‘Verse slakken’
Mijn goede vriend, ik noem hem hier ‘Jan’, had voor de zoveelste keer iets goed te maken met zijn vrouw. Een klassieker dus. Maar met een ‘lullig’ bosje rozen of doosje bonbons zou hij nu niet wegkomen. Dat wist hij van tevoren. Dus koos hij voor een zeer speciale aanpak. ,,Schat, wat vind jij nou echt lekker?’’ sprak hij poeslief bij thuiskomst. De donkere donderwolk boven het hoofd van zijn echtgenote klaarde op en veranderde spontaan in een erotisch wolkje.
,,Nee, nee,’’
haastte Jan zich, ,,dat bedoel ik niet.’’ Hij kende haar immers van haver tot
gort. ,,Ik bedoel wat je nou écht lekker vindt, om te eten!’’ Haar roze
droomwolkje klapte in een keer uit elkaar.
,,Tja, wat ik
echt lekker vind om te eten,’’ mompelde zij haast teleurgesteld. ,,Nou weet je
wat, die heb ik een hele lange tijd niet gegeten, escargots! Maar ze moeten wel
vers zijn,’’ voegde zij er nadrukkelijk aan toe.
Dit liet Jan zich
geen tweede keer zeggen. Opgelucht en flierefluitend vertrok hij, op weg naar
de eerste de beste delicatessenwinkel. Daar nam hij niet een, maar meteen drie
kilo van die verse slakken (escargots). Kinderachtig was hij zeker niet. Zo
belandde Jan met zijn buit bij een kruising waar het voetgangerslicht op rood
stond.
Plotseling wordt
hij op zijn schouders getikt door een jonge dame. Het bleek een oude vlam te
zijn van zo’n vijf jaar geleden. Er volgde een gezellig kort ‘praatjepot’. Toen
het licht weer op groen sprong zei zij: ,,Jôh, ik woon hier vlak om de hoek.
Als je nog tijd hebt voor een kopje koffie…’’
Even keek Jan op
zijn horloge. ,,Een kwartiertje of zo moet kunnen,’’ dacht hij naïef. Na de
gezellige koffieleut werd het al snel een wijntje. En voordat hij het goed en
wel besefte lag hij, net als vroeger, met haar in bed.
Een paar uur later
schrok hij wakker. In grote haast pakte Jan de zak slakken en rende ermee naar
huis. Onderweg mompelend: ,,Tom Poes, verzin een list!’
In plaats van
zijn huissleutels te pakken bij aankomst, belde hij aan. Daarna gooide hij de
drie kilo escargots uit de plastic zak, zo op de welkomstmat voor de deur.
Hij ging snel op
zijn hurken zitten en toen zijn vrouw opendeed gebaarde hij met beide handen
'vooruit' naar de inmiddels bewegende slakken.
,,Jongens
opschieten nou, opschieten..,’’ sprak hij gehaast. ,,We zijn d’r bijna!...’’