Corsa Rosa (deel1) : komt er een nieuwe 'locomotiva umana'?

04 mei 2024 door Ard Heuvelman
Corsa Rosa (deel1) : komt er een nieuwe  'locomotiva umana'?
Giro Bld uit de Giro d'Italia van 2023 Screenshot V&M uit nos-jeugdjournaal

Deze zaterdag wordt in Turijn het startschot gelost voor de Giro d’Italia, ofwel la Corsa Rosa, die vervolgens drie weken door dit fraaie land trekt. De aankomstplaats is dit jaar Rome op zondag 26 mei. Zodoende gaat de reis van de eerste hoofdstad van de sinds 1861 onafhankelijke staat Italië naar de huidige. Meestal is de finishlijn getrokken in het centrum van Milaan, maar nu is de slotetappe gepland door de straten van Rome met een kort uitstapje naar het Lido di Ostia aan de kust.

Binnen de grenzen 

Ongewoon is ook dat de Italiaanse landsgrenzen in deze editie van de Giro niet zullen worden overschreden, het is een echte Ronde van Italië. Zowel de Tyrreense als de Adriatische kust worden aangedaan, met als Zuidelijkste punt op de kaart het klassieke Pompeï. De hak van de laars en de eilanden worden niet bezocht. Twee tijdritten zullen voor schifting van het klassement zorgen, eerst ruim 38 kilometer in Umbrië van Foligno naar Perugia, en een week later nog eens 31 kilometer aan het Gardameer. In de laatste week zal de strijd worden beslist in loodzware ritten door de Dolomieten en Zuid Tirol. Althans, als de weersomstandigheden het toelaten, want de renners door sneeuw- en ijsstormen jagen zoals vroeger wel gebruikelijk was, is heden door de regels van de internationale wielerbond niet meer toegestaan.

Solo’s van tientallen kilometers

In feite is het een heel traditionele Giro, met veel kansen voor de sprinters, maar ook tijdrijders en klimmers komen aan hun trekken. In de 21 ritten zullen in totaal 3.387 kilometers worden afgelegd en 44.550 hoogtemeters moeten worden overwonnen. Voor de eindwinnaar zal het niet uitmaken. Naar ieders verwachting zal Tadej Pogačar met kop en schouders boven de rest uitsteken. De jonge Sloveen schitterde de afgelopen maanden al in de Strade Bianche, de Ronde van Catalonië en Luik-Bastenaken-Luik. Hij heeft de hinderlijke gewoonte ontwikkeld zijn overwinningen met solo’s van tientallen kilometers binnen te halen, tot verdriet van de tv verslaggevers en kijkers. Op zijn palmares prijken al, naast twee overwinningen in de Tour de France, diverse klassieke wedstrijden en rittenkoersen. De Giro d’Italia ontbreekt nog, maar dat zal eind mei veranderd zijn. Als enigen die misschien nog enigszins in zijn buurt kunnen eindigen, worden de Welshman Geraint Thomas, de Colombiaan Daniel Felipe Martinez en de Fransman  Romain Bardet genoemd.

Waar zijn de campionnissimi?

En de Italianen? Het zou niet minder dan een mirakel zijn als een Italiaan mee zou spelen voor de eindoverwinning. Natuurlijk hopen de tifosi op dat wonder. Maar dat zou waarschijnlijk van een jonge renner moeten komen, gevestigde waarden voor rondewinst zijn er niet meer in het ‘bel paese’. Waar zijn de campionnissimi gebleven? Vanaf de eerste editie van de Giro in 1909 won er steevast een Italiaan. Dat waren renners uit het noorden van het land, want daar vonden de sportwedstrijden plaats, in Lombardije en de Piemonte. Zowel de wedstrijden als de sporters zijn van het industriële noorden, Milaan, Turijn en Genua. Vooral wielrennen en autoraces zijn populair. Voetbal brengt de massa dan nog helemaal niet in beweging. De kloof tussen rijk en arm is dan in Italië nog gigantisch, het noorden is veel welvarender dan het door grootgrondbezit beheerste zuiden. Een massale emigratie is daar het gevolg van. Uit Sicilië, Campania en Calabria vertrekken tot ver na de eerste wereldoorlog naar schatting negen miljoen mensen, vooral naar de Verenigde Staten, alwaar een aantal van hen nog van zich zal doen spreken, en Zuid Amerika. De Ronde van Italië deed, zoals ook dit jaar, het uiterste zuiden niet aan, maar toen nog vanwege de abominabele staat van de wegen. Zuidelijker dan Napels ging men niet.

Il trombettiere di Cittiglio

De meeste deelnemers aan de eerste Giro waren arm en vaak werkloos. Ze waren slechts uit op de 300 lire die je kreeg als je finishte. Dat was genoeg geld om hun gezin maanden eten te kunnen geven. De meesten hadden geen sponsors en sliepen onderweg in schuren en leegstaande huizen. De sterkere renners reden wel in dienst van fietsenfabrieken, waarvan het Milanese Bianchi en Legnano de bekendste werden. De meeste winnaars reden met die fietsen. Na de Grote Oorlog verschenen de eerste grote Italiaanse vedetten op het toneel, de campionnissimi als Costante Girardengo uit Novi Ligure en Alfredo Binda uit de buurt van Varese. Binda werd ‘il trombettiere di Cittiglio’ genoemd vanwege zijn vaardigheden op de trompet. Maar ook op de fiets blies hij een aardig deuntje mee met drie wereldkampioenschappen in 1927, 1930 en 1932, vier nationale kampioenschappen, vijfmaal winst in de Giro d’Italia, vier maal de Ronde van Lombardije en tweemaal Milaan-San Remo. Hij was zo goed dat de uitslag van de Giro al bij voorbaat vaststond. Aangezien de organiserende krant La Gazzetto dello Sport daarom minder exemplaren dreigde te verkopen, werd Binda zelfs betaald om niet deel te nemen. In 1930 ontving hij zo de winstpremie zonder ook maar één pedaalomwenteling te maken. Daarna werd het bewind tijdelijk overgenomen door de lieveling van het Mussolini regime, Learco Guerra, ‘la locomotiva umana’, ofwel de menselijke locomotief.  

Learco Guerra La locomotiva umana  Bld uit Il Littoriale della Domenica, 26 juli 1942 cco 


Lees hier deel 2 van Corsa Rosa  dat later deze week  op Vandaag&Morgen  verschijnt 



Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.