Waseggie?

Weet u wat mij , vooral de laatste jaren, zo opvalt? Dat er zo’n hoop slechthorende mensen zijn. En dan met name jonge mensen en kinderen. Moet u eens opletten als er een groepje jeugd bij elkaar is: je kunt ze 100 meter verderop mèt oordoppen in woordelijk verstaan!
Hoe zou dat nu toch komen? Doordat ze vaak met oortjes op muziek luisteren? Willen ze zich door hard te schreeuwen laten gelden? Heb werkelijk geen flauw idee.
En nu, op de zondagmorgen, zit ik met de achterdeur open en kon zojuist een kwartiertje genieten van het harde getetter van één van mijn buurtgenoten. Die inmiddels gelukkig weer naar binnen getogen is. Kijk, spelende kinderen vind ik niet erg, dat gaat vaak gepaard met een hoop gegiechel en schaterlachen. Maar hele gesprekken van buurtgenoten aan moeten horen op volumestandje 12 vind ik toch wel even iets anders. Kan me daar mateloos aan ergeren!
Ik heb 40 jaar in een vrijstaand huis aan de rivier gewoond, met een grote tuin. Als we als kind buiten gingen spelen kregen we van ons moeder de waarschuwing om normaal te praten, en vooral niet te hard, anders konden we linea recta weer naar binnen! Want geluid draagt ver langs de rivier…
Nu ben ik zelf een tikkeltje slechthorend aan één kant, een afwijking in de familie zullen we maar zeggen. Mijn broer en oudere zus hebben het ook. Als er op een familiegelegenheid flink gepraat wordt, zitten wij drieën met ons hoofd een beetje scheef, gelijk het hondje van His Master’s Voice. Komisch gezicht moet dat zijn! Maar wij moeten ons concentreren op degene waar we een gesprek mee voeren, en op de één of andere manier gaat dat beter als we ons hoofd scheef houden, gek hè?
In de winkel is het soms ook moeilijk om iemand advies te geven als diegene slechthorend is. Pasgeleden een adviesgesprek met een megadove klant gevoerd. Alles drie keer moeten herhalen met steeds groter volume. De klant verontschuldigde zich:”Sorry, mn batterijtjes zijn leeg!”. Nu snapte ik direct dat hij de batterijtjes van zijn gehoorapparaatjes bedoelde, dus ik gooide er nog een schepje bovenop. Denk dat ze me bij de slager hebben kunnen verstaan, en die zit 30 meter verderop! De andere klanten in de toko keken meewarig doch ook enigszins geamuseerd onze kant op. Toen mijn klant was vertrokken, was ik zó schor dat er enkel een onverstaanbaar krakend geluid uit mijn mond kwam. Waarop de overige klanten in lachen uitbarstten en me adviseerden om eerst maar eens even een slokje water te nemen, of een dropje. Het werd het laatste…
Mijn ene oma was óók vreselijk doof, en weigerde pertinent om gehoorapparaatjes te nemen. Toentertijd waren dat best grote joekels, in vergelijking met tegenwoordig. Er zaten toen nog van die batterijen bij die meer weg hadden van een accu van een auto, zó groot. En oma was toch een tikkie ijdel..Dus wij schreeuwden wat af! Oma óók, want ze kon zichzelf blijkbaar niet verstaan. Maar mijn tante heeft die doofheid van oma geërfd. Pasgeleden belde tante naar de winkel. Ik moest weer alles drie keer herhalen, op volumestandje 13! Op een gegeven moment schreeuwde ik in de telefoon: “Tante, doe uw gehoorapparaatjes eens in!”. “Wat zeggie?” kreeg ik als antwoord. “Doe uw gehoorapparaatjes eens in!”. Wederom:”Wat zeggie?”. Het was inmiddels stil geworden in de winkel, en alle aanwezige klanten keken grijnzend mijn kant uit. Op mijn derde bulderende advies aan tante schoot men eensgezind in een schaterlach. Écht, hé, ze stonden gewoon keihard te lachen! Ik was inmiddels mijn stem praktisch kwijt, en piepte zo hard ik kon in de telefoon: “Ik kom vanavond wel even langs, tante, lijkt me beter!”. En zette de telefoon weer in de houder.
Toen de klanten bijgekomen waren vroeg er iemand of het wel zo slim zou zijn om diezelfde dag nog naar tante te gaan. “want dan heb je morgen helemaal geen stem meer, Cor!”.
Dat advies maar ter harte genomen: moest nog twee dagen werken…