Een zielig rozijntje

06 december 2020 door Roland Vonk
Een zielig rozijntje
Tekening: Herman Schouwenburg

(door Roland Vonk)

Het had allemaal te maken met ons hondje, Mees.

Een maand geleden of zo merkten mijn vrouw en ik dat Mees een bobbeltje had op haar rug. Ze had eerder op andere plekken twee bultjes ontwikkeld - onschuldige, weinig geprononceerde vetbultjes - maar dit zag er anders uit. Dit was echt een dingetje. Een soort ovalen snoepje, vooral blank maar met ook wat donkerder stukjes erin.

Mijn vrouw en ik raken niet zo snel in paniek. We waren het erover eens: maar even aankijken. Als Mees nou heel erg ging krabben of als dat dingetje groter werd, gingen we er wel mee naar de dierenarts. En anders: eind van het jaar moesten we sowieso naar de dierenarts voor de jaarlijkse inentingen. Dan konden we meteen even vragen om hier een blik op te werpen.

En toen kwam - wat vroeger dan verwacht - de oproep al voor de inentingen. Afspraak gemaakt en langs.

Toen we er waren, bleek dat de oproep inderdaad een beetje te vroeg was verstuurd. Het jaar was nog lang niet om. Ze hadden zich vergist. Maar ja, nu we er tóch waren, wilden we wel even naar dat bobbeltje laten kijken. Dat kostte dan een extra consult, maar nou ja, dat moest dan maar.

De jeugdige vrouwelijke dierenarts van dienst keek en voelde. Wat het precies was kon ze zo niet bepalen. Om daar achter te komen moest ze met een naald wat weefsel uitnemen en dat opsturen naar een laboratorium voor onderzoek. Op mijn vraag wat dat ging kosten, antwoordde ze dat dat rond de 90 euro zou zijn.

Ik had het er al eens met mijn vrouw over gehad hoe ver je wilt gaan met medische ingrepen bij je hondje. Je hoort wel eens van mensen die duizenden euro’s uitgeven voor een behandeling en dat zo’n diertje dan na een jaar alsnog het loodje legt.
Zóver zouden we zeker niet gaan, maar dit onderzoekje: ja.

Een week later werden we gebeld met de uitslag. Of beter: met een gebrek aan uitslag. In het afgenomen weefsel waren alleen maar bloed- en huidcellen aangetroffen. Volgens de dierenarts was het niet gelukt om voldoende van de ínhoud van het bultje op te zuigen om echt iets te kunnen zeggen.

Dus ik had zojuist in totaal 140 euro voor niks uitgegeven?

Tja, ze vond het ook vervelend. Maar zoiets kan gebeuren, verklaarde ze. Misschien had ze dat van te voren beter moeten duidelijk maken.

En: als ik echt uitsluitsel wilde hebben, moest ze even het hele bultje operatief verwijderen. Dan stuurde ze het in z’n geheel op naar het laboratorium. Dat zou bij elkaar tussen de 600 en 700 euro kosten.

Ik viel bijna van mijn stoel toen ik dat bedrag hoorde.
Ja, het moest onder narcose, en dat kost het een en ander.

U snapt dat we niet meteen een afspraak hebben gemaakt.
600 euro om een pukkeltje te laten weghalen?
Ik zei het niet, maar ik dacht: ben je wel goed bij je hoofd?

En toen begon de lawine aan kritische - of óverkritische - gedachten.

Had die jonge dierenarts niet meteen kunnen weten dat zo’n punctie te weinig materiaal zou opleveren?
Zou een oudere, meer ervaren dierenarts niet meteen met het blote oog hebben gezien wat dat voor bultje is?
Waarom zien we eigenlijk elk jaar een andere dierenarts in deze  praktijk? Je bouwt nooit een band met iemand op. Net als bij mijn huisarts. Vroeger had ik gewoon één huisarts bij wie ik graag langs ging. Sinds zijn pensionering ga ik naar een gezondheidscentrum en is het steeds afwachten wie ik daar tref.
Ja, en zou deze dierenartsenpraktijk - die onderdeel is van een keten - verhoudingsgewijs duur zijn? Waarom kan ik dat niet checken? Waarom zetten dierenartsen niet gewoon op hun site een tarievenlijst?
En zo voort, en zo voort.

Dat kleine bultje van Mees groeide uit tot een wolk van ontevredenheid over van alles en nog wat.

Ja, en toen zagen we dat bultje, dat bultje dat ons dus al 140 euro had gekost, een beetje van kleur veranderen. De volgende dag liep het opeens leeg. Er kwam wat lichtrood vocht uit, wat overbleef was een soort zielig rozijntje. Een rozijntje dat Mees binnen de kortste keren bijna had los gelikt van de omgeving. Het zat nog maar met een heel dun strengetje vast. Dat heb ik doorgeknipt. De wond die overbleef oogde vervaarlijk groot, maar in de dagen hierna hebben we die wond stukje bij beetje zien slinken.

Mét het leeglopen en losraken van die pukkel dreef ook mijn acute, wat wezensvreemde ontevredenheid weg. Mees had vermoedelijk alleen maar zoiets als een bloedblaar gehad. Die 140 euro was weliswaar weggegooid geld geweest. Maar die 600 euro hadden we ons in elk geval bespaard.

Nou die inentingen nog.
Waar gaan we die eens halen?

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.