Rotterdamse haven moet hindernissen nemen om groener te worden
De samenvatting van de presentatie van de jaarcijfers van het havenbedrijf Rotterdam is simpel . De havenautoriteit noteerde voor 2023 6,1 procent minder goederenoverslag dan in 2022 ofwel 438,8 miljoen ton. Dat is het gevolg van voortdurende geopolitieke onrust , lage economische groei en hoge inflatie. Desondanks gaat de eerste Europese haven onverdroten voort met investeren in de energie transitie waardoor het verbruik van fossiele brandstoffen fors naar beneden kan. Desondanks blijven er meer hindernissen te nemen om walstroom te faciliteren voor afname door cruise- en zeeschepen.
De verdere groei in LNG overslag van 148.000 in 2022 naar 313.000 ton in 2023, is een kleine opsteker en de bouw van een waterstoffabriek ook. Potentiële verbruikers van waterstof vinden de hoge prijs ervan alleen nog een hindernis om het verbruik van fossiele brandstoffen te stoppen. Duurzaamheid en ‘groener’ worden komt voor een hoge productieprijs die ingegeven is door hogere elektriciteitsprijzen en een nauwelijks toereikend elektriciteit netwerk.
Vertraging walstroomvoorzieningen
Er zijn ook hindernissen te nemen bij het leveren van elektriciteit via een walstroominstallatie Het verbruik van walstroom wordt op langere termijn een verplichting voor zeeschepen in het havengebied. Voor binnenvaartschepen zijn er al walstroomvoorzieningen voor afname. Cruiseschepen aan de Cruiseterminal Rotterdam zouden al walstroom kunnen afnemen, ware het niet dat er een bewoner een procedure startte tegen de bouw van een walstroominstallatie.
Kennelijk heeft het Havenbedrijf Rotterdam deze hindernis kunnen omzeilen, al willen CEO Boudewijn Siemons en CFO Vivienne de Leeuw daarover niet veel kwijt. Ze hebben in ieder geval financiële rugdekking van de gemeente Rotterdam en het ministerie van Infrastructuur & Milieu, voor de investering in de walinstallaties die het Havenbedrijf Rotterdam zelf moet doen.
Import en export cruciaal
Wie nog aanneemt dat containers alleen maar in de haven aankomen voor doorvoer naar het Nederlandse achterland vergist zich. Bij de presentatie van de jaarcijfers liet Havenbedrijf Rotterdam CEO Siemons in een overzicht zien wat er zoal in containers zit. Het vervoermiddel zonder eigen wielen is voor 22 procent gevuld met import van voedsel, 16 procent witgoed en huishoudelijke apparaten, 15 procent halffabricaten die in Nederland geassembleerd worden, 14 procent grondstoffen, 12 procent machines en andere kapitaalgoederen 8 procent hoogwaardige technologie, 5 procent Automotive, 4 procent kleding en 4 procent persoonlijke consumptie.
Zoveel is duidelijk: het blijft door de diverse onzekerheidsfactoren lastig vooruit te blikken. Het staat vast dat alle havens gebaat zijn bij stabiliteit. CEO Siemons maakt zich in ieder geval grote zorgen over het verslechterde vestigingsklimaat en de concurrentiepositie van de industrie. Hij is niet de enige in ons land die dat doet. “De chemiesector levert een cruciale bijdrage aan de transitie naar een duurzame economie. De overheid zal moeilijke keuzes moeten maken om het tempo te houden in de energie- en grondstoffentransitie.
Bedrijven moeten weten waaraan ze toe zijn en Nederland moet weer de vestigingsplek voor de innovatieve en duurzame chemie worden.” Het komende kabinet zal zich dat bewust moeten worden.