Twee werelden
Een beveiliger van de supermarkt met zo’n zilveren ‘V’ van ‘Veiligheid’ op zijn borstzak komt op het tafereel aangerend. Uit de opwinding van de agressieve meute begreep ik dat er geen bonnetje uit de automaat was gekomen. De beveiliger probeert te bemiddelen op een vreedzame manier. Tevergeefs.
Het groepje hangjongeren negeert de beveiliger nu volkomen. Zij rennen in oorlogsstemming, richting de entree van Albert Heijn. Inmiddels staat daar een potige tweede beveiliger voor de ingang terwijl de vorige achter die meute aankomt. Winkelpubliek en winkelpersoneel kijken geschrokken toe. Aan de ene kant ‘van de grens’ staan binnen de supermarkt haast alle AH-personeelsleden in slagorde opgesteld. Eveneens jonge mensen, vrouwen met kleurrijke hoofddoeken en mannen in AH-uniformen om hun winkel te beschermen.
Aan de andere kant staan dus de ‘hooligans’. Twee totaal verschillende werelden, direct tegenover elkaar. De meute voor de ingang begint met allerlei lelijke scheldwoorden hun leeftijdgenoten binnen de winkelgrens uit te dagen. Dan volgt een uitval vanuit de ‘hooligans’ richting de personeelsleden. Er vallen klappen over en weer.
Ik sta midden in het strijdgewoel maar voel mij onzichtbaar. De vuistslagen dreunen op luttele centimeters om mij heen. Ik sta doodstil, alsof ik een mummie ben. Nu staat er een oorlogszuchtige van zo’n 130 kilo klaar om als een ‘tank’ de AH-grens binnen te vallen. Hij neemt daarvoor een aanloop. Ik sta gereed om hem pootje te lichten…
Op het moment echter dat hij aanstormt vliegt hij vanzelf onderuit doordat hij uitglijdt over de gladde marmeren vloer. Met zijn volle gewicht valt hij naar achteren met zijn achterhoofd keihard tegen de harde ondergrond. Nu sta ik letterlijk boven hem.
Niet triomfantelijk, maar wel met een gevoel van een onverklaarbare overwinning van boven. Onze blikken kruisen elkaar. Glazig staart hij mij aan met voor mij duidelijke sterretjes rondom zijn ogen. Volkomen uitgerangeerd.
De twee beveiligers sommeren nu de personeelsleden de supermarkt weer in te gaan onder de kreet: ,,De politie komt zo!’’ En zo ontstond er een niemandsland. Want de meute was intussen naar de uitgangen van het winkelcentrum gevlucht, met achterlating van hun gevelde ‘tank’.
Zo’n twee of drie minuten later arriveert massaal politie, waaronder veel vrouwelijke agenten met getrokken wapenstok in de hand. Helaas dus waren de overige ‘stormvogels’ zojuist gevlogen.
,,Hoe jammer toch,’’ mompel ik later bij het weggaan.