verwachten. Daarom acht het hof bewezen dat er sprake is van doodslag.
Ook acht het hof bewezen dat de vrachtwagenchauffeur is doorgereden na deze aanrijding zonder zijn identiteit kenbaar te maken.
Uittreksel uit het nieuwe vonnis in beroep: De verdachte heeft ten gevolge van zijn verleden - een zeer zwaar ongeval met een motoragent in 2015 en een dodelijk ongeval met een oude dame in 2020, beide veroorzaakt met zijn vrachtwagen - een preoccupatie met de politie opgelopen. [...] De verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep - anders dan in eerste aanleg - op het standpunt gesteld dat hij kort voor en op de uitvoegstrook de motoragent weliswaar voor zich heeft gezien, maar dat hij toen en daar niet heeft geremd omdat hij beelden op zijn netvlies kreeg van het eerdere noodlottig ongeval met zijn vrachtwagen en de oudere dame in 2020, waarbij het ook geen zin meer had om te remmen, aldus de verdachte. Door die verschrikkelijke beelden “raakte hij vervolgens het overzicht kwijt”, zo luidt de conclusie van de verdachte in appel. [...] Het hof is van oordeel dat deze gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer op het aanrijden en daardoor op de dood van motoragent [het slachtoffer] gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard. [...] Het hof houdt bij de op te leggen gevangenisstraf ten gunste van de verdachte voorts rekening met het hiervoor overwogene omtrent de verminderde mate van toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. |
Omstandigheden
Bij het opleggen van de straf en maatregelen. zo schrijft het gerechtshof, is rekening gehouden met de mensonterende en brute wijze waarop de 47-jarige motoragent gedurende de uitoefening van zijn werk het leven is verloren.
Ook is rekening gehouden met de persoon van de vrachtwagenchauffeur, die eerder is veroordeeld vanwege het veroorzaken van een zeer ernstig verkeersongeval en aan forse psychische problematiek lijdt. Als gevolg hiervan heeft hij gedurende lange tijd intensieve en intramurale behandeling nodig om het gevaar voor herhaling te verminderen.
.gif)
