Een doodlopende weg
“Hoe moeten we in godsnaam verder met de wereld”, verzuchtte Youp van ’t Hek in zijn NRC-column. Zelf kan ik ook haast geen woorden meer vinden om mijn triestheid en bezorgdheid over het wereldgebeuren uit te drukken. Mijn toekomstdromen lijken bestemd voor de vuilnisbak van de geschiedenis. Terwijl de mensheid ernstig wordt bedreigd door de klimaatcrisis woedt in Europa alweer een afschuwelijke oorlog. Na Oekraïne wordt nu het ‘Heilige Land’ ontheiligd, waarbij duizenden onschuldige burgers worden afgeslacht. Verdoofd en verbaasd blijf ik kijken naar de beelden die mij voorgeschoteld worden en voel mij steeds meer moedeloos en machteloos verloren. Maar we hebben nu te maken met een ernstig falen van het geopolitieke leiderschap. Dat komt tot uiting in een terugval van het beschavingsniveau waarop veel westerse politici zeggen prat te gaan. Een niveau dat we na de Tweede Wereldoorlog dachten eindelijk bereikt te hebben. maar het laagje van hun zogenoemde “gaafheid” is ernstig versleten
Het fundament van beschaving wordt gevormd door universele waarden als vrijheid gelijkheid, broederschap, democratie, etc. Dat vraagt van politici het vermogen om buiten de eigen grenzen te kijken en over hun eigen schaduw heen te springen. De Franse filosoof Condorcet (1743 – 1794) stelde dat er pas sprake is van ‘beschaving’ wanneer er in een samenleving geen geweld nodig is om politieke conflicten op te lossen of maatschappelijke veranderingen door te voeren. Geweldloosheid als beschavingsnorm. In essentie is het fundament van beschaving de ‘menselijke waardigheid’. Als humanist en vredesactivist heb ik getracht een bescheiden bijdrage te leveren aan het bevorderen van de ‘menselijke waardigheid’.
Maar de dynamiek van de bewapeningswedloop heeft uiteindelijk geresulteerd in militaristische denkwijzen bij het hanteren van conflicten en geschillen. Nu overheersen vooral gevoelens van wij-tegen-zij, wraak en revanche. En dan blijkt tot mijn ontsteltenis dat er sprake is van een gebrek aan creatief oplossingsvermogen van het geopolitieke leiderschap om tot menswaardige oplossingen te komen. Dialoog en diplomatie worden gekleineerd of genegeerd.
Politieke leiders kunnen niet meer buiten hun eendimensionaal denkraam tot een afgewogen en genuanceerd oordeel te komen. Gebleken is dat zij en hun deskundige adviseurs niet over hun eigen schaduw heen kunnen of willen springen. Handen in de eigen boezem steken is er bij hen niet bij. Vanuit hun hoogmoedige vooringenomenheid bieden zij met hun vooroordelen geen enkele hoop. Maar “een crisis wordt pas een ramp wanneer er met vooroordelen op wordt gereageerd.” volgens Hannah Arendt. Dan zal de weg naar het ‘Beloofde Land’ voor altijd doodlopend blijven.