De Worgengel
De Worgengel¹
en zooals ik nu zwijg
zoo zweeg er op aarde nooit een
(Piet Paaltjens)
De dag dat ik moest afstuderen, sneeuwde het
het uur was vroeg
en ik in rok – zoals behoorde
Ik slaagde! Zowaar
Café l' Esperance was nog niet open
wel Ali Baba op de Witte Singel
Van de veertig rovers bleek iedereen vertrokken
richting: de nacht van gisteren
Mij restten toen enkel Jan, Piet en Klaas²
die mij begeleidden terug naar de Hogewoerd
waar ik het rokkostuum uittrok
terwijl het sneeuwde , almaar sneeuwde
gingen we naar Camera, de bioscoop aan de overkant
waar ik trakteerde op de film Casino Royal
een laffe James Bond
's avond kwamen mijn ouders aan
helemaal uit de Mijnstreek
“Waarom heb je je rok niet aangehouden, jongen? “
(moeder)
“Ma,we zijn hier niet aan boord van de Titanic!”
“Wat ga je nu doen?”
(vader)
Wat moest ik antwoorden? Het cliché?
dat de maatschappij een hele kille was
en dat ik er mij nooit, nooit in thuis zou voelen
O, Rokkostuum van het zwijgen!