‘Lockheedaffaire’: Een surprise in eind 1975

31 december 2017 door Geert-Jan Laan
‘Lockheedaffaire’: Een surprise in eind 1975
Foto: wikipedia.org

Op zondagavond 14 september 1975 dineerden we in hotel Engel in het het hoofdstadje Vaduz van het belastingparadijs Liechtenstein. We, dat waren mijn collega Rien Robijns en ik zelf. Als verslaggevers van Het Vrije Volk wilden we een serie schrijven over belastingvlucht. In Nederland regeerde de sociaal-democraat Joop Den Uyl. Hij zou de in zijn ogen grote inkomensverschillen wel terugschroeven. 

Maar via die belastingparadijzen ontliepen grote bedrijven en vermogende personen de soms hoge belastingen in de westelijke wereld. Aan tafel ook een Liechtensteinse beleggingsadviseur en geldspecialist. Hij is niet gecharmeerd van onze stelling dat rijke Nederlanders via belastingparadijzen als Liechtenstein de nobele bedoelingen van Den Uyl dwarsbomen. ,, Wist u dat de hoogste Nederlanders van onze financieringstructuur gebruik maken. Uw prins Bernhard is daar een voorbeeld van.” 

We geloofden in eerste instantie onze zegman niet. Ik zei iets in de richting van :,, Prins Bernhard ? Die man heeft een inkomen van vele tonnen en alles wordt voor hem betaald. Die doet dit soort rare dingen niet.”

De man vouwde zijn handen, dacht na en sprak:,, De moeder van uw prins Bernhard is onlangs overleden. Haar kasteeltje is onlangs verkocht aan een Eflymatrust in Liechtenstein. Voor veel geld. En dat is een manier waaop grote Amerikaanse vliegtuigbouwers hun betaalde commissies- hij sprak niet van steekpenningen- geheim weten te houden.”

‘Een krankzinnig verhaal’
De volgende dag reden we terug naar Nederland in onze door Het Vrije Volk beschikbare lease-auto, een rode DAF-66. We spraken nog even over de verrassende mededelingen die we over de prins hadden gehoord. Onze conclusie was:,, Een krankzinnig verhaal. Maar ja, als het klopt, hebben we wel een verhaal.”

Onze hoofdredacteur Herman Wigbold had als chef van VARA's Achter het Nieuws de nodige spraakmakende uitzendingen meegemaakt. Hij luisterde dan ook bijzonder belangstellend naar ons verhaal. “Een raar verhaal,”concludeerde ook hij. En hij voegde daar aan toe:,, We hebben minimaal een tweede bron nodig.”

Die tweede bron kwam op 5 december 1975. De voormalig Lockheedwerknemer in Duitsland Ernst Hauser noemde niet alleen de naam van prins Bernhard, maar ook die van Franz Joseph Strauss, oud-minister van Defensie in Duitsland, als ontvanger van steekpenningen van Lockheed. In Rotterdam zei Wigbold:,, Opening krant. Vandaag nog.”

Het opzienbarende verhaal over de echtgenoot van koningin Juliana viel in Nederland in een diep zwart gat. Prins Bernhard was mateloos populair. Hij was bevelhebber geweest tegen het einde van de bezetting van de Binnenlandse Strijdkrachten. Nu was hij commissaris van grote internationaal opererende Nederlandse bedrijven en reisde de wereld af om terug te keren met zeer welkome grote opdrachten. Behalve Ton van Dijk, die als hoofdredacteur van Nieuwe Revu, wel de zaak naar buiten bracht, zwegen de Nederlandse media. Geen enkele hoofdredacteur dorst het verder aan.

Stilte
Die stilte duurde een kleine twee maanden. Tot op 6 februari 1976 een onderzoekscommissie van de Amerikaanse Senaat Lockheed-president Kotchian aan een kruisverhoor onderwierp. Hij noemde wel een hoge Nederlandse regeringsfunctionaris, maar verzweeg nog de naam van Bernhard. Die zelfde middag lieten onderzoekers van de Senaatscommissie uitlekken dat het inderdaad om prins Bernhard ging.

Bij rechts Nederland, vooral verwoord door de Telegraaf , brak paniek uit. In dat eerste weekeinde na de berichtgeving uit Washington hielden de meeste kranten de kerk nog in het midden. Den Uyl informeerde zelf in Washington en kreeg de bevestiging. Dat weekeinde overtuigde hij de prins, die alles nog steeds ontkende, dat een onafhankelijk commissie de beschuldigingen moest onderzoeken. Met als resultaat de inktzwarte bevindingen, die Den Uyl op 12 augustus 1976 aan de Tweede Kamer liet weten.

Op dit ogenblik hebben de Nederlandse media geen enkele terughoudendheid in acht genomen nu prins Bernhard jr., de kleinzoon, ervan wordt verdacht in de exploderende Amsterdamse onroerend goed markt onethisch zaken te doen. Bernhard jr. speelt geen rol in een eventuele opvolging van de koning. Of de verhalen door een tweede bron worden ondersteund weten we niet.


 

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.