Aanklager ICC wil met Salomonsaanklacht situatie in Gaza aanpakken. De reacties zijn verdeeld
Het Internationaal Strafhof is volgens het Statuut van Rome namens 124 landen van de internationale gemeenschap bevoegd is personen te vervolgen voor specifieke zeer ernstige oorlog en burgeroorlog gerelateerde misdaden.
Aanklager van het hof Karim A.C.C. Khan beschuldigde drie Hamas-leiders van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in verband met de aanval van 7 oktober op Israël en de nog steeds voortdurende gijzeling.
De aanklager beschuldigde Israëls eerste minister Benjamin Netanyahu en de Israëlische minister van Defensie, Yoav Gallant, wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid tijdens de militaire operatie van Israël in Gaza, waaronder de uithongering van burgers.
Nu gaat een panel van drie rechters van het ICC overwegen of ook daadwerkelijk opsporingsbevelen moeten worden uitgevaardigd.
Israel is geen ondertekenaar van Statuut van Rome evenmin als bijvoorbeeld China en India, terwijl de VS en Rusland zich op en bepaald moment uit het statuut hebben teruggetrokken.
Zowel aan Israëlische kant en bondgenoten als aan Palestijnse kant en bondgenoten worden de aanklachten, zacht uitgedrukt, met gemengde gevoelens ontvangen.
Aanklacht Khan tegen Hamas: Op basis van het door mijn bureau verzamelde en onderzochte bewijsmateriaal heb ik redelijke gronden om aan te nemen dat Yahya SINWAR (hoofd van de Islamitische Verzetsbeweging (“Hamas”) in de Gazastrook), Mohammed Diab Ibrahim AL-MASRI, beter bekend als DEIF (opperbevelhebber van de militaire vleugel van Hamas, bekend als de Al-Qassam Brigades) en Ismail HANIYEH (hoofd van het Politiek Bureau van Hamas) strafrechtelijke verantwoordelijkheid dragen voor de volgende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan op het grondgebied van Israël en de Palestijnse staat (in de Gazastrook) vanaf minimaal 7 oktober 2023: Uitroeiing als misdaad tegen de menselijkheid, in strijd met artikel 7(1)(b) van het Statuut van Rome; Moord als misdaad tegen de menselijkheid, in strijd met artikel 7, lid 1, onder a), en als oorlogsmisdaad, in strijd met artikel 8, lid 2, onder c, i; Het nemen van gijzelaars als oorlogsmisdaad, in strijd met artikel 8(2)(c)(iii); Verkrachting en andere daden van seksueel geweld als misdaden tegen de menselijkheid, in strijd met artikel 7(1)(g), en ook als oorlogsmisdaden overeenkomstig artikel 8(2)(e)(vi) in de context van gevangenschap; Marteling als misdaad tegen de menselijkheid, in strijd met artikel 7(1)(f), en ook als oorlogsmisdaad, in strijd met artikel 8(2)(c)(i), in de context van gevangenschap; Andere onmenselijke handelingen als misdaad tegen de menselijkheid, in strijd met artikel 7(l)(k), in de context van gevangenschap; Wrede behandeling als oorlogsmisdaad in strijd met artikel 8(2)(c)(i), in de context van gevangenschap; En Aantasting van de persoonlijke waardigheid als oorlogsmisdaad, in strijd met artikel 8(2)(c)(ii), in de context van gevangenschap. |
Aanklacht Khan ten Israel Op basis van het door mijn bureau verzamelde en onderzochte bewijsmateriaal heb ik redelijke gronden om aan te nemen dat Benjamin NETANYAHU, de premier van Israël, en Yoav GALLANT, de minister van Defensie van Israël, strafrechtelijke verantwoordelijkheid dragen voor de volgende oorlogsmisdaden en misdaden tegen menselijkheid gepleegd op het grondgebied van de staat Palestina (in de Gazastrook) vanaf ten minste 8 oktober 2023: Uithongering van burgers als oorlogsmethode als oorlogsmisdaad in strijd met artikel 8(2)(b)(xxv) van het Statuut; |
Er lijkt geen middenweg te zijn en de huidige strijd tussen Hamas, de Palestijnse terreurorganisatie, en het IDF, het Israëlische leger. Het is een strijd die ook buiten Israel in media, sociale media en met demonstraties in de publieke ruimte wordt uitgevochten. Aan een kant staan zij die het opnemen van de Palestijnse bevolking van Gaza die van hot naar her gedreven wordt en intussen deels het slachtoffer wordt van het rauwe wapengeweld. Aan de andere kant hen die het opnemen voor de staat Israel en het recht dat zij heeft zichzelf te verdedigen tegen het geweld van Hamas en bondgenoten zoals Iran en haar proxies in Libanon en Jemen. Zowel Hamas als Iran betwisten het bestaansrecht van Israel. Dat doen ook sommige voorvechters van een einde aan de strijd en daarmee een eind aan de humanitaire ramp die Gaza intussen is. Al die meningenstrijd vermindert weinig of niets aan de tragedie die Gaza intussen is.
De twee aanklachten van Khan kunnen met goede wil een soort equivalent van een Salomonsoordeel genoemd worden. Af te wachten is of ze andere dan voor de betreffende personen reisbeperkende consequenties zullen hebben. Dus of ze iets positiefs kunnen en zullen bijdragen aan een mogelijke humanitaire en politieke oplossing van het conflict.
Meer info: Statute of Rome; Statement of Khan; Rome signatories and ratifiers
.gif)
