Feyenoord of hoe hou je het saamhorigheidsgevoel vast
Al dik veertig jaar woon ik in Rotterdam, maar ik ben geboren en getogen in Amersfoort. Voor de lol hadden mijn broers en ik allemaal een favoriete voetbalclub, los van het plaatselijke HVC dat ooit ook op hoog niveau speelde. Jan was voor Ajax, Dick voor PSV en ik voor Feyenoord.
En anno 2023 woont Jan in Amsterdam, Dick in Noord-Brabant en ik in Rotterdam. Dat kan geen toeval zijn.
Aan Feyenoord bewaar ik tal van mooie herinneringen.
Het winnen van de Europese beker in 2002, in de Kuip van Dortmund, vlak na de dood van Pim Fortuyn, zal ik niet snel vergeten. Ik was welkom in de skybox van de bekende schroot- en nikkelverhandelaar Willem van ’t Wout en daar was altijd een bont gezelschap van voetballers, journalisten en andere Rotterdamse prominenten. Van Coen Moulijn tot Koos Postema. Je kon binnen drinken en buiten kijken.
Hooligan Mitch maakte ook deel uit van onze familie. Hij kwam bij een ongeval in de haven op raadselachtige wijze vroegtijdig om het leven. Zijn begrafenis vond in de Kuip plaats, eerst in de Maaszaal en daarna met vuurwerk in het stadion. Heel bijzonder.
Een van mijn grootste mislukkingen had ook me de Kuip te maken. Ik wilde de tiende verjaardag van Radio Rijnmond met een giga Kuipspektakel in het stadion vieren. Vol vuurwerk, sport en muziek. Dat kon toen goed omdat de Kuip een grote renovatie zou ondergaan. Het programma was fantastisch, maar er kwamen slechts een paar duizend mensen op af. Een groot feest dus is een bijna leeg stadion. Ik schaam me nog altijd dood voor dat fiasco. Maar ook blijf ik mij afvragen waarom het animo zo tegenviel. Misschien speelde een rol dat oudere luisteraars de Kuip met agressie associeerden en bang waren om daar ’s avonds heen te gaan.
Tegenwoordig volg ik Feyenoord vaak in mijn buurtcafé Steijn. Zodra ze scoren brengt de bediening automatisch bitterballen. Nu dat vaker gebeurt kan dat aardig aantikken. De bekerfinale lopen we mis en ook naar een Europese prijs kunnen we fluiten. Daarom zit er niets anders op dan toe te leven naar het landskampioenschap. Trainer Slot is fantastisch en het team, waarin ik zestien nationaliteiten tel, maakt ook indruk.
Ik verheug mij nu al op het grote feest op 7 of 14 mei. Dan is Rotterdam op zijn best.
Al tijden pieker ik over de vraag hoe je het saamhorigheidsgevoel dat tijdens zo’n kampioenschap ontstaat langer als samenleving vast kan houden.