Rivierkind
Heb u al eens eerder verteld dat ik buitendijks geboren ben. En of dat nu de reden is dat ik gek op de rivier ben, heb geen flauw idee! Feit is wel dat als ik in een plaats ben die aan een rivier ligt, ik dat water even op 'moet' zoeken.
De rivier leeft! Zowel in als op het water.
Wij woonden aan de Merwede, toentertijd één van de drukst bevaren rivieren van Europa. We zagen wat voorbij varen dagelijks. Container- en binnenvaartschepen, jachten en jachtjes, roeibootjes...
Die laatste zie je zelden meer. Maar wat was het leven nog simpel, toen er nog roeibootjes bestonden. Gemoedelijk, niet zo vreselijk gehaast als nu.
Dan kwam er op een warme zomeravond wel eens een roeibootje langs waarvan de eigenaar hard psalmenzingend de roeispanen ronddraaide. Nèt een plaatje uit een boekje van W.G van de Hulst. De ouderen onder u zullen deze naam onmiddelijk herkennen, denk ik zo.
Jaren later kwam er elke week een echte raderboot langs, de Mississippi Queen. Of je in een stripboek van Lucky Luke was beland. En het was helemaal geweldig toen de kapitein van die boot vlak onder de kant voer, en de scheepshoorn liet loeien telkens als hij ons zag staan!
Als het zomers een paar weken warm was, was het gebruikelijk dat de hele buurt in de rivier aan het zwemmen was. We letten wèl op dat het op dat moment vloed was, anders kon het gebeuren dat je tussen rioolwater zwom onder de kant, met alle vervelende 'verrassingen' van dien! In die tijd kwam het rioolwater van die huizen nog terecht in de rivier...
Wij woonden schuin tegenover de Helsluis: als je daar doorheen voer kwam je in de Sliedrechtse Biesbosch terecht. Zomers gingen we daar regelmatig zwemmen in één van de kreekjes, of heerlijk op het strandje aan de Merwede de middag doorbrengen.
Toen ik op 11 Januari 1963 geboren werd, was mijn vader 's middags nog aan het schaatsen op de rivier. De winter van 1962/1963 wordt ook wel 'de Barre Winter' genoemd. Je kon toen over het ijs van de rivier met je auto naar de overkant!
Zal tegenwoordig niet meer zo snel gebeuren ben ik bang.
Ik vond het als kind altijd reuze spannend als het mistig was. Hoor in gedachten nòg de scheepshoorns loeien als de mist weer eens als een dikke deken over de rivier lag, en de schippers elkaar waarschuwden als ze de bocht bij de Singel om voeren. Een klein beetje luguber vond ik dat toen. Nu hoeft dat niet meer met de radar.
En dan Hoog Water.
Nu is het direct een nieuwsitem als de rivieren in Nederland buiten hun oevers treden: toen was dat héél gebruikelijk ieder jaar. Men was daar ook goed op voorbereid. In de herfst en het voorjaar waren we alert op de waterstanden, en er werden als er zuidwesterstorm voorspeld werd, alvast de nodige voorzorgsmaatregelen genomen.
Moesten we 'kisten': alle luchtgaten van de huizen dichten met houten blokken.
Vaak kwam de brandweer kelders leegpompen.
Hedentendage niet meer vóór te stellen!.
Maar het leven aan de rivier was mooi, héél mooi!
Woon nu al 20 jaar binnendijks, en als het aangewind is, kan ik 's zomers de rivier ruiken... Gelukkig hoef ik enkel maar even de dijk op te lopen om mijn geliefde rivier te zien. Dan kan ik daar heerlijk op een bankje zitten mijmeren over vroeger.
Uw columnist is een echt Rivierkind, en heeft geen bloed in haar aderen, maar rivierwater...