Oppassen voor puzzelaars!
,,Wat ik
zelf met puzzelen heb?'’ goeie vraag.
Maar op z'n Rotterdams gezegd: ,,Geen ene malle moer.’’
Sterker nog, ik
heb een aversie tegen alles wat met puzzelen te maken heeft. En dat geldt voor
puzzelaars in het bijzonder. Puzzelaars zijn voor mij piekeraars. Mensen die
voortdurend in al of niet rokerige lokalen naar het plafond zitten te staren.
En dan hopen dat het antwoord van boven komt. Wat vaak niet lukt. En dan nog
wanhopiger in de rondte gaan kijken.
Andere mensen
lastigvallen. Hard roepend, zo van: ,,Een kanaal in Noord-Holland, zeven
letters?!’’
Zit je net met een leuk gezelschap in een interessante discussie, word je gesprek verpest door zo'n pietluttige piekeraar.
Ik haat ze, reeds van mijn kindertijd af. Dat kwam door mijn ‘oude heer’, ook zo’n beroepspuzzelaar.
In een recent
wetenschappelijk onderzoek bij onze Zuiderburen is een psycho-analyserapport
gemaakt van puzzelaars.
Conclusies:
,,Puur egocentrische mensen, introvert, geen oog of oor voor anderen. Humeurig,
minderwaardigheidscomplex voortkomende uit een falende dwang tot daden,
hypernerveus en asociaal.’’
Personeelsfunctionarissen
dienen bij sollicitatieprocedures in de toekomst rekening te houden met dit
belangrijke aspect. Vult een sollicitant puzzelen in bij de rubriek ‘Hobby's’,
meteen doorverwijzen naar de prullenbak.
Afgezien nog van
het feit dat puzzelaars er bekend om
staan stiekem in de baas zijn tijd puzzels proberen op te lossen. Met nadruk
zeg ik hier ‘proberen’. Vaak genoeg komen ze er niet uit, zonder collega's
lastig te vallen.
Wat mij het meest
aan deze puzzelaars irriteert is hun drang tot bezit. Je komt 's ochtends je
kantoor of je buurtcafé binnenlopen voor ‘je krantje en je kopje koffie’, of
daar zit weer die verdomde puzzelaar met de hele krant in handen.
Eindeloos anderen
laten wachten totdat die klotepuzzel niet is opgelost.
Vaak met grote
ruzies tot gevolg.
Een puzzelaar
verdient het om in zijn doodskist het ‘Groot Levenspuzzelboek’ te krijgen
nagegooid. Zodat die tot in de eeuwigheid kan blijven doorpuzzelen.
In alle rust.
En zonder in
paniek te roepen: ,,Een ander woord voor hemel?’’