Haring-Arie, een Eurabisch Sprookje

22 februari 2025 • 04:00 door Manuel Kneepkens
Haring-Arie, een Eurabisch Sprookje
'Arabian Night Entertainments' by William Lane 1889 / Lib of Congress blogs

Kalief Haroen al Rasjid en zijn Groot-Vizier dispu­teerden eens over het menselijk geluk.
Volgens Haroen-Al-Rasjid was het feit of iemand zich al dan niet gelukkig voelde, afhankelijk van zijn instelling, zijn karakter. De Groot-Vizier was zo vrij dat te betwisten. Volgens hem maakte het àlles, maar dan ook alles uit aan wat voor omstan­digheden de mens was blootgesteld. Was dat al kommer & kwel wat de klok sloeg, dan zou ook de meest positief ingestelde mens zich na verloop van tijd toe wensen dat hij nooit, nooit geboren was.
Geen van de twee wist de ander te overtuigen.Tja, wat nu?

'Laten we ons als bedelaars verkleden, o, Kalief,net al we vroeger wel eens gewoon waren te doen om uit te vogelen over hoe de man-in-de-straat werkelijk dacht over ons zegenrijk regiem..." sprak de Groot-Vizier:" en ons aldus onherkenbaar onder de mensen begeven om vervolgens in alle rust een persoon op te sporen die volkomen gelukkig is'.
'En wat dan?'
'Dan onderwerpen wij die aan een klein experiment. We veranderen zijn omstandigheden ten negatieve en wachten af. Eens kijken of die mens zich niet al gauw erg ongelukkig gaat voelen'.

De Kalief, die wel zin had in een verzetje, stemde toe.
En zie, de Kalief en de Groot-Vizier begaven zich als bedelaars vermomd de kasbah van Bagdad in.
Tenslotte vonden ze ergens op een achteraf-pleintje een man in een Volendammer kostuum naast een viskar. Het was Haring-Arie uit Holland en die riep:" Harinkie! Harin­kie! Ik heb lekkere harinkies!"
En hij riep dat zo opgewekt dat de Kalief er subiet van onder de indruk raak­te en fluisterde in het oor van de Groot-Vizier:
"Kijk me dat nou eens aan, Groot-Vizier! Die Haring-Arie, bij Allah, een allochtoon uit Holland, dat zit hier maar midden in de kasbah in Bagdad, in het jaar 812, wat een misère, zou je zo zeggen...en toch... zo'n vrolijk iemand hebben we de hele dag nog niet gezien!"

Inmiddels had Haring-Arie de twee bedelaars opgemerkt, en, omdat hij inderdaad een gulle, vrolijke natuur bezat, riep hij:
"Hé, bedelaars, ik heb goed verdiend vandaag... Weet je wat? Ga mee naar mijn huis. Mijn vrouw kan heerlijk koken en mijn dochters dansen Buik als de beste!
Kom, dan bouwen we er een mooie avond van!"
Nou, die twee pseudo-bedelaars natuurlijk mee naar Haring-Arie's huis!

En inderdaad, bij Allah en bij Mohammed zijn profeet, Arie's vrouw kon inderdaad overheerlijk koken en zijn bloedmooie dochters, o, die dansten... daar zou zelfs prinses Salomè, die fameuze danseres in dat andere wonderbaarlijk sprookjesboek uit de Oriënt, de Bijbel, nog een puntje aan kunnen zuigen.
Geen wonder, dat de Kalief en Groot-Vizier opgetogen paleiswaarts keerden. Die Kaaskop, die was werkelijk bij uitstek geknipt voor 't experiment.

Reeds de volgende dag liet de Groot-Vizier uit naam van de Kalief overal in het rijk aanplakken dat het van nu af aan Hollanders verboden was haring te kaken en/of te verkopen in heel het Kalifaat, etc.
"Moet je eens opletten", zei de Groot-Vizier, blakend van zelfver­trouwen, "Haha! Nou is die Haring-Arie werkeloos... Eens kijken of die over een maandje of zo er nog zo'n vrolijke cheese-smile op na houdt..."

Een maandje later slopen Kalief en Groot-Vizier wederom als bedelaars vermomd de kashba in. Op het achterafpleintje troffen ze Haring-Arie aan, nog vrolijker dan de eerste keer.
"Ha, vrienden, zijn jullie daar?" riep Arie hen al van verre toe: "Gaan jullie weer mee een feestje bouwen? Jullie Kalief heeft weliswaar plotseling in zijn oneindige wijsheid beschikt, dat Hollan­ders geen haring meer mogen kaken of verkopen, zodat ik brodeloos ben geworden, maar ... voor haringkaken bijvoorbeeld, moet je enorm handig zijn en dat ben ik als gediplomeerd haringkaker, uiteraard ... Mijn handjes,die kan ik dus heel wel laten wapperen...
Dus heb ik me ver­huurd als timmer­man! En kijk, ik heb vandaag al sowieso drie piasters meer verdiend dan anders op een doordeweekse dag als haringkaker. Leve de Kalief, dat-ie me het haringverkopen verboden heeft."
En de vrouw kookte, en de dochters dansten, en Haring-Arie schonk zijn vrienden kelkjes Jenever in. 'Is dat geen alcohol?'vroeg de Kalief zorgelijk. Maar, Arie beweerde dat 't in Holland een zeer ge­waardeerd 'medicijn was ‘tegen de sores' en dat ìs 't natuurlijk ook, en, kijk, een medicijn, dat mag net als ieder ander mens, een Moslim uiteraard ook...
Tegen drie uur in de ochtend keerden de Kalief en de Groot-Vizier dronken terug naar het paleis. En de Kalief lalde tegen de Groot-Vizier: "Zie je wel! Die Haring-Arie, die krijg je niet klein... !"
En de Groot-Vizier: "Wacht maar af... wacht maar af!"
De volgende dag hingen er overal plakkaten in Bagdad, dat het Hollanders verboden was zich te verhuren als timmerlieden.

Veertien dagen later hoorden ze al van ver de vrolijke stem van Haring-Arie, in zijn curieus Hollarabisch: "Hé, makkers, zijn jullie weer daar? Zullen we bij mij thuis een feestje bouwen? De Kalief heeft in zijn oneindi­ge wijsheid besloten alle Hollanders het timmeren te verbieden... Dus ik op zoek naar een nieuwe baan! Dat was moeilijk hoor! Niet te vinden! Toen ben ik maar in het leger gegaan... Als soldaat kunnen ze je àltijd gebrui­ken, tenslotte! En kijk, hier is mijn eerste soldij. Ik verdien nu liefst 9 piaster meer dan toen ik nog harinkjes stond schoon te maken... Kom jongens, lekker eten, buikdansen en Jenever tegen de melancholie!’

"Maar, Arie," zei de Groot-Vizier: "Jij in het leger, een Hollander, een man
uit 't land van Erasmus, het Vredespaleis, de voormalige PSP, het IKV, de Hollanditis.Je gaat hier toch niet een beetje met een geweer door Bagdad macheren ?"
"Nee, inderdaad," antwoordde Haring-Arie :"dat heb je goed gezien... Maar kijk, ik ben nogal handig met mijn hand­jes, dat weet je... Nou is het zo dat in 't leger van jullie elke soldaat voor z'n eigen geweer moet zorgen... Nou, ik heb doodgewoon zo'n geweer nagemaakt... in hout!”
Kijk eens, hoe ècht het eruit ziet... Maar doden, nee, dat kun je er niet mee ...Kortom, ik exerceer er als de beste mee, maar... als er één wapen pacifistisch is, nou dan is dit 't wel!"
En trots toonde Haring-Arie z'n nepgeweer. Waarlijk, tegen die man was geen kruid gewassen ! En zo ook sprak de Kalief tegen de Groot-Vizier, toen ze samen diep in de nacht, zwaar aangetast vanwege Haring-Arie’s jenevertjes, terug wankel­den naar het Paleis.
‘Geef het toch op, Groot-Vizier," riep de Kalief, ‘Je hebt verloren. Geluk is een functie van het innerlijk _ dat is nu toch bewezen!'
'O nee...' zei de Groot-Vizier, 'wij functioneren in een sprookje, Kalief, weet u nog... .En daarin is driemaal altijd sprook­jesrecht. Morgen zal ik Arie ten laatste male beproe­ven.'

Die ochtend riep de Groot-Vizier in naam van de Kalief het hele leger voor het balkon van het Paleis. Onder het balkon verschenen twee cipiers met een gevangene, bijgenaamd de Boef der Boeven. Nou dan weet je het wel.
'Soldaten...' riep de Groot-Vizier, 'hieronder zien jullie de Boef der Boeven die moet uiteraard nodig geëxecu­teerd. Ja, de kogel krijgt-ie! En een van jullie moet hem doden. Ik zal nu geheel willekeurig iemand aanwijzen...
Jij daar!'

En oei, oei, de Groot-Vizier wees Haring-Arie aan!
Die kwam naar voren, stamelend: 'O, niet ik, Edele Groot-Vizier, ik ben een Hollander... Bij ons is de doodstraf afgeschaft, allang... Ik mag die man niet doden, wat hij ook heeft misdaan...!' 'Tut, tut, je bent soldaat, je staat onder krijgstucht... Als jij de Boef der Boeven niet doodschiet, dan wordt jij zelf doodgeschoten. Zo zit dat... Kom, schiet op!'
'Goed...' zei Haring-Arie, 'dan zal ik dat doen, als 't niet anders kan. Dan moet Allah maar verhoeden dat mijn geweer afgaat.' En hij legde aan. En haalde de trekker over. Maar er gebeurde, zoals te verwachten was, niets.

'Nee maar,' stamelde Haring-Arie en viel op de knieën,' een wonder! Allah heeft mijn gebed verhoord. Hij heeft mijn geweer in hout veranderd!"

Een geweer geëcologiseerd ! Heel het leger zonk nu prompt op de knieën.
Een wonder! Het Allahu Akbar was niet van de lucht! En de Groot-Vizier kon niets anders doen dan de Kalief verzoeken de gevangene te gratiëren.
En dat deed de Kalief.

Maar hij deed nog meer. Hij maakte zich tevens bekend als een van de bedelaars die zo vaak Haring-Arie 's gastvrijheid genoten hadden en sprak: ' Haring-Arie, zo is het wel welletjes. Je bent genoeg beproefd. Ik benoem ik je bij dezen tot hofleverancier van haring, en je krijgt nog een schepel goud toe. En niemand mag je ooit nog voor kaaskop uitschelden'.
Aldus geschiedde. En Haring-Arie leefde nog lang en geluk­kig in de kashba van Bagdad. Althans dat wordt beweerd.

Over de columnist

Manuel Kneepkens

M.M.M. (Manuel) Kneepkens (Heerlen, 26 februari 1942) is een Nederlands dichter, publicist, politicus en jurist-criminoloog. 

Na het gymnasium op het Bernardinuscollege ging hij in Leiden rechten en criminologie studeren. In 1971 vertrok hij naar de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Daar was hij 23 jaar docent strafrecht en criminologie.

Trump ereburger van Rotterdam?
23 mrt
Trump ereburger van Rotterdam?
Wegkijk- en Doe-niet virus woekeren pandemisch voort
22 mrt
Wegkijk- en Doe-niet virus woekeren pandemisch voort
Rotterdam boekenstad
15 mrt
Rotterdam boekenstad
Het lobbyregister: hoe dom kan je zijn?
15 mrt
Het lobbyregister: hoe dom kan je zijn?
Republiek der Letteren  (Die Rheinreise II)
08 mrt
Republiek der Letteren (Die Rheinreise II)
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.