Links/Rechts (2)
In de aanloop tot de komende raadsverkiezingen wordt ook op deze site behoorlijk stigmatiserend gedaan. Links over rechts en rechts over links. Als telg uit een oud sociaaldemocratisch geslacht en als voormalig redacteur van Het Vrije Volk heb ik zo mijn persoonlijke ervaringen met zowel links als rechts.
Laat ik maar eens met links beginnen. Het is inderdaad zo dat de AOW als staatspensioen niet door de oude Drees, maar door de toenmalige minister van Sociale Zaken Suurhoff, ook PvdA, door de Tweede Kamer is geloodst. Suurhoff bouwde voort op een model dat al tijdens de Tweede Wereldoorlog was ontworpen door de latere burgemeester van Groningen Jan Berger.
Berger trad, net als de oude en de jonge Drees uit protest tegen de woeste plannen van Nieuw Links uit de PvdA en sloot zich aan bij DS’70.
Toen later Ien van den Heuvel als partijvoorzitter van de PvdA het zogenaamde ‘arbeiders- en boerenparadijs DDR’ wilde erkennen heb ik ook sterk overwogen uit die partij te stappen. Ik had vrij kort na de bouw van de Berlijnse muur dat zogenaamde paradijs gezien en in dat stadium aan voorstanders gevraagd ,,of zij stront in hun ogen hadden gehad.”
Naarmate de voormannen van Nieuw Links zelf op hoge posten kwamen werd de toon gematigder, maar de jonge burgemeester Van der Louw kreeg op een reis naar China nog even een spoedcursus van het Rotterdamse havenkapitaal over hoe de wereld van een grote internationale wereldhaven er uit zag.
Van der Louw, die overigens na de staatsgreep van Pinochet in Chili als voorzitter van de Europese Unie van Sociaaldemocratische partijen vele tientallen linkse Chilenen het leven wist te redden.
Hij ontwikkelde zich tot een zeer populaire, toegankelijke burgemeester waarop de huidige clichés over links allerminst van toepassing waren.
Toen wij als onderzoeksjournalisten van HVV rond de beginjaren tachtig behoorlijk wat successen konden laten zien werd ik in de journalistenkroeg de Schouw benaderd door Cees van Wijk, toen voorzitter van de regionale Rotterdamse PvdA-afdeling, of ik mij niet verkiesbaar wilde stellen als lid van de Tweede Kamer. Ik vroeg hem of dat ook betekende dat ik bijvoorbeeld de rode vrouwen in Puttershoek, toen te vaak gekleed in paarse overals en breiend tijdens vergaderingen, wervend zou moeten toespreken. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Dus zag ik er maar vanaf, en daar heb ik nooit spijt van gehad.
Met de regionale rechtse politici hadden wij als HVV- journalisten eigenlijk betere contacten. Bijvoorbeeld met de VVD- fractievoorzitter, later president van de Rekenkamer mr. Henk Koning. Ook met het jonge (VVD) Kamerlid Ed Nypels. Zij speelden ons nog wel eens verhalen toe waar ze bij de PvdA niet echt blij van werden.
Ook in de persoonlijke omgang kon er wat meer worden gelachen. Dat werd later bij de PvdA ook wel beter. We vonden elkaar in een gezamenlijk streven om de PvdA en de VVD in een coalitie samen te smeden met uitsluiting van het CDA. Dat is uiteindelijk gelukt.
Ik weet nog wel hoe ontzet de toenmalige topmensen van Shell waren toen bekend werd dat Wim Kok minister van Financiën zou worden. Nog niet wetend dat hij als sociaaldemocraat goed op de kleintjes zou passen. En later zou toetreden tot hun Raad van Commissarissen.
Ik dacht dat de Rotterdamse bard Speenhoff op zijn grafsteen liet beitelen: ‘t Is anders.
En zo is het maar net.