Voor de bakker!
Met honger als een paard loop ik door het Zwaanshals op weg naar mijn favoriete bakkertje. Als ik de winkel binnenloop komen de bakkersgeuren me ovenvers tegemoet. Achter mij komt een andere klant en dus hou ik de deur voor hem keurig netjes open.
De man, een dertiger, lacht mij vriendelijk toe en zegt ,,bedankt!’’ Achter de toonbank staan twee charmante jonge dames met hoofddoek op. Een is bezig een lekkernij uit eigen keuken te verorberen.
Haar collega stapt als eerste naar de man toe die net achter mij binnenkwam. Zelf sta ik nu te kijken naar de dame die aan het eten is. Maar in plaats van mij te komen helpen gaat zij vrolijk door met haar lekkers. Zo te zien smaakte het haar uitstekend.
De klant die mij zo vriendelijk bedankte voor het openhouden van de deur is inmiddels bezig met zijn bestelling van allerlei broden.
Normaal laat ik niet zo maar over mij heenlopen als iemand in een zaak probeert voor te piepen. Daar kan ik zelfs zeer fel over worden, simpel omdat ik dit asociaal vind.
Deze keer echter ging het om een twijfelgeval of zeg maar een misverstand.
Plotseling kijkt de man naar mij. Oprecht geschrokken zegt hij: ,,O, sorry hoor. U was eerst!’’
Vervolgens kijkt hij met een schuldgevoel naar de bakkersdame die hem aan het helpen is.
Tegen haar zegt hij nu: ,,Die meneer was voor mij, dus u moet eerst naar hem toe.’’
Door zijn galante opmerking was ik een beetje overdonderd. Met een handgebaar wuif ik zijn suggestie weg en zeg: ,,Nee, gaat u rustig uw gang, ik heb de tijd.’’
Filosofisch voeg ik daar lachend aan toe: ‘En de eersten zullen de laatste wezen…’
Vervolgens loopt hij met zijn broden naar buiten. In het portiek blijft hij echter staan en wacht mij op. ,,Ik begrijp niet dat ik u niet eerder heb laten voorgaan,’’ zegt hij, nog steeds schuldbewust.
Hij steekt zijn hand uit met nogmaals excuses.
Al handenschuddend wens ik hem: ,,Een goede Pasen!’’