Een grauwsluier over Rotterdam
Het is al weer decennia geleden dat in de NRC de laatste strip verscheen over heer Bommel en Tom Poes. Langzaam maar zeker raken zij in de vergetelheid. Daarom vergt dit stukje een toelichting. In 1957 verscheen verhaal 75, getiteld Heer Bommel en de Zwarte Zwadderneel. Ik was toen acht jaar en kon de dagelijkse afleveringen zélf zonder moeite lezen want het leesonderwijs was toen nog niet door allerlei nieuwlichterijen verwoest. In Rommeldam verschijnt de Zwarte Zwadderneel, officieel Zwadke Cornelisz geheten. Hij leeft min of meer onder zijn altijd opgestoken paraplu want waar hij ook is, boven zijn hoofd regent het zachtjes.
De Zwarte Zwadderneel is een boetprediker die de leuke dingen des levens wil verbieden. Daarbij krijgt hij een tijd lang de misleide Heer Bommel aan zijn zijde, terwijl hij toch gewaarschuwd moest zijn door dit kinderversje:
De wind is in de bomen,
De regen op ’t struweel.
Nu zal hij weldra komen:
De Zwarte Zwadderneel…
Het zwerk is zwart en duister
De bliksemflits is geel.
Er klinkt een hol gefluister:
De Zwarte Zwadderneel…
Uiteindelijk komt alles goed en verdwijnt de Zwarte Zwadderneel uit Rommeldam. Ik weet niet meer of hij verandert in een kraai en de stad uit klapwiekt of gewoon vertrekt.
Hoe dan ook, de Zwarte Zwadderneel is aan de Coolsingel opnieuw opgedoken en lijkt definitief zijn intrek te hebben genomen op het stadhuis. Dit blijkt uit het gemeentelijk beleid om alles wat leuk en feestelijk is te omgeven met hekken, verboden en restricties zodat de organisatoren het maar opgeven.
Opnieuw opgedoken
Het nieuwste slachtoffer van de Zwarte Zwadderneel op de Coolsingel is het Zomercarnaval. Dit grootste Caribische festival op het Europese continent is door ingrijpen van de gemeente danig gekortwiekt. Omdat er verleden jaar geweld en schietpartijen plaats vonden heeft de gemeente aldus het AD, scherpe veiligheidseisen opgelegd. Niet aan zichzelf, de politie en de handhavers maar aan de organisatie van het festival. Er moeten hekken geplaatst worden. Er dient toegangscontrole plaats te vinden van iedereen die op vrijdagavond de brass bands will bekijken. Datzelfde geldt voor de straatconcerten. De organisatie ziet daar tegen op, ook vanwege de kosten. En nu gaat dit alles niet door, ongetwijfeld tot genoegen van de Zwarte Zwadderneel, ongetwijfeld tot genoegen van de zwartkijkers in de Rotterdamse politiek zoals die te vinden zijn bij Leefbaar Rotterdam, Denk en de christelijke partijen. De straatparade mag bij Gods gratie wel doorgaan. Er zal ongetwijfeld iets gevonden worden waardoor men deze magistrale optocht ook kan aanpakken.
Pretbedervers
Rotterdam is in de greep geraakt van pretbedervers. In plaats van dat gemeente en organisatoren om de tafel gaan zitten om gezamenlijk dit grootse festival – wezenlijk voor de reputatie van Rotterdam als multi-etnische en tolerante cultuurstad - vrolijk en veilig te laten verlopen, in plaats daarvan komt men met eisen, controle en bestuurlijk wantrouwen.
Zo wordt onze stad steeds saaier, steeds voorspelbaarder, steeds oninteressanter gemaakt. Bovendien zal een gedeelte van de bevolking zich ernstig geschoffeerd voelen omdat wat uit hun cultuur voortkomt, door de autoriteiten als risicofactor wordt afgedaan. Als je nou wil, dat nog meer mensen in onze stad afhaken en voortaan hun eigen plan trekken, moet je zo doorgaan.