‘Je buurman met ruzies’
Ooit wel eens een aanvaring of echte ruzie met uw buren gehad? Een fikse wellicht? O, o, wat zullen de andere buren daarvan hebben lopen smullen. En hoewel je nu ook niet per se altijd ‘je broeders hoeder’ hoeft te zijn, is niemand gebaat bij een uit de hand lopende burenruzie. Altijd proberen op te lossen, desnoods door bemiddeling van medeburen, voordat de dag ten einde is.
Is misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Zo hadden wij een buurman met wie geen land te bezeilen was. Via een met hem bevriende huiseigenaar was hij in onze straat komen wonen. Om redenen van privacy, alsnog, zal ik hem Henk noemen. Een vijftiger, jarenlang werkloos en met een psychiatrisch verleden. In de loop der jaren had hij in diverse inrichtingen gezeten.
Vroeger, zo bleek uit de uitvoerige gesprekken die ik met hem voerde, was hij galeriehouder geweest in Kralingen. Dat avontuur liep op een mislukking uit. Zijn trein raakte daar toen zwaar ontspoord. Naast medicijnen ging hij diep in de alcohol. Hij raakte alcoholverslaafd. De combinatie van de twee, alcohol en pillen, leidden tot aanvallen van gekte. In zijn aanvallen, soms uit woede, gooide hij fotoboeken uit het raam. Dan weer kleding en af en toe vielen er zelfs, al of niet per ongeluk, wijnflessen op straat. Maar meestal leeg!
’s-Nachts verstoorde Henk de hele buurt, vooral tijdens zwoele zomeravonden om luidkeels opera aria’s te gaan lopen zingen. En dit ook nog tegenover het verzorgingstehuis. Met als gevolg dat talloze keren de politie bij hem voor de deur stond. Niet zelden werd hij ook meegenomen naar het politiebureau, ter ontnuchtering of wat dan ook.
Eenmaal nuchter was hij gek op tuinieren. Dan ging hij aan de slag met het snoeien van de heggen van het verzorgingstehuis. Of ruimde hij de boel op bij de Provenierssingel of de Spoorsingel. Ging hij onkruid wieden, rotzooi opruimen en plantte hij zelfs struikjes of bloemen. Een man, een mens, met twee gezichten dus.
Uiteindelijk is hij met een gerechtelijk dwangbevel uit onze straat vertrokken. Met vier man politie en de deurwaarder. In het café even later deed hij hoogst verontwaardigd zijn beklag: ,,Ik mocht niet eens mijn gebitje meenemen.’’
De dichtst bijzijnde buren staken de volgende dag de vlag uit, puur uit jubelstemming.
Met Henk kon je af en toe vanwege al die comedy capers-taferelen toch tranen met tuiten lachen. Daarin mis ik hem… soms.